Kohlbrugge en de heiligmaking

Gerrie

Kohlbrugge en de heiligmaking

Bericht door Gerrie »

Hebben jullie ook de bijlage van het RD gelezen over Kohlbrugge (do 16-01-2003)? Op de website kon ik er niets over vinden (zijn er mensen die RDnet hebben die wel deze bijlage kunnen bekijken?)
Nu ga ik maar 2 kleine stukjes overtypen.
Uit het interview met dr. Klink en ds. Geluk door K. v.d. Zwaag:
Ds. Geluk: "Kohlbrugge stond op gespannen voet met de opvattingen van het Réveil inzake de heiligmaking als een door de bekeerde mens te realiseren opdracht van God. Kohlbrugge zag vooral Da Costa op dit spoor.....".
En uit het artikel: Werkheilige Kuyper begreep heilig nietsdoen van Elberfeldse prediker niet (John Exalto)
Kohlbrugge bespeelde een eensnarig instrument: dat van de rechtvaardiging van de goddeloze.Daarmee kwamen, zoals Barth ook al vond, natuur en schepping, ofwel de heiligmaking in het gedrang.....
Een vraag aan de Kohlbrugge-kenners: Kun je zeggen dat Kohlbrugge ( de onheilige heilige) de heiligmaking verontachtzaamde?
roseline

Bericht door roseline »

Nóg véél makkelijker is het om te zeggen dat je als mens niets kunt en dat dáárom de heiliging onbereikbaar is voor jou.
En een ieder die jaagt naar de heiliging zoals geboden wordt in Heb. 12:14 wordt gezien als 'hoogmoedige'.

Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging. Rom. 6:19.

Dit is Gods gebod, Gods wil (1 Tess. 4:3) en net zoals vele van Gods geboden kunnen wij deze niet in eigen kracht houden, want ons vlees is zwak. Maar wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God! In Gods kracht kunnen wij onze leden ten dienste stellen van de gerechtigheid tot heiliging. Anders zou het er niet staan! God laat niet toe dat wij boven vermogen verzocht worden! En daarom kunnen wij gehoorzaam worden aan zijn geboden, als wij onszelf vernederen, erkennen dat wij het niet kunnen - dan geeft Hij kracht! Om bijvoorbeeld Rom. 6:11-15 uit te voeren.

Maar thans, vrijgemaakt van de zonde, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. Rom. 8:22.

Maar om dat te begrijpen, is het goed om terug te gaan naar de kern van het evangelie. Zoals Paulus dat evangelie beschrijft in Romeinen 1:1-7. Dát is de kern waar het om draait. Dááruit vloeit zijn gehele brief - en alle brieven die hij heeft geschreven - voort. Het evangelie van God.

Groeten, Rose.

[Veranderd op 18/1/03 door roseline]
roseline

Bericht door roseline »

Sommige mensen denken dat Romeinen 7 met name de versen 13 t/m 24 het gehele evangelie is. En slaan Romeinen 6 en 8 gemakshalve maar over. Besef dat er in de mens een scheiding is tussen vlees en geest en dat dit als een rode draad door de Romeinenbrief loopt (vanaf het begin!), is er niet of nauwelijks.
Ik ken die hele Kohlbrugge niet, dus ik kan daar niet over oordelen.

Maar ik had het over Romeinen 1:1-7. Van daaruit heeft Paulus zijn gehele brief geschreven. Hij begint met de kern van het evangelie. Wat die volgens hem is? Read it.

Groeten, Rose.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Zeker heeft de mens 'vlees en Geest'. Deze Geest vloeit uit Christus. Zowel onze rechtvaardigmaking alswel onze heiligmaking liggen in Christus. Niets van ons!

Daarom gingen Kohlbrugge's ogen pas open na het verstaan van deze tekst. Kohlbrugge dacht dat hij vlees en geest was.
Ik citeer:

Door die komma tussen vleselijk en verkocht ontdekte Kohlbruggè dat hij vleselijk was. Voorheen had hij over die komma heengelezen. Hij was slechts vleselijk verkocht, dus verkocht onder de zonde voorzover het zijn vlees (de natuurlijke, gevallen mens) betrof. Voor de rest zou hij nog een geestelijk mens kunnen zijn. Door die ene ontroerende komma bleek van dat "voorzover" geen sprake meer.
Kohlbrugge wás vlees, en daar kwam dan nog eens bij dat hij verkocht was onder de zonde. Vlees is vlees en blijft vlees, ook na ontvangen genade. De mens is en blijft een goddeloze, ontdekte Kohlbrugge, bekeerd of onbekeerd, van de wieg tot het graf.


