ZOmaar een stukje voor de Marnix-en onder ons

volgeling
Berichten: 140
Lid geworden op: 24 aug 2005, 16:31
Contacteer:

Bericht door volgeling »

Misschien ben ik ook een 'Marnix', misschien ook niet... Beoordeel zelf.

De kern van deze discussie is (uiteraard?) de spanning tussen de uitverkiezing enerzijds en de verantwoordelijkheid en de wil van de mens anderzijds.

Onze Dordtse Leerregels hebben er de nodige bladzijden voor nodig gehad, dus ik besef dat ik in mijn betoog niet zo volledig kan zijn, maar goed.

Gods uitverkiezing
Efeze 1:3-6
3. Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus.
4. Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde;
5. Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil.
6. Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde;

God heeft mensen uitverkoren in Christus, voor de grondlegging der wereld. We weten niet hoeveel, we weten niet precies wie, we weten wel dat niet alle mensen zijn uitverkoren. In 2 Tim 1:9 lezen we hetzelfde: 'Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen;'

Let op dat God mensen niet zonder doel heeft uitverkoren! Er staat 'opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn in de liefde', en 'tot aanneming tot kinderen', en 'tot prijs der heerlijkheid Zijner genade'. De eer van God, de heerlijkheid van Zijn Naam, daar gaat het om!

Deze uitverkiezing is een feit. En heeft als doel ons te troosten en te versterken in het geloof. Citaat uit DL art 1-16: 'Veel minder behoren voor deze leer van de verwerping verschrikt te worden degenen, die ernstiglijk begeren zich tot God te bekeren, Hem alleen te behagen, en van het lichaam des doods verlost te worden, en nochtans in den weg der godzaligheid en des geloofs zo ver nog niet kunnen komen, als zij wel wilden; aangezien de barmhartige God beloofd heeft dat Hij de rokende vlaswiek niet zal uitblussen, en het gekrookte riet niet zal verbreken.'

De toestand van de mens
De bijbel leert dat de mens uit en in zichzelf dood is door de misdaden. 'Dood' wil zeggen: gescheiden van God. Wij kunnen geen gemeenschap met God hebben. Wij zoeken God niet. Wij willen dat ook niet. Wij zijn doof voor Gods Woord, en blind voor Zijn licht.

Wedergeboorte
Maar nu komt het! God maakt doden levend! Hij roept mensen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Hij dringt tot diep in de mens door, door Zijn Geest. Wat er dan gebeurt? Ik citeer maar weer uit de DL, art 3/4-11: '... Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.'

Wat ik vet heb gemaakt, is toch geweldig? God maakt onze wil levend!, goed!, gehoorzaam! Hij versterkt die wil ook. En lees vervolgens in art 3/4-12: 'En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.'

En hiermee kom ik op het geloof. En daarmee kom ik ook bij onszelf. Want wij zijn het die moeten geloven. Dat gaat niet buiten ons om.

Geloof
God vraagt geloof. Van wie? Van iedereen, alle mensen. Ook van mij. Iedereen die geconfonteerd wordt met het evangelie, wordt opgeroepen, te geloven in de Naam van de Heere Jezus Christus. De boodschap van het evangelie is dan ook bedoeld voor iedereen. Iedereen moet het horen. Alle kreaturen. Voor de een zal het een 'reuk des levens' zijn, voor de ander een 'reuk des doods'. Zo maakt het Woord scheiding.

Door het geloof krijgen wij deel aan al Gods weldaden in Christus. Door het kanaal van het geloof worden wij gerechtvaardigd, ontvanging wij vergeving, vrede, rust, genade voor genade.

Nu zou ik kunnen zeggen: Ja klopt, maar ik kan alleen geloven als ik ben uitverkoren. Het moet me gegeven worden, dus ik moet wachten. Dit klopt ... ten dele.
Het is namelijk zo dat ik alleen door het geloof zekerheid kan krijgen omtrent mijn uitverkiezing. Alleen door te leven uit geloof, en in dat geloof te groeien, kan ik mijn roeping en verkiezing vast maken (2 Petr 1:10). Zonder geloof krijg ik die zekerheid nooit, of het moet de zekerheid zijn van verwerping.

God vraagt dus geloof. Dat kan klein beginnen. Het begint met een zaadje, en de eerste tijd zie je nog niets, maar dan begint het te groeien, en gaat het vruchten dragen. En dat groeiproces kan op verschillende manieren gaan. Niet iedereen maakt dezelfde ontwikkelingen door. Bij sommigen gaat het heel geleidelijk, bij anderen heel snel, of plotseling. God gaat daarin met ieder Zijn weg.

