Spanningen in de wereld, crisis op crisis, oorlog en oorlogsdreigingen, mensen die 'het niet meer zien zitten', mensen die zichzelf van het leven beroven, nog nooit waren er zoveel mensen met een psychische aandoening. Het klimaat dat zich tegen de mensheid lijkt te keren, een mensheid die verbeten vecht om de aarde in stand te houden.
Kijk eens in de supermarkt? Wat zien we daar? Aan de ene kant zien we zo veel keuze, het doet denken aan een decadente tijd, we lijken nog even alles uit de wereld te willen halen wat er nog in zit. Hedonisme, decadentie.
Een wereld die boven dit alles heeft afgerekend net God. Een Godsdienst, kerken die ten onder gingen aan vernieuwingen maar waarin Gods Woord steeds minder te zeggen had. Waar men zich als het ware afzette tegen hen die hiertegen hun stem verhieven.
Aan andere kant zien we de angst om de wereld te verliezen. Als het ware in een soort van paniek proberen overheden alles te doen om deze wereld te redden. Om het gemakkelijke en rijke leven, met alle wellusten voort te kunnen zetten.
Dat de tekenen die we zien een teken zijn dat deze wereld ten einde spoedt, wil men over het algemeen niet aanvaarden. Men vecht tegen de natuur, die we eerst hebben vernield. En... wat doen we in feite? Vechten tegen God. Zou de wereld overwinnen? Zou de mens met alle machte die ze tentoonspreidt de wereld staande kunnen houden? Besparen op energie. Energiezuinig. Electrische auto. Kartonnen verpakking. Plasticsoep. Luchtverontreiniging. Ziekten. Pandemie. Oorlog. Seksuele uitspattingen, zelfbeschikking. en we zouden nog veel meer woorden kunnen noemen. Een paar voorbeelden nog: vloeken, hatelijk en elkaar hatende, egoïsme, verkilling van de liefde. Eenzaamheid. Drugs. Psychische aandoeningen, Spanningen in de kerken, Tegenspreken. Ik laat het hier maar bij.
En... in deze wereld is er een klein overblijfsel. Maar wat zien we? Onverdraagzaamheid, een ieder strijdt voor eigen gelijk. We zoeken teksten die ons geloof staven. We vinden het: We geloven. We zijn gered.
Maar... wie heeft ons gered? Vanwaar komen die vechterijen in de kerken? Is dat niet onder aanvoering van een vijand die het op de ondergang van de laatste restjes van het christendom heeft gemunt?
Wat drijft mensen uiteen?
Maar nu ook: wat verbindt mensen hierin?
Partijschappen oprichten...
Waar vechten we tegen?
Tegen onszelf?
Of... Ja, we zouden veel vragen kunnen stellen. Maar laten we alleen maar proberen de ogen open te houden. Laten vragen naar Hem die ons de ogen voor deze dingen kan openen.
Als we onszelf schuldig zouden kennen zou de een voor de ander onderdoen.
Dan krijgen we een woord wat de mensheid niet zo past, maar wat zo profijtelijk zou zijn.
Onderdoen.
On-der-doen.
- 'k Bekend', o HEER, aan U oprecht mijn zonden;
'k Verborg geen kwaad, dat in mij werd gevonden;
Maar ik beleed na ernstig overleg,
Mijn boze daân; Gij naamt die gunstig weg.
Dies zal tot U een ieder van de vromen,
In vindenstijd, met ootmoed smekend, komen;
Een zee van ramp moog' met haar golven slaan,
Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan.
Wil toch niet stug, gelijk een paard, weerstreven,
Of als een muil, door domheid voortgedreven;
Gebit en toom, door 's mensen hand bestierd,
Beteug'len 't woest en redeloos gediert';
Laat zulk een dwang voor u niet nodig wezen;
Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen;
Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen,
Ziet zich omringd met Zijn weldadigheên.