Heerlijk Evangelie. Als er niet zo'n Evangelie was dan bleef er niets over dan de eeuwige dood! Gij zijt zwart, doch lieflijk. Aan zulk een zondaar kan God Zijn genade door Christus kwijt.

Laten we eens zijn meditatie lezen uit dezelfde krant:

Vrijmoedigheid

"Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus..."

Hebreeën 10:19

Wij hebben niet alleen de ingang in de hemel door het bloed van Jezus, maar ook vrijmoedigheid tot deze ingang. Dat wil zeggen: dat er voor ons geen reden is om met angst en beven ons af te vragen of God het ook wel goed zou vinden dat wij Zijn heiligdom binnentreden. God woont weliswaar in de donkerheid, en er behoort een buitengewone vrijmoedigheid toe dat een arm zondaar zich tot Hem zou opmaken, dat hij, zo bezwaard als hij is, zich zou durven wagen in de donkerheid waar God woont. De zonde is te groot, het hart is te zwak, de macht der duisternis te geweldig. Alles roept hem toe: "Gij zijt verloren, als gij u daarbinnen waagt!" 0, die listige duivel, die het arme hart zo voorpredikt. Is de zondaar dan soms gered als hij zich niet opmaakt tot zijn God? Is iemand verloren, dan is hij verloren. Erger kan het niet worden. Hij kan het dus wagen. Wat wagen? Als ware er iets bij gewaagd, wanneer een arm zondaar zich tot zijn God begeeft zoals hij is! Wij hebben vrijmoedigheid tot de ingang in het heilige. Dat predikt ons het betrouwbare Evangelie. Onze God is de duivel niet. De duivel vermoordt zonder enige barmhartigheid al wat zich in zijn armen werpt; maar onze God is een God van alle barmhartigheid. Wij hebben vrijmoedigheid op grond van Zijn woord: "Ik zal hunne ongerechtigheid vergeven en hunner zonden niet meer gedenken" (Jeremia 31 :34). Wij hebben vrijmoedigheid, als wij komen met het bloed van Jezus, dat van alle zonden reinigt. Die vrijmoedigheid bestaat daarin dat wij onze God alles durven zeggen, alles durven klagen, en voor Hem niets verhelen. Wij hebben zulk een vrijmoedigheid dat wij het van onze God mogen prediken: dat Hij groot is van genade, rijk aan barmhartigheid, almachtig in Zijn liefde en in Zijn vrije ontferming. Dat zal God ons niet ten kwade duiden; integendeel, het zal Hem aangenaam zijn en naar Zijn hart gesproken, dat wij het overluid verkonden: Ik heb een genadige God en Vader in de hemel, de God en Vader van mijn Heere Jezus Christus. Ik ben wel arm en ellendig, maar nochtans, en juist dáárom, gedenkt Hij mijner.
Wij hebben zulk een vrijmoedigheid om in het heiligdom al het mogelijke te zeggen wat wij van de genade van onze Ontfermer kunnen zeggen, al zou de wereld ons ook deswegen voor dwaas of dronken houden. Ja, al klonk het ook belachelijk, al had het ook de schijn van godslasterlijkheid, toch kunnen wij de genade Gods bij het binnentreden in het heiligdom niet te hoog verheffen:er niet te veel in roemen, noch er te trots op zijn. Al zeggen ook dood, duivel en zonde: "Gij zijt zwart, gij zijt geheel melaats, gij zijt verloren, gij moogt niet naar binnen, de Koning is op u vertoornd, gij hebt het te zeer verdorven", ja, al zou God Zelf zeggen: "Gij zijt een hond", nochtans mag men op grond van het Evangelie antwoorden: Dat is alles waar, en toch treed ik binnen. Het apostolische woord zegt ons dat wij deze vrijmoedigheid hebben. Zij behoeft ons niet eerst bereid, eerst gegeven te worden. Zeker, deze vrijmoedigheid om in het heiligdom in te gaan, geeft God door Zijn Heilige Geest; maar als Hij ze geeft, dan geeft Hij ze door het Woord. Wat zullen wij beginnen, als wij deze vrijmoedigheid eens niet in ons bevinden, als de vorige dagen van de eerste liefde, toen wij openbaring op openbaring hadden van de macht van Zijn genade, voorbij zijn; als wij opnieuw niets dan zonde zien, en nog wel gruwelijke zonden, zoals wij ze tevoren niet gekend hebben? Dan is alle lust tot heiligheid weg, en er is alleen lust tot zondige begeerlijkheid. God verlaat de mens, verbergt Zijn genadig aangezicht; men smacht naar troost, maar er komt geen troost. Tranen, gebeden, ingespannen pogingen, worstelingen, heilige voornemens, eden en geloften, smekingen om kracht en macht, om Geest en hulp, het . helpt alles niets. De dood danst op de lippen. De hel gloeit onder de voeten. Het verderf heeft de overhand. Alle duivelen drijven met ons de spot. Luid klinkt hun hoongelach. Wij kunnen niet meer geloven, want de wet verbreekt ook het laatste steunsel. En nu moeten wij toch naar binnen niet in de hel, wij liggen reeds dieper verzonken dan de hel! Nee, wij moeten de heilige hemel in, daar horen wij thuis. Maar zullen wij ook uitgerukt worden uit de diepte en opgenomen worden door de armen Gods in de hemel Zijner heiligheid en gezet worden op de Rots die alle vijanden te hoog is? Wij hebben de vrijmoedigheid om in te gaan; zo predikt ons het Woord, dat ons de duivel zal laten staan, en hij zal er geen dank voor hebben. Maar waar zullen wij die vrijmoedigheid zoeken? Bij onszelf? Mooie vrijmoedigheid die wij bij onszelf vinden; als wij geen zonden hebben, dan hebben wij haar; maar hoe menigwerf heeft zij ons in de steek gelaten, als het er om ging. Hier is sprake van een vrijmoedigheid, juist dán, als wij zonden hebben. Als ons verderf ons voor ogen staat, waar is dan onze vrijmoedigheid? Ach, dan is vrezen en beven bij ons en volstrekt geen vrijmoedigheid. Zullen wij dan wachten totdat God ze ons misschien geeft? Hoe! Wie kan wachten, als het om het wachtwoord gaat, om dood of leven, een omkomen in de angst der ziel of een getroost zijn door zijn God! Aan het Woord hebben wij ons vast te klemmen, ofschoon het boven en onder duisternis is, ofschoon alles ons tegenroept: "Daarmee gaat gij verloren, dat is het rechte geloof niet." Wat vraag ik naar mijn geloof, of het waar of vals is; ik vraag naar het Woord, het Woord dat armen en ellendigen gepredikt wordt. Dát zal wel boven blijven drijven, wanneer mij ook alles ontzinkt. Dat Woord zegt mij: Wij hebben de vrijmoedigheid. Zij ligt in God. Zij ligt in het bloed van Jezus. Daarom, in Zijn Naam, binnengetreden! Amen
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Leo