Maar vanuit de mens bezien begint het met geloof. Dat is het eerste wat de door God vernieuwde wil gaat doen. Door het geloof ben je verbonden met Christus, één met Hem. Dan ben je een kind van God. Mede-erfgenaam van Christus. Dan ben je gerechtvaardigd, ook al klaagt je geweten je aan. Dan ben je vrij van de veroordeling. Let op, dat ik schrijf: 'ben', niet 'wordt'. Ja ook deze zaken vragen om geloof!

En dan heb je het Leven, het eeuwige Leven, hier al op aarde. Dan begint de heiligmaking, en dat is een groeiproces. En dan zul je steeds meer en meer zien hoe nodig je Christus hebt, en wie je zou zijn zonder Hem.

Maar God kent ons en weet van de zonde die nog in ons woont (ja, niet ik, maar de zonde die in mij woont, zegt Paulus in Rom 7:17,20 - wat een heerlijke woorden!), en de strijd die wij daartegen hebben en vaak verliezen. Maar daarom roept Hij ons in Zijn Woord ook telkens weer op tot lijdzaamheid, tot volharding. En dat kan ook, want Hij heeft onze wil veranderd! God geeft wat Hij vraagt.

En wat betreft de kennis van de ellende: Door het geloof ga je je ellende pas echt zien, steeds meer. En dan mag je telkens met datgene wat God je laat zien naar Christus toe en je zonden zullen vergeven worden, want: 'Hij is getrouw en rechtvaardig' (1 Joh 1:9). Dat is leven uit genade!

volgeling
van Christus
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Marnix redeneerde anders volgeling. Hij kwam met een 'veranderlijke' verkiezing.

God verkiest en sommigen uit de geloven, sommigen verwerpen het.



[Aangepast op 26/8/05 door ndonselaar]
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
volgeling
Berichten: 140
Lid geworden op: 24 aug 2005, 16:31
Contacteer:

Bericht door volgeling »

De verkiezing is niet veranderlijk, ik denk ook niet dat Marnix dat zegt, maar goed, dat moet hij zelf maar aangeven.

Ik lees opmerkingen als dat wij wel kunnen afwijzen, maar niet kunnen aannemen, vanuit onszelf. Ik wil dit wat nuanceren.

Vanuit mezelf geredeneerd, hoe ik functioneer als mens, dan ervaar ik dat ik kan kiezen en wel om de eenvoudige reden dat ik als mens alternatieven kan onderscheiden. Als het evangelie op me afkomt, dan word ik voor de keuze geplaatst: Of ik kies voor God, of ik kies niet voor God. Niet kiezen is daarmee ook (impliciet) een keuze. Neutraal blijven kan niet.

Als God mij dan telkens opnieuw (door de verkondiging van het evangelie) voor deze keuze plaatst en ik doe een keuze (al dan niet expliciet) dan besef ik dat ik ook een alternatief had. Ook al kies ik altijd het verkeerde alternatief - ik weet van het bestaan van dat andere. Daarmee ervaar ik keuzevrijheid.

De bijbel leert me echter iets, wat ik in de praktijk nooit had geleerd: Ik kan vanuit mezelf niet kan beoordelen wat het goede alternatief is. Van nature is nijn verstand is verduisterd, verdorven, op zo'n manier dat ik altijd - vanuit mezelf - voor het verkeerde kies. Ik kan beide alternatieven niet op hun waarde schatten. Ja, ik schat van nature mijn huidige situatie hoger in dan een leven als kind van God.

Ik onderscheid dus twee dingen:
1. Ik kan kiezen, telkens weer. Zo ervaar ik dat. Zo bezien kan iemand prima zeggen: ik kan kiezen voor God. Hij ziet de alternatieven. Hij zegt: ik heb de keuze.
2. Ik kies telkens het verkeerde. Dat leert de bijbel mijn. Zo bezien kan iemand zeggen: ik kan niet kiezen voor God.

Zie je het verschil? Het is dus beide. Ja ik kan kiezen voor God, en: nee, ik kan niet kiezen voor God.
Ja, want iemand die het evangelie hoort, zal het zo ervaren dat hij voor God kan kiezen.
Nee, want iemand die het evangelie hoort, zal nooit uit zichzelf kiezen voor God, tenzij God hem wedergeboren doet worden.

Met dit onderscheid in het achterhoofd, moeten we niet meteen vreemd opkijken als iemand zegt: Ik heb voor God gekozen. Laten we in plaats daarvan het gesprek aangaan, dan wordt wel duidelijk hoe het werkelijk zit.
Plaats reactie