Gelezen (geloofsopbouwend)

Gebruikersavatar
Maanenschijn
Berichten: 4030
Lid geworden op: 01 jan 2016, 14:33

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Maanenschijn »

J.C. Philpot schreef:
Ds. D. Martyn Lloyd-Jones schreef: The true preaching of the gospel of salvation by grace alone always leads to the possibility of this charge [of antinomianism] being brought against it. There is no better test as to whether a man is really preaching the New Testament gospel of salvation than this, that some people might misunderstand it and misinterpret it to mean that it really amounts to this, that because you are saved by grace alone it does not matter at all what you do; you can go on sinning as much as you like because it will redound all the more to the glory of grace. If my preaching and presentation of the gospel of salvation does not expose it to that misunderstanding, then it is not the gospel.​

Vertaling:
De ware prediking van het evangelie van redding door genade alleen leidt altijd tot de mogelijkheid dat deze beschuldiging [van antinomianisme] ertegen ingebracht wordt. Er is geen betere test of iemand werkelijk het Nieuw Testamentische evangelie van redding predikt dan dit, dat sommige mensen het verkeerd zouden kunnen begrijpen en het verkeerd zouden kunnen interpreteren dat het zou betekenen dat omdat je gered bent door genade alleen, het helemaal niet uitmaakt wat je doet, en je zou kunnen doorgaan met zondigen zoveel als je wilt omdat het des te meer zal bijdragen aan de heerlijkheid van de genade. Als mijn prediking en voorstellen van het evangelie van verlossing niet op die manier kan worden misverstaan, dan is het niet het evangelie.
—D. Martyn Lloyd-Jones, Exposition of Chapter 6 – The New Man, vol. 5, Romans (Carlisle, PA: The Banner of Truth Trust, 1972), 8.
Ik probeer deze zinnen goed te lezen, is de juiste interpretatie: Als er geen beschuldiging van antinomianisme mogelijk is, dan is de genade niet ruim genoeg gepredikt?
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.
Gebruikersavatar
Herman
Moderator
Berichten: 11945
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:21
Locatie: Geldermalsen

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Herman »

Maanenschijn schreef:Ik probeer deze zinnen goed te lezen, is de juiste interpretatie: Als er geen beschuldiging van antinomianisme mogelijk is, dan is de genade niet ruim genoeg gepredikt?
Dat klopt. Deze redenering kwam ik onlangs ook tegen, ik meen bij R.C. Sproul, maar het zou ook goed Lloyd-Jones (andere plek) of Spurgeon kunnen zijn geweest.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. H. Zweistra schreef:
‘En Die op de troon zat, zeide: Zie Ik maak alle dingen nieuw.’
Openbaring 21:5a