Bericht door Leo »

Mag ik even een vraagje tussendoor stellen?

Die 'komma'.... staat die er in het Grieks ook? Of in de Septuagint?

En zo niet......dan is die komma dus een feilbare uitleg van een Bijbeltekst...?!?!

Kent er iemand beter Grieks dan ik?
Leo

Bericht door Leo »

Verloren op grond waarvan?
roseline

Bericht door roseline »

Rom. 7:17, 18, 20, 22, 23, 26.
Rom. 8:2, 3, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 16
Rom. 8:28-30
Rom. 6:11-15, 19, 22
Rom. 7:5-6.
Gal. 5:16-26
Joh. 3:6

Misschien is er iemand die werkelijk geïnteresseerd is in wat Paulus als het evangelie van God verkondigde (aangezien hier helemaal geen reactie op komt). Met diegene zou ik op grond van de bijbel verder willen praten... Dan kan ik vertellen wat míj geleerd is vanuit de schrift en wat dat voor mij persoonlijk betekent en hoe heerlijk het zou zijn als je merkt dat het ook jóuw roeping is. En ik zeg niet dat ik het reeds gegrepen heb, maar ik jáág naar de heerlijkheid van Christus, zoals Paulus daarnaar jaagde!

Laten we bij het begin beginnen. Wat is het begin? Jezus Christus.

Paulus verkondigde het evangelie van God:

Paulus een dienstknecht van Christus Jezus, een geroepen apostel, afgezonderd tot verkondiging van het evangelie van God, dat Hij tevoren door zijn profeten beloofd had -

Wèlk evangelie van God?

- aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees, naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here -

Rom. 1:1-4.

Hier gaat het evangelie van God dus over, volgens Paulus. Hiermee begint hij zijn brief aan de Romeinen en benoemt de kern van het evangelie. Eigenlijk benoemt hij 2 onderdelen: Jezus naar het vlees èn Jezus naar de geest der heiligheid.

Wat betekent: Jezus, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees?

Wat betekent: Jezus, naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht?

Groeten, Rose.
roseline

Bericht door roseline »

Je hebt gelijk Voorbijganger,

Ik geef géén antwoord op de vraag: 'Kun je zeggen dat Kohlbrugge (de onheilige heilige) de heiligmaking verontachtzaamde?' Omdat ik daar ook geen flauw idee van heb. Ik reageerde primair op jouw reactie die op die vraag volgde. Mijn laatste reactie heeft namelijk wel degelijk met heiliging te maken! Want door wie worden wij geheiligd? Jezus Christus. Met wie moeten wij dus beginnen? Met Jezus Christus. Hóe worden wij geheiligd? Tja, dat zul je alleen kunnen begrijpen als je werkelijk kennis van Jezus Christus hebt. En dáár nodigde ik iemand uit om op in te gaan. Om de kern van het evangelie van God - zoals Paulus dat beschrijft - misschien beter te leren begrijpen...

Ik hoop dat je in elk geval de teksten leest die ik hieronder aanhaalde.

Groeten, Rose.
Leo

Bericht door Leo »

Voorbijganger,

Deze discussie staat of valt met de manier waarop men de Schrift leest.

De Schrift is niet de SV, maar de grondtekst. Aangezien ik die nauwelijks ken vraag ik aan anderen of klopt wat daarover gezegd wordt (nl. dat die komma er niet staat).

Jij reageert met de opmerking dat degenen die stellen dat de komma er niet hoort (in de SV neem ik aan?!) het hebben verloren.

Het is meer dan logisch om dan te vragen; 'verloren op grond waarvan'.

Als iets namelijk niet in de Bijbel staat is het een kwestie van interpretatie hoe je het uitlegt. Ja, ik weet dat de Heilige Geest ons wil leiden in het Woord, maar daarnaast zien we toch ook dat er grote verschillen in mening zijn.

Rechtstreeks kun je dus niet uit de Schrift halen dat die komma er hoort te staan.

Elders schreef jij (meen ik) dat de gelovige bestaat uit vlees en niet uit vlees EN geest.

Die stelling is onhoudbaar als we de Schrift lezen, ik heb Rose haar teksten nog niet doorgelezen, maar ik maak me sterk dat die het bewijs vormen. (juist omdat Paulus in de Romeinenbrief zo duidelijk is)

Ik durf nog een lastigheid erbij te halen, het woord voor geest/Geest is in het Grieks; pneuma.

Het moet uit de context opgemaakt worden of er geest of Geest bedoeld wordt. Weer een kwestie van een feilbare uitleg?!

Het verstaan van de heiliging(sleer) van Paulus, Johannes en Petrus is denk ik onontbeerlijk om te kunnen bepalen of deze virtuele komma er nu wel of niet moet staan.

Ik zie em in de grondtekst niet, dus houdt ik het erop dat het heel goed een 'vertaalfout' kan zijn.

Nog een vraag (die ook alleen te beantwoorden is door de Schrift er op te onderzoeken):

Hoe kan er sprake zijn van tweeslachtigheid in een gelovige als deze enkel vlees is?
Hoe kan er inwendige strijd zijn als er alleen maar het lichaam der zonde is en niets nieuws?
Hoe kan Paulus zeggen dat hij 'die dingen' niet meer doet, maar de zonde die in hem woont?

Ik adviseer je ook de brief van Da Costa aan Kohlbrugge te lezen (om tenminste de andere kant van het verhaal te lezen).

