Misschien is het interessant om mijn mening te weten over gospelmuziek. Misschien ook wel niet
Ik moet altijd denken aan het boek Asher Lev
Wikipedia over Asher Lev schreef:
Het Joodse jongentje Asher Lev groeit als artiest op in de chassidisch-joods gemeenschap van Brooklyn (wijk in New York City). Asher moet zijn hele leven vechten tegen de opvattingen van zijn gemeenschap, vooral ook van zijn vader. De gemeenschap ziet zijn artistieke gave immers als iets van de goj (de heidenen) en een gift van satan.
Naarmate Asher opgroeit raakt hij steeds meer van zijn gemeenschap verwijderd, doordat hij zich meer met tekenen bezighoudt dan met het jodendom wat niet goed valt binnen de gemeenschap. Toch wilt Asher in zijn leven het jodendom niet afzweren zodat hij zich als volwassen kunstenaar kleedt als een orthodoxe jood.
In de belangrijkste passage van het boek beschrijft Potok dat Asher twee schilderijen maakt van de kruisiging van Jezus met daarop zijn moeder die lijdt onder de keuze die ze moet maken tussen Asher en zijn vader die Asher als artiest niet accepteert omdat hij naakte mensen schildert. De moeder staat voor het raam, zoals steeds in haar leven wanneer ze op iemand wachtte met het gevoel dat er iets erg ging gebeuren met die persoon.
Nadat zijn ouders deze schilderijen hebben gezien is Asher niet meer welkom bij zijn ouders en zijn gemeenschap.
Aldus Wikipedia, wat niet helemaal een goede weergave is van het boek. Asher Lev zou een geaccepteerde kunstenaar zijn wanneer hij net als andere orthodoxe kunstenaars het zou houden bij realisme en het weergeven van belangerijke kopstukken uit de bijbel (behalve God natuurlijk) en van het Chassidisme. Maar het lukt hem niet om in die bandbreedte te blijven en tekent en schilderd met een zekere expressionisme, zoals zijn zieke moeder met het as van haar eigen sigaretten. Zijn vader (een soort ouderling in die gemeenschap) kan er niet mee omgaan en stuurt hem naar de leider van de gemeenschap. De leider is in zekere zin oud en levenswijs en weet dat Asher niet tegen te houden is. Asher krijgt de ruimte om in de leer te gaan bij een kunstenaar die oorspronkelijk ook uit die gemeenschap kwam. Dan komt hij in aanraking met naakten en onderwerpen die in zijn gemeenschap taboe zijn. Na vele omzwervingen komt hij in Frankrijk terecht waar hij zichzelf 2 jaar de ruimte geeft om een expositie op te bouwen. Herinneringen van vroeger komen boven en dus ook van zijn moeder die ziek van angst was wanneer hij of zijn vader op pad waren. Bang dat ze niet thuis zouden komen. Ze kon bijna altijd achter de luxaflex van het grote raam gevonden worden wanneer Asher of zijn vader van huis waren, gekweld kijken of ze ook thuis zouden komen. Hij besluit dat hij haar diepe angst en kwelling als een soort dankbetoon en excuses op het doek wil zitten. Hij kiest de kruiziging als expressionistische style omdat hij alleen de kruiziging kent als uitbeeldingsvorm die haar angst en kwelling kan benaderen. Dat valt niet goed bij de gemeenschap omdat alles wat met Jezus te maken heeft verboden is.
Wat dit in mijn ogen te maken heeft met gospelmuziek is dat het te kampen heeft met 3 problemen.
1. Expressionisme boven realisme.
Realisme is kunst die goed te begrijpen is. Je kijkt er naar en het is een genot voor je oog. Zo is het ook met de muziek. Reformatorische mannen luisteren naar vrij transparante muziek zoals Bach of naar eenvoudige muziek zoals massale samenzang. Reformatorische vrouwen zijn over het algemeen een stuk 'zweveriger' ingesteld en luisteren naar rustige muziek waar piano, dwarsfluit, pamfluit en harp vaak een rol spelen. Kort gezegt: het is veilige, voor het oor fijne eenvoudige muziek. Weinig dissonanten of momenten dat je moet nadenken over de muziek. (Alhoewel daar bij Bach absoluut wel ruimte voor is!) Reformatorische jeugd kiest in die lijn vaak ook gospelmuziek die makkelijk te luisteren is. Michael W. Smith, praise en opwekking. Het is feitelijk muzikaal net zo plat als Martin Mans, mannenkoor Stereo, of de top 40 klassiekers van Holland Boys Choir. Iets wat wel ingezien wordt naar de gospelkant, maar wat men van de andere kant niet wil inzien.