Onze tekst is genomen uit het laatste Bijbelboek Openbaring. Johannes de apostel die de Heere op een bijzondere wijze lief had, werd verbannen. Jarenlang mocht hij de gemeente Efeze leiden tot grote ergernis van de vorst der duisternis. De Heere had de verkondiging van het Lam Gods tot rijke zegen willen stellen in die plaats waar de godin Diana (Hand. 19) werd vereerd. Onder Gods wonderlijke – voor onze beperkte blikken en visies en daarom ondoorgrondelijke – toelating was Gods kind en knecht verbannen naar Patmos, een eiland in de zee.
Een onherbergzaam gebied waar hij wonderschone, maar ook zeer in- en aangrijpende openbaringen, gezichten en visioenen van de Koning der koningen ontving. Want dit moest deze banneling met een grote nadruk horen, dat niet de duivel het voor het zeggen had, maar de Leeuw uit Juda’s stam. De Heere Jezus op Wiens borst hij zijn hoofd had mogen neerleggen.
Hoe gemakkelijk laat ook Gods kind het hoofd zakken, als hij let op de omstandigheden. Om dit te voorkomen, laat de Heere zien in al deze openbaringen, dat de geschiedenis geen open einde heeft, maar naar een doel wordt geleid. En dat doel is, dat God alles zal zijn en in allen!
Aan ons hoofdstuk gaat hoofdstuk twintig vooraf waar wij horen van het ‘laatste oordeel’ (20: 11-15). Ernstvolle woorden komen naar ons toe. Johannes ziet in dit visioen dat ‘de doden, klein en groot’ (vs. 12) voor de troon van God staan. De boeken werden geopend. Kennelijk houdt de Heere er een boekhouding - met eerbied gesproken - op na. Onze handelingen ontglippen Hem niet. Wij zullen geoordeeld worden naar onze werken. (vs. 12) Opmerkelijk is, dat dit in vers 13 herhaald wordt. Het is voor de Heere geen onverschillige zaak hoe wij op de aarde in de gegeven genadetijd gehandeld en gewandeld hebben. Johannes ziet vol ontzetting, dat allen die niet geschreven staan in het boek des levens zullen geworpen worden ‘in de poel des vuurs’. (vs. 15) Daar loopt het op uit voor allen die niet gebogen hebben voor het Lam Gods Dat in de bediening der verzoening jong en oud in alle liefde mocht worden verkondigd. Geliefde medereiziger, houdt u daar rekening mee? Het samenkomen in Gods huis is geen vrijblijvende zaak. Aan het eind van iedere dienst weten wij hoe wij de eeuwigheid zullen doorbrengen: eeuwig wel of eeuwig wee. Vandaar dat het appel in alle liefde uitgaat om onszelf voor Gods aangezicht te onderzoeken. De Heere spreekt duidelijke taal! We staan door genade op de smalle weg die ten leven leidt of we staan nog op de brede weg die naar het eeuwig verderf leidt! Wat is het toch een ontzaglijke ernst om mens te zijn!
Na deze openbaring of visioen van het laatste oordeel krijgt Johannes een nieuwe openbaring. Nu gaat het over de ‘nieuwe hemel en de nieuwe aarde’. Ik denk, dat u bij het horen van een ‘nieuwe hemel’ even de wenkbrauwen fronst. Wordt de hemel ook nieuw? Dat dit van de aarde wordt gezegd, vinden wij niet vreemd. Maar de hemel? Toch is reeds in het Oude Testament gesproken over ‘een nieuwe hemel’. Ik wil u wijzen op Jesaja 66:22. Ook in de brieven van Petrus is er sprake van ‘nieuwe hemelen’. (2 Petrus 3:13) Hoe moeten wij dat nu uitleggen?
Dr. H. Schroten schrijft in zijn commentaar op dit gedeelte uit Openbaring 21: ‘De gemeente zal echter meer en meer terug moeten naar de Schriften die ons leren, dat de hemel er niet buiten stond, toen de mens als God wilde zijn, kennende het goed en het kwaad; en dat de mens niet uit zichzelf is gekomen op deze gedachte en tot deze begeerte, die na enige aarzeling werd omgezet in de heilloze daad van ongehoorzaamheid en opstandigheid; maar dat hij daartoe verleid is door een stem en een macht van buiten af: door de oude slang, welke is de duivel en satan (12:9; 20:2).’ Even verder schrijft hij: ‘In de hemel is het kwaad begonnen, dat zich over de aarde heeft uitgebreid.’ Bij de verschijning van Jezus op de oordeelsdag zal ‘de hemel en de aarde’ (20:11) wegvluchten en zal Hij als de Herschepper een nieuwe hemel en een nieuwe aarde tot aanzijn brengen. Hij laat het werk van Zijn handen niet varen. Na deze opmerkingen laat de Heere Johannes zien, dat er geen ‘zee’ meer zal zijn. Moeten we hier letterlijk aan een zee denken? Dat is niet de bedoeling! De zee is in de Bijbel vaak het beeld van de ‘opstandige, woedende, Gode-vijandige volkerenzee’. Dat zal in de toekomst van Christus niet langer aan de orde zijn. (Dr. H. Schroten)