Als je het werkelijk wilt verstaan zul je er echter niet aan ontkomen om mensen los te laten, om mensenmeningen los te laten en alleen de Schrift als leidraad te nemen.

vr. groeten,
Leo
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Om Rose e.a. te helpen ben ik op zoek gegaan naar een websitelink over Kohlbrugge.
Er is er één bij Meetingpoint, maar deze werkt niet.
Via zoekmachine Google kwam ik o.a. deze tegen:
http://www.decatechisant.nl/Levensbesch ... brugge.htm
en hij werkte. Er was een link naar de catechisant(error) en Om SionsWil(error) en refotrefpunt (geen error, maar doorverwezen naar Oneway). Toen weer naar OSW en naar de catechisant. Maar nergens Kohlbrugge. Het enige: bovenstaande link werkt dus.
Surfen op het net is toch wel leuk. Even wat teleurstellingen overwinnen en dan ineens : ja daar heb ik het!!!
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

94. Vr. Is er een inklevende heiligheid in de gelovigen?

Antw. God ziet geen andere heiligheid aan dan de heiligheid van Christus, welke aan het geloof, zonder de werken der wet, tegelijk met Zijn genoegdoening en gerechtigheid geschonken en toegerekend wordt (zie Heidelbergse Catechismus vraag 60); maar dit is inklevend in de oprechten van gemoed, dat de Heilige Geest in hen blijft, Die hen troost en leert bidden dat God de Heere met hen doe en in hen werke, wat Hij in Zijn genadeverbond (#Ezech 36.27) beloofd heeft, om reden waarvan ook het zaad der wedergeboorte in hen blijft, (#1Joh 3.9) en hun geloof niet ophoudt; en zo mogen alle ellendigen, die op de Heere hopen, de genade van hun volharding voor zeker houden.


Deze vraag en antwoord zegt veel.

Tja, Leo ik was het die schreef dat de gelovige uit vlees bestaat en niet uit vlees en geest. Wel uit vlees en Geest. Wij zijn niet geestelijk, wij zijn vlees en blijven vlees in onszelf, maar wij wandelen naar de Geest door Christus.

Daarom citeerde ik ergens anders Dr. A. de Reuver:

Is er van groei in heiliging naar bijbelse maatstaf dan geen sprake? Het is maar wat men daaronder verstaat. Groeien doen de vruchten. Aan een rank die in de Wijnstok is. De heilige zelf blijft dus louter in Christus, Die hem tot heiliging geworden is.Dat heeft Luther bedoeld toen hij poneerde: "Voortgaan is telkens opnieuw beginnen." Vrucht dragen is blijven bij Hem Die bron, begin en geheim van de heiliging is. Niet ik groei in de heiliging, maar de vrucht van de Geest gedijt. De Wijnstok staat garant. Mijn aandeel is blijven in Hem. Zijn aandeel is de vruchtzetting in mij. Over vordering in eigen heiliging kun je dan ook nooit hoog opgeven. Je moet die zelfs niet willen taxeren. Laat dat over aan Hem Die ertoe bevoegd is. Geloven is geen praatje, maar praktijk.We hebben Intussen het oog niet taxerend gericht op onze daden, maar biddend op Gods gebod en genade. Heiligen zijn zij die elk gebod omzetten in gebed. Ze worden niets, behalve minder. Ze zijn in de Kreupelstraat geboren. Zo bezien is groeien slechts armer worden, en stilstaan juist vooruitgaan, al weet men zelf niet hoe.

Groeten
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
roseline

Bericht door roseline »

Prima. :)
Leo

Bericht door Leo »

ND,

Ik mag de Reuver graag (voor zover ik hem ken), maar de Schrift heeft het laatste woord....

Waar vind je in de Schrift dat een gelovige enkel vlees is?

Lees de kanttekeningen bij Galaten 5 anders eens?!


vr. groeten,
Leo
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste Leo,

Hier hebben we het al meer over gehad geloof ik.

Toch blijf ik het een opmerkelijk verband vinden wat Paulus in Galaten 5 legt.

Hij schrijft over de werken van het vlees en de vrucht van de Geest. Ons vlees kan nooit anders doen dan zondigen. Ons vlees blijft zwart van de zonde. Daarom beleed de bruid in het Hooglied 'ik ben zwart'. Stopt die bruid dan hier? Heeft haar belijdenis hier een eind? Nee, want er is ook de vrucht naar de Geest en die vrucht getuigt 'doch lieflijk'.
Paulus schrijft hier niet alsof wíj geestelijk zijn, integendeel wij blijven vleselijk. Toch roept hij op tot een heilige wandel door de Geest 'Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet.' Dit is de wandel door Christus.
Dus vlees en geest? Nee! Wat dan? Vlees en Geest.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Plaats reactie