Als je daar vervolgens naast loopt als artiest, dan klop je niet. Als de muziek niet makkelijk klinkt - te ruig of te dissonant - dan wordt de koppeling al snel gemaakt aan werelds of zelfs duivels, want zo kan God muziek niet bedoeld hebben en de engelen zongen vast ook niet zo. Vervolgens maakt de tekst eigenlijk al niet meer uit. Naar mijn mening kan je muziek best ruig en ongepolijst klinken als dat je tekst ondersteund. Mijn ervaring is dat de in mijn ogen verantwoorde gospelmuziek niet makkelijk luisterbaar is, of verpakt is in muziek dat niet in de lijn van acceptatie ligt.
2. Gospelmuziek is van de remonstranten
De bekende muzikanten uit die hoek vallen volgens reformatorische richtlijnen onder de remonstranten, waardoor gospelmuziek als geheel ook in die hoek is gezet.
3. Gospel muziek is niet iets waar je je mee bezig mag houden
Vanuit de reformatorische wereld zullen er niet zo snel muzikanten op staan om het relatieve gebrek aan goede gospelmuziek op te vullen, omdat dit net als bij Asher Lev 'niet hoort'. Gospelmuziek is van gojem en als je daar je in begeeft, dan ben je ook gojem.
Persoonlijk ben ik verslaafd geweest aan wereldse muziek toen ik puber was. Ik was ook redelijk bedreven in het maken van wereldse muziek en op een gegeven moment kreeg ik zelfs een kans om de muziek uit te brengen via een seculiere artiest die mijn muziek leuk vond. Dat heeft God tegen gehouden. Jaren lang heb ik geprobeerd om muziek grofweg na 1900 af te zweren, maar dat lukt gewoon niet. Ben inmiddels wel klassieke muziek gaan waarderen, maar ik mis de ongepolijste emoties, waardoor ik soms uitschoot naar de wat alternatievere rockmuziek. Ik heb daar jaren mee geworsteld totdat ik geintroduceerd werd in 16 horsepower. Ik heb ook daar jaren moeite mee gehad en veel onderzoek gedaan. Mijn conclussie over D.E. Edwards (de zanger, schrijver en drijvende kracht achter het inmiddels gestopte 16 horsepower. Gaat nu verder onder de naam Woven Hand) is dat hij oncompromisloos christen is. Dat na het lezen van tientallen interviews, bekijken van songteksten en het bekijken van live-opnames. Maar er is een andere kant. Een "christenunie die moet regeren met de wereld"-kant. Zijn optredens zijn zoals gewoonlijk bij wereldse muziek doorspekt met applaus. Er wordt van hem verwacht dat je kunt rocken op zijn muziek en daar gaat hij tot zekere hoogte in mee. Hij blijft niet bij de oorspronkelijke uitvoering op de plaat, maar hij bouwt zogenaamde soundwalls op. Soundwalls zijn repeterende stukken opzwepende geluidsfragmenten die het allemaal een stuk wilder maken. Ik ben één maal bij een uitvoering van hem geweest en ik kwam daar licht ontgoocheld vandaan. Niet van het volume van de muziek of van de dronken superboeren achter mij, maar van het feit dat hij met die soundwalls bewust uitlokte dat de zaal wild werd en het accent van zijn boodschap verschoof naar het platte rocken van de superboeren. Ja, de ketende jeugd vertrok tevreden, maar ik niet. Ik kwam daar niet om te rocken, maar om die emoties die zo doorklinken op zijn CD's eens in het echt mee te maken. Hij is bij de wereldsen bekend geworden door de intense live-uitvoeringen, waar sommigen van zeggen dat hij mensen echt van hun stuk kon krijgen. Ik heb ook een aantal live-opnames gezien en gehoord waarin hij blijft bij de uitvoer bij zijn boodschap. Eigenlijk was dit de eerste keer dat hij de rock-provocatie uitbuite, alsof Asher Lev nog meer schilderijen met kruizigingen zou maken, omdat de gojem er zo gek op zijn. De expressie verloor zijn functionaliteit.