In het indrukwekkende visioen ziet Johannes, dat ‘de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem’ (vs. 2) van God uit de hemel neerdaalt. De boodschap is duidelijk. Het nieuwe rijk komt niet door menselijke inspanning tot stand. God Zelf is er de Bouwmeester van. Hij maakt immers alles nieuw! Daarom zal de eeuwigheid voor Gods kind een en al verwondering zijn. Verwondering over hetgeen de Heere allemaal tot stand heeft gebracht. De mens krijgt geen kans om in de mens te roemen! Johannes ziet niet alleen veel, maar hij hoort ook veel! Zo hoort hij een grote stem uit de hemel die hem vertelt, dat ‘de tabernakel Gods bij de mensen is’ en dat ‘Hij bij de mensen’ woont en dat ‘zij Zijn volk zullen zijn’ (vs. 3) Hier worden we even herinnerd aan de reis van het volk Israël door de woestijn. Toen reisde de tabernakel met het volk mee en kon Mozes met de Heere overleggen hoe in allerlei situaties gehandeld moest worden. Ook werden daar de offers gebracht. Dat is in het nieuwe Jeruzalem niet meer aan de orde. De betekenis van dit alles is, dat de Heere metterdaad bij en onder Zijn volk zal wonen! Wat een vooruitzichten ontvangt hier de balling op het eiland Patmos. Ook hoort hij, dat ‘God alle tranen van hun ogen zal afwissen’. (vs. 4) Op deze aarde zijn er ook bij Gods kinderen vele tranen gevallen. Tranen vanwege eigen zonden en ongerechtigheden, maar ook vanwege het Godsgemis en het verdrukt en vervolgd worden door de vijanden van God en Zijn volk. Maar in het rijk van God en Zijn Gezalfde zal geen traan meer vloeien. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen. Daarom zal er ook geen dood meer zijn, ‘noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn…’ (vs. 4)
De apostel Johannes mag zich op het onherbergzame eiland Patmos verheugen over het nieuwe Jeruzalem. ‘In haar zal niet inkomen iets dat ontreinigt en gruwelijkheid doet en leugens spreekt; maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams.’ (vs. 27) In het visioen is alles af. Het herstel is een feit! Het nieuwe Jeruzalem is ‘toebereid als een bruid die voor haar man versierd is.’ (vs. 2) Alle dingen zijn gereed. Het toekomstige is in het visioen volstrekte realiteit.
‘Het is geschied’. (vs. 6) Toch zien wij van dat nieuwe Jeruzalem met ons ‘blote’ oog niets of nauwelijks iets.
Hoe zit dat nu?
Het geheim wordt opgelicht, als wij een ogenblik mogen verkeren bij Golgotha. Aan het kruis is Christus vastgespijkerd. De Koning der koningen hangt aan het kruis.
‘Is dat nu uw Koning’, roept de spotter?
‘Ja, dat is nu mijn Koning Die daar in Zijn schande aan het vloekhout hangt’ belijdt Gods Kerk. ‘Hebt u uzelf niet gruwelijk vergist?’ gaat de spotter verder. ‘Hoe kan Hij nu Koning zijn, als Hij daar als een machteloze tussen twee moordenaars hangt?’
‘Ik weet heel goed wat u bedoelt. Ik begrijp u. Ons ongeloof weet geen raad met Zijn woorden: ‘Het is volbracht!’ ’t Klinkt in onze ongeloofs-oren als dwaasheid. Maar het geloof dat de Heere in het hart werkt, gaat verder. Het geloof weet, dat het geen dwaasheid is. Christus heeft Zijn werk op een heerlijke wijze volbracht. Gods recht heeft Hij met Zijn bloed verheerlijkt. Hij heeft de zonden en de schuld weggedragen. Nu daalt vanaf het kruis een vrede die alle verstand te boven gaat. En dat mag ik in het geloof genieten. Dat zegt Gods kind. En dat op goede gronden, want het is Gods Geest Die hen leidt in al die wonderschone verborgenheden.
Gods rijk is er en het staat te komen. In die geweldige spanning voltrekt zich de geschiedenis. Gods kind is verlost en de volkomen verlossing staat nog uit. In die geweldige spanning voltrekt zich het leven van Gods kinderen. De strijd is heftig, maar de overwinning is zeker. ‘Het is geschied’ en Hij maakt nog iedere dag alle dingen nieuw. Zo gaan Gods kinderen al meer op hun Heere en Zaligmaker gelijken. En hoe meer zij nu sterven aan zichzelf des te meer zal het verlangen groeien om Hem eeuwig de lof en de eer te mogen toebrengen. Wat kunnen zij daar bij ogenblikken vurig naar verlangen.
Geliefden, verstaat u en jij daar iets van? Zo niet, welk vuur brandt er dan in uw en jouw hart? Deze wereld gaat voorbij. Er komt aan alles een eind! Roep Hem aan nu het nog dag is. ’t Kan geen uitstel lijden. De Heere geve in Zijn grote ontferming, dat 2022 het beste jaar mag worden in ons leven. Wat bedoel ik daarmee? Dat onze ziel van zonden en schuld mag verlost worden en dat Zijn lieve Naam in ons leven mag verheerlijkt worden! Amen.
Bron: Kerkbode HHG Alblasserdam
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4764
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Johann Gottfried Walther »

