De derde vraag uit het Doopsformulier luidt: Ten derde, of gij niet belooft en voor u neemt, dit kind (of: deze kinderen), als het tot zijn (of: hun) verstand zal gekomen zijn, waarvan gij vader en moeder (of: getuige) zijt, in de voorzeide leer naar uw vermogen te onderwijzen, te doen en te helpen...