https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/28 ... andenleer/
Over de standenleer door Ds. Harinck
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Vervolgde
Verbannen
Berichten: 506
Lid geworden op: 25 mar 2020, 11:38

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Vervolgde »

Velen hebben, van de vroegste tijden af, zich moeite gegeven, om zowel voor zichzelf er rekenschap van te geven, als ten opzichte van anderen het voor zich te verklaren, hoe het mogelijk zijn kan, dat iemand wedergeboren is en nochtans zondigt.

Velen, zeer velen hebben zich de zaak, naar de overleggingen van hun verstand, daardoor willen verklaren, dat zij beweerden en beweren: "de mens zelf is niet wedergeboren, maar er wordt in hem een wedergeboren mens langzamerhand tot stand gebracht". Zulk een mens noemden en noemen zij het wedergeboren deel, ook "de nieuwe mens"; daartegenover moet dan, wat zij in zich met het wedergeboren-zijn niet rijmen kunnen, t.w. het lichaam en zijne bewegingen een onwedergeboren deel zijn, ook "de oude mens" heten. Zo verwart zich de mens in de filosofie van het vlees, wandelend in de voetstappen der oude wijsgeren, die beweerden: "de geest van de mensen is het edele deel van de Godheid, die zich dan ook meer en meer tot God, zijn oorsprong, moet opwaarts voeren; terwijl het lichaam, geformeerd uit aarde, der verderving en der duisternis toebehoort, moet de geest zich deswege van dat lichaam, door het te verzwakken, meer en meer losmaken".

De arme mens wil, helaas, niet weten, dat hij zulke beweringen verzint en staande houdt uit vijandschap tegen de eeuwige genade en uit liefde tot allerlei ondeugd, die hij, waar zij uitbreekt, op het vlees schuift, terwijl hij zichzelf achter zijn wedergeboren deel verbergt, om zich van de eeuwig geldende Wet te ontslaan.

Wie niet geheel "vlees" wil zijn, kan het nooit aannemen, dat "Jezus Christus een in vlees gekomene" is; hij kan zich daarover ook niet verblijden; zich ook niet verheugen over die genade, welke uit hem, die vlees is, geest gemaakt heeft; maar hij heeft een valse Jezus, hij bouwt zijne zaligheid op zijn "wedergeboren deel"; zijn "nieuwe mens" zal hem in de hemel brengen; en omdat hij van de kracht der opstanding van Jezus Christus, om ook onze sterfelijke lichamen levend te maken, niets naar de waarheid van het "nochtans" verstaat, zo loochent hij ook consequent de opstanding des vlezes.

Dat echter een mens niet ten halve, maar geheel uit God geboren is of wedergeboren wordt, is uit de woorden des Heeren openhaar: "Wat uit Geest geboren is, dat is geest". (Joh. 3: 3.)

Dr. H.F. Kohlbrugge
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. J.W. Kersten schreef:Voelde Hij iets van de toorn van God? Een mens voelt weleens iets van de toorn van God, en als dat in zijn leven gebeurt, dan smelt hij, dan verteert hij eronder. Zo ontzaglijk is Gods majesteit. Maar de Heere Jezus heeft de volle last van de toorn van God moeten dragen. Dat begon al als kind, dat begon al in Zijn geboorte. Daar begon de toorn van God zich al op Hem te werpen, zich al over Hem uit te storten. Dat ontzaglijke bewustzijn droeg Hij bij Zich, al de dagen van Zijn leven. Hij is er niet onder verteerd, omdat Hij twee naturen had. Een menselijke natuur, maar ook een goddelijke natuur. We kunnen, gemeente, geen indruk krijgen van het ontzaglijk zware leed van de Heere Jezus hier op aarde. Dat Hij met Zijn reine, heilige ziel, zonder zonde of smet of schuld, hier 33 jaar op deze door de zonde ontwrichte en besmeurde wereld moest in- en uitgaan. En dat Hij alles moest dragen. Hij werd elke dag geconfronteerd met de zonde in al zijn vormen. Vooral met de zonde van Zijn volk. Met hun onwil, met hun vijandschap en met hun opstand en met al datgene wat zich openbaarde. Hij heeft vooral op het laatste van Zijn leven geleden. Toen de mensen - u en ik, dat hebben wij gedaan - daar in het rechthuis van Pilatus, tenslotte eindelijk eens hun - en onze - lust hebben kunnen botvieren. Toen hebben we tegen de Heere Jezus aangeschopt en Hem in het gezicht gespuwd. Dat hebt u gedaan en dat heb ik gedaan. We hebben Hem in Zijn gezicht gespuwd van boosaardigheid en van kwaadaardigheid en we hebben Hem geslagen en we hebben met de gruwel van de duivel de doornenkroon op Zijn hoofd gedrukt en we hebben Hem in de soldatenjas bespot en met de rietstok in Zijn hand hebben we Hem uitgejoeld en gezegd: 'Koning van de Joden'. Wat moet dat toch geweest zijn voor Zijn heilige ziel! Dat heeft Hij nu als dat smetteloze Lam, Dat alles droeg, gewillig geleden. Zonder ooit terug te schelden. Terwijl Hij zegt: 'Als Ik Mijn Vader bid, dan zendt Hij Mij meer dan twaalf legioenen engelen'. Hij was de Koning van alle koningen en de Heere van alle heren en Hij is de waarachtige God en het eeuwige leven. Dat Hij, de waarachtige God, Zich buigt in de vuile sfeer van ons bestaan, dat Hij op deze vervloekte wereld komt, moet eten en drinken, moet verkeren te midden van zonde, Hij zonder zonde. Daarin dat ongenoegen van God, de toorn van God, de afschuw van God, die Hij ook in Zijn eigen ziel beleeft, omdat Hij een goddelijke natuur had. Ik kan me niet indenken dat de Heere Jezus ooit een ogenblik, wat wij dan noemen, vreugde of vermaak in Zijn leven heeft gehad. Dat kan niet, want Hij heeft dat volle bewustzijn omgedragen, dag en nacht, van Zijn geweldige roeping, om dat gehele zondelichaam in al zijn gruwelijke vertakkingen te dragen, om dat weg te dragen, ja om daaronder te buigen en om dat gewillig te doen, zonder één ogenblik van opstand. Dat nam op het laatst van Zijn leven zo toe, toen de boosaardigheid van de zonde meer en meer zich openbaarde. Dat nam zo toe in Gethsémané, dat Hij er haast onder bezweek en dat Hij uitriep, toen Zijn zweet als bloed werd, dat uit Zijn lichaam werd geperst, vanwege de angst en de benauwdheid en de druk en de Godsverlating: 'Indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan'. 't Is een ogenblik alsof de Heere Jezus bezwijkt en vraagt om kracht, om ondersteuning om dat ontzaglijke te dragen. De toorn van God (en om deze woorden gaat het mij in het bijzonder), tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht. Niet de toorn van God weggedragen vóór de zonde van het menselijke geslacht, nee, tegen de zonde. Dus het is een ongedeelde eeuwige toorn tegen de zonde als zodanig, van het hele menselijke geslacht. De Heere Jezus heeft die toorn, dat ongenoegen van God, dat drukte op het menselijke geslacht, weggedragen. Dat is van onuitsprekelijke betekenis. Daarom kunt u persoonlijk één voor één zalig worden. Onze Schotse predikers en onze Engelse theologen, in de tijd na de Reformatie, zijn daar héél ver in gegaan. De Hollanders waren altijd wat schuchterder. Die durfden zo ver niet te gaan. Hoe ver gingen ze/ Ze gaan zo ver, u kunt het zelf nalezen, dat ze durfden uitspreken, dat er voor u allemaal, één voor één, wie u ook bent, hoe u ook heet, wat u ook doet, niet één uitgesloten, voor u allen een gekruisigde Christus is. Voor u allen, één voor één is er een gekruisigde Christus. 'Maar', zeiden ze, 'wij zeggen niet dat die Christus voor u, hoofd voor hoofd, is gekruisigd. Er is voor u allen een dode Jezus, Die met Zijn dood de betaling voor onze zonden aanbracht. Maar wij zeggen niet dat Hij voor u persoonlijk, hoofd voor hoofd, gestorven is! Dat zeggen wij niet'. Maar zo ver gingen ze in de aanbieding van het heil, dat ze zeiden: 'Mensen, jongens, meisjes, mannen, vrouwen, er is voor u allemaal een lijdende, een stervende, een gestorven, een gekruisigde Christus. Komt, maakt daar gebruik van. Want daar ligt voor u allen, die enige interesse hebt om zalig te worden, ruimte om zalig te worden'. Ik geloof dat ze er nog niet zover naast waren. Wij hebben natuurlijk de strijd gehad met de remonstranten en met de leer van de algemene verzoening, veel meer dan zij. Toen zijn wij een beetje schuchter geworden. We hebben eigenlijk het bakje wat hoger gehangen en wij hebben meer gewerkt met de uitverkiezing en de aanbieding van de zaligheid vastgemaakt aan het stuk der verkiezing en verwerping. We hebben het maar een beetje in de vrijmacht van God gelegd. En we hebben de verantwoordelijkheid een beetje uit uw handen genomen. We hebben gezegd: 'Er is een getal van verkorenen en als u nu het geluk hebt om daarbij te horen, dan komt u er wel. Er is een getal van verworpenen en als u daarbij hoort, dan gaat u toch verloren'. Toen zijn de middelen, het gebruik van de middelen, de uitlokkende bediening van het Evangelie toch wel een beetje op de achtergrond geraakt. Vergelijk ze maar eens met elkaar, onze Hollandse theologen en de Erskines. Lees Boston, lees Owen. Soms zegt u: 'Dat lijkt wel een remonstrantse geest', maar het was de liefde van Christus, die hen drong. Het was de liefde tot de naaste. Ik geloof dat ze de verlossing in Christus misschien veel heerlijker en veel ruimer hebben beleefd dan onze theologen. Vandaar de gulheid in de aanbieding, dat ze iedereen erbij gesleept zouden hebben. Ze zouden gezegd hebben: 'De toorn van God tegen het ganse menselijke geslacht is in Christus weg. Komt, wat verhindert u nu om zalig te worden. Komt dan tot de fonteinen des heils en schept water met vreugde. Laat u toch zaligen. God is het zo eeuwig waard en de Koning wordt verheerlijkt in het grote aantal van Zijn onderdanen'. Als ze gekund hadden, hadden ze heel de wereld bekeerd. De liefde van Christus geeft ons die gunning en die neiging om te zeggen: 'Mensen, ik zou het zo ruim voor willen stellen, dat er niet één van jullie meer er onderuit kan'. Dat u nu eens een keer in uw leven gaat voelen: als ik onbekeerd ben, dan zal het aan mij liggen. Was dat maar eens waar. Maak dan van die grote zaligheid toch een hartelijk en vrijmoedig gebruik. U moet niet zeggen: 'Mag ik dat dan wel?' Wie mag dat niet? Wordt er één uitgesloten, die van dat lijden en sterven van Christus geen gebruik mag maken? De toorn van God tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht heeft Hij gedragen. Hij heeft niet enkel het stukje toorn tegen de uitverkorenen gedragen, zodat die er alleen komen kunnen. Nee, al kwam de hele wereld! Was dat maar zo! En al dook die hele wereld door het geloof in die eindeloze zee en de kracht van Zijn bloed, dan zou die hele wereld straks Gods lof zingen. Zo ruim ligt het. Is er dan geen verkiezing en verwerping? Ja, de verborgen dingen zijn voor de Heere onze God en de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen. Zeker, verkiezing is de oorsprong van alle zaligmakend geloof. Maar uit die verkiezing is de Heere Jezus ook voortgekomen, want Hij is de Eerstgeborene. Dus uit die verkiezing vloeit het verbond der genade voort. God zij dank, dat er een verkiezing is. Al de middelen der genade heeft God ook verkoren en heeft God ons bekendgemaakt in het eeuwig evangelie. Als we nu de nadruk gaan leggen op die soevereine verkiezing en verwerping, dan komt het lijden en sterven en de verdienste van de Heere Jezus en de ruimte van het evangelie toch een beetje in het gedrang. Het lijkt wel zeer rechtzinnig en sommigen beschouwen het als hoge oefening in het genadeleven, om altijd maar op te komen uit het welbehagen van God en uit de soevereiniteit van God. Zij hanteren die begrippen zo gemakkelijk, vooral ten opzichte van een ander. Zij leggen iemand er zo gerust naast en ze zetten iemand er zo hartelijk buiten. Want o, die majesteit en die soevereiniteit van God! Ze moesten eens weten wat ze zeiden! Hebben ze er zelf weleens kennis mee gemaakt? Juist dat eeuwig welbehagen, dat God de Vader gehad heeft om in Christus zondaren te zaligen, dat is het welbehagen! Dat wordt door Zijn hand volvoerd. Daar zal God eeuwig in verheerlijkt worden. Hoe meer er bekeerd worden en hoe meer er vluchten tot het bloed van Christus, hoe meer God verheerlijkt wordt. Dat is het eeuwig welbehagen. God heeft lust dat zondaren zich tot Hem bekeren en leven. Dus nu moet u het verder weten. Als u zegt: 'Dat is voor mij niet en u moet toch eerst wat anders weten en er moet toch wat zijn en u moet toch eerst wat gewaar worden en dat gaat toch zo maar niet', dan kunt u blijven redeneren en dan kunt u vele vonden zoeken en dan kunt u met uw redeneren onbekeerd blijven. In dat redeneren ligt uw vijandschap en ligt uw 'neen'. De Heere zal er straks op antwoorden en zeggen: 'Waarom hebt u nee gezegd?' Het is u aangeboden. Het water, nee, het bloed van Christus heeft om uw voeten gespoeld. En u hebt u teruggetrokken en u hebt gezegd: 'Ik wil niet'. Eigen schuld. Als u komen wilt: 'Die dorst heeft kome en die neme het water des levens om niet'. Zo eenvoudig is het. Dat is de leer van het eeuwig Evangelie. Dat is de leer van de reformatie. Dat is de gunning die er ligt in het leven van allen, die de Heere Jezus mogen liefhebben. Dat is de barmhartigheid van de barmhartige en medelijdende Hogepriester. Die daar met uitgebreide armen voor Jeruzalem staat en zegt: 'Och, of ge nog op deze uw dag mocht bekennen, wat tot uw vrede dient. Want Ik heb u als een hen haar kuikens willen bijeenvergaderen onder Mijn vleugelen, maar gij hebt niet gewild. O Jeruzalem, Jeruzalem'. Zou u daar dan nog niet onder breken? Durft u dan te zeggen dat Zijn Woord niet waar is en dat Hij het niet gemeend heeft? Durft u dan te zeggen: 'Dat is enkel voor de uitverkorenen?' Wat gaat het u aan wie uitverkoren zijn? Laat de Vader van onze Heere Jezus Christus uitmaken wie verkoren is en wie niet! Laten we niet doordringen in het boek des levens, want dat komt ons niet toe. We hebben hier te doen met de geopenbaarde wil, die is voor ons en onze kinderen. Dan kunnen we dat bloed van Christus en de kracht daarvan en de waardij daarvan en de zoete smaak daarvan nooit te ruim schilderen. Dan zeggen we het tenslotte onze Engelse theologen na: 'Er is voor u, kinderen en mannen en vrouwen en rijken en armen en wie u ook bent, zieken en gezonden, de fontein van het bloed. Er is een gestorven Christus en er is een gekruisigde Middelaar. De toorn van God tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht is weggedragen. Nu ligt het verder voor u'.
Bron: Vriend en Metgezel / Ds. Verboom - Een lied, vele stemmen
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Bertiel
Berichten: 4556
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Bertiel »

bedankt, iets voor de binnenkamer
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Charles
Berichten: 1553
Lid geworden op: 06 jan 2014, 08:44

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Charles »

Komt dit niet uit zijn verklaring van de HC? Verboom / Vriend en metgezel levert niks op in Google. Dan krijg je een boek met die titel, over ouderling Roest.
Gebruikersavatar
Herman
Moderator
Berichten: 11945
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:21
Locatie: Geldermalsen

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Herman »

Charles schreef:Komt dit niet uit zijn verklaring van de HC? Verboom / Vriend en metgezel levert niks op in Google. Dan krijg je een boek met die titel, over ouderling Roest.
https://www.hertog.nl/artikel/978908897 ... 20stemmen/
Hier zou het in kunnen staan.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Herman schreef:
Charles schreef:Komt dit niet uit zijn verklaring van de HC? Verboom / Vriend en metgezel levert niks op in Google. Dan krijg je een boek met die titel, over ouderling Roest.
https://www.hertog.nl/artikel/978908897 ... 20stemmen/
Hier zou het in kunnen staan.
Dat is hem. Het werd geciteerd uit dat boek, in de nieuwsbrief Vriend en metgezel.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
Marck
Berichten: 1424
Lid geworden op: 02 mar 2019, 10:26

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Marck »

J.C. Philpot schreef:
Herman schreef:
Charles schreef:Komt dit niet uit zijn verklaring van de HC? Verboom / Vriend en metgezel levert niks op in Google. Dan krijg je een boek met die titel, over ouderling Roest.
https://www.hertog.nl/artikel/978908897 ... 20stemmen/
Hier zou het in kunnen staan.
Dat is hem. Het werd geciteerd uit dat boek, in de nieuwsbrief Vriend en metgezel.
Is die nieuwsbrief iets anders dan het tijdschrift Metgezel?
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Marck schreef: Is die nieuwsbrief iets anders dan het tijdschrift Metgezel?
Klopt. Www.vriendenmetgezel.nl is de website van de nieuwsbrief.
Laatst gewijzigd door J.C. Philpot op 18 jan 2022, 19:09, 1 keer totaal gewijzigd.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. W. Guthrie schreef:Men kan die met veel meer zekerheid kennen dan men vermoedt. Ja, de kennis hiervan kan veel gemakkelijker verkregen worden dan velen zich voorstellen. (...) veel heiligen hebben deze duidelijke overtuiging van hun deel aan Christus en aan God als hun God, ook verkregen. Hoe dikwijls noemen zij Hem niet hun God en hun deel? En hoe verzekerd is Paulus er niet van, dat niets hem kan scheiden van de liefde van God? (Rom. 8:38, 39). Daaruit blijkt dat iemand kennis van zijn genadestaat kan verkrijgen.
Bron: Des christens groot interest
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door -DIA- »

Gods ultimatum

"Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden.
Psalm 2:12

Er zijn nogal wat mensen die moeite hebben met de gedachte dat God toornt. Ze vinden dat je daar in deze tijd niet meer mee kunt aankomen. "Gods toorn hoort bij een verouderd godsbeeld", zeggen ze. Ze vinden dat strijdig met Gods wezen. Zijn wezen is liefde en dan valt automatisch Zijn toorn weg.

Zou het waar zijn? Je moet dan wel heel veel teksten uit de Bijbel schrappen. Ook de tekst van deze meditatie. Wie zich eerlijk door het Woord van God laat onderwijzen, komt tot de slotsom dat met Gods toorn niet te spotten valt. Het is een ontzettende werkelijkheid waarmee we ernstig rekening moeten houden.

De dichter spreekt in dit lied van heidenen en volken. Van koningen der aarde en vorsten die plannen beramen om het gezag van de Heere en Zijn gezalfde Koning te ondermijnen. Zij willen zich van Zijn gezag ontdoen, Zijn touwen van zich werpen. Maar hun boosaardige plannen zullen op niets uitlopen. Waarom? Omdat de Heere Zijn Koning steunt en Hem de overwinning geeft.

We mogen aannemen dat David de dichter van dit lied is. Dan profeteert hij van zijn opvolger, Salomo, die de troon bestijgt. Maar hoe gaat het met een machtswisseling? Die gaat gepaard met politieke spanningen en woelingen. Onderworpen volkeren grijpen de kans aan om zich uit hun onderhorigheid te bevrijden. Maar opstand tegen Gods gezalfde koning is zinloos. Laten ze de wapens neerleggen en zich aan de koning onderwerpen. Kust de Zoon! opdat Hij niet toorne!

Deze psalm is een messiaanse psalm. Dat wil zeggen: wat gezegd wordt van de opvolger van David, wordt vervuld in de beloofde Zoon van David, Christus. Hij is de eeuwige Koning, Die met Zijn tegenstanders afrekenen zal. Waarom? God de Vader heeft Hem het koningschap verordineerd. David heeft, door de Heilige Geest geleid, er iets van opgevangen: "Ik toch heb Mijn koning gezalfd over Sion." En dat woord Ik heeft grote nadruk (vers 6 en 7). De Heere staat dus achter Zijn gezalfde Koning. Daarom is het verzet tegen God en Zijn Koning tot mislukken gedoemd. Hij hoeft slechts tot hen te spreken in Zijn toorn en dan worden ze verpletterd. Zoals broos aardewerk dat in stukken valt als je er tegen aanslaat. Zo is nu ook de toorn van de Zoon van God, Wiens wederkomst wij verwachten op de jongste dag.

Die grote dag is nog niet aangebroken. De Heere wacht nog om Zijn tegenstanders te verpletteren. Hij is lankmoedig. Dat wil zeggen: Hij houdt Zijn brandende toorn nog in. Waarom? De Heere geeft Zijn vijanden nog een laatste mogelijkheid om zich aan Hem te onderwerpen. Hij stelt een ultimatum. Kust de Zoon, dat Hij niet toorne.

In die woorden zit een aansprekend beeld. Als een koning vreemde volken had overwonnen, moesten ze hun onderdanigheid aan hem betuigen door eerbiedig zijn voeten te kussen. Ze lekten het stof van zijn voeten.

Kust de Zoon! Is er bij u nog niet van gekomen? Haast u, want de tijd is kort. Christus is op weg naar de definitieve voltooiing van Zijn rijk. Zijn roem is nog een kwestie van tijd. Dan zal de Zoon toornen op hen die het Evangelie ongehoorzaam zijn. Nee, nu nog niet. Hij geeft opstandige zondaars nog de tijd zich te bekeren, zich te verootmoedigen. Hun zonden te belijden en te laten afwassen in Zijn bloed. "Hij is het die ons Zijne vriendschap biedt", zegt een berijmd vers van Psalm 103.

Kust de Zoon! Denk eraan: de Zoon laat niet met Zich spotten. Zeker, er zijn mensen die Gods genadig ultimatum onder allerlei vrome voorwendsels laten verstrijken en de Zoon ongehoorzaam zijn. Dat is levensgevaarlijk. Straks is Zijn toorn niet meer te stillen.

Gelukkig die man, vrouw en jongere die niet anders meer kan. Die door genade de wapens mag neerleggen en Koning Christus in het geloof mag kussen. Dat gaat niet met tegenzin of omdat het moet, maar gewillig en met vreugde. Dan bent u te feliciteren. Wie gelovig bij Hem schuilt, is goed af. Voor eeuwig. "Welgelukzalig allen die op Hem betrouwen."

Ds. G. Schaap,
Rijssen, 2004
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Marck
Berichten: 1424
Lid geworden op: 02 mar 2019, 10:26

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Marck »

Hoewel Hij Zich dikwijls verbergt en Zijn werkingen inhoudt, blijft Hij toch in hen. Job klaagde in hoofdstuk 28: "Ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts, zo verneem ik Hem niet". Maar dit is de belofte uit Joh 14:16: 'Opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid' De Heilige Geest blijft bij hen tot in der eeuwigheid. Hij is hun tot een onderpand gegeven en zal dat blijven tot de beloofde goederen volmaakt genoten worden.
Daarom moest men zich heilig gedragen en de Heilige Geest niet bedroeven.
Wat een bijzondere Trooster!
Plaats reactie