Erasmiaan schreef:helma schreef:Erasmiaan schreef:Erasmiaan schreef:
Ach Freek, ik heb gewoon mijn vragen bij een bidkring.
En des morgens vroeg, als het nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde, ging Hij uit, en ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar.
Verder zeg ik er maar niets meer over, helaas wordt dit weer aan een kerkverband gelinkt.
Erasmiaan lees eens wat Matthew Henry schrijft bij matth 18:20 (als je vers 19 erbij neemt dan zie je dat vs 20 gaat over bidden)
en denk aan wat er o.a staat in Hand 1: 14; denk je dat 1 van de discipelen daar als enige gebeden heeft of is het niet aannnemelijker dat ze om beurten gebeden hebben?
Alles wat we niet gewend zijn in onze kringen hoeft niet per definitie onbijbels te zijn....
en wat denk je van de Prayermeetings in Engeland?
Op de middelbare school hebben we ook een gebedskring gehad. Ik werd uitgenodigd om daar eens heen te gaan. In de gymzaal ging men in een kring zitten en iedereen die wat wilde bidden mocht wat zeggen, na elkaar. Ik heb dat als zeer oneerbiedig, bijna spottend, ervaren. Niet lang daarna is deze kring ook verboden. Sinds die tijd heb ik een huiver voor dit soort initiatieven.
't Komt ook niet uit de gereformeerde hoek maar meer uit de Evangelische hoek. De ervaring met elkaar, etc. Mensen, laten we toch gewoon eenvoudig op onze knieën gaan om in de eenzaamheid Gods Aangezicht te zoeken. Daar hoeft niemand iets vanaf te weten. Ons gebed voor God is niets, alleen in Christus ziet Hij ons aan.
Dat het uit de evangelische hoek komt is een misverstand. Zeker de puriteinen, maar ook mensen uit de nadere reformatie (bijv. ds Koelman) riepen juist op tot gebedsbijeenkomsten. Zoals jij een gebedsbijeenkomst beschrijft, zou ik die ook niet voor ogen willen houden, ook samen bidden behoort ordelijk te geschieden.
Erskine heeft ooit eens een aanwijzing geschreven zoals een gebedsbijeenkomst moet georganiseert worden.
REGLEMENT VOOR GEBEDSKRINGEN IN GEMEENTE VAN EBENEZER ERSKINE
Het volgende is een afschrift van het oorspronkelijke reglement voor een gebedskring in Portmoak. Het was opgesteld door Erskine in 1714.
1. Dat wij op de vijftiende en de laatste dag van de maand samenkomen om enige tijd te bidden en te spreken over de geestelijke dingen.
2. Dat een ieder van ons ernaar zal staan om door de kracht van Gods genade voorzichtig en waardig het Evangelie te wandelen, het verkeerde tegen te gaan en te beteugelen, en om op de plaats waar God ons gesteld heeft, met alle kracht de heiligmaking en de dienst van God te bevorderen. En vooral dat wij, voorzover ons dit mogelijk is, zorg zullen dragen dat het in de gezinnen waar wij deel van uitmaken, op de goede wijze zal toegaan.
3. Als wij merken dat iemand uit de kring in zonde valt of zich schuldig maakt aan iets dat het Evangelie onwaardig is, zal hij die dat merkt, de bedrijver ervan met gepaste vrijmoedigheid waarschuwen. Als hij op dezelfde wijze weer aanstoot geeft, zal hij die dat merkt, één of twee getuigen met zich nemen om die ander te waarschuwen. Indien hij naar hen niet zal luisteren, zal degene die het gemerkt heeft of een ander in de eerstvolgende samenkomst de kring op de hoogte stellen. Als hij dan naar hen ook niet luistert, zal hij buiten de kring gesloten worden. Hij zal niet weer in de kring opgenomen worden totdat deze tevreden gesteld is door zijn bekering en verandering van leven. En als zij hem weer in hun midden willen ontvangen, zal dit gedaan worden bij stemming.
4. Omwille van de goede orde zullen wij een voorzitter hebben, tot wie ieder lid, als hij iets wil zeggen, het woord zal richten. Hij zal ook het oordeel van de vergadering vragen en de stembriefjes van de kring inzamelen.
5. leder half jaar, als de voorzitter is gekozen, zal er het toezicht plaatsvinden op het leven van een ieder afzonderlijk. leder lid van de kring zal om de beurt zich terug trekken, totdat de voorzitter aan de verschillende leden gevraagd heeft of zij iets weten uit het leven en de wandel van de betrokkene. Wanneer hij weer binnengeroepen is, zal hij door de voorzitter vermaand, berispt of bemoedigd worden, al naar gelang nodig is.
6. Als een lid afwezig is, zal hij zich daarvoor in de volgende vergadering verontschuldigen. Als iemand zonder geldige reden verschillende vergaderingen afwezig geweest is, zal hij buiten de kring worden gesloten.
7. Om toegelaten te worden tot de kring, zullen wij niet te streng zijn, maar ook niet te soepel. Niet te streng, zodat wij iemand weigeren van wie wij toch, gelet op zijn oprechtheid, goede verwachting mogen hebben, al is het dat de betrokkene weinig gaven heeft. Niet te soepel, zodat men iemand toelaat die onzuiver is in leer of leven.
8. Als de kring zal groeien tot een aantal van ... zal zij zich in tweeën splitsen. Om toch de eenheid te bewaren, zal er een gemeenschappelijke samenkomst zijn op de laatste dag van elke derde maand.
9. Niets dat gezegd is in de kring, mag naar buiten gebracht worden, als het maar in het minst kan strekken om de kring, of een lid ervan, in een kwaad daglicht te stellen.
10. Elke samenkomst zal geopend worden met gebed en besloten worden met zingen en dankzegging.
11. De leden van de kring zullen beurtelings, naar alfabetische volgorde, bidden. In elke samenkomst zullen er drie, en ten hoogste vijf of zes bidden. Behalve wanneer de voorzienigheid een meer dan gewone gebedsworsteling nodig maakt.
12. We besluiten om bij elke ontmoeting om een gedeelte uit de Bijbel te lezen en een hoofdstuk uit de geloofsbelijdenis, om hierover te spreken.
13. In elke samenkomst zal een vraag naar voren gebracht worden om in de volgende 2~[ besproken te worden. Deze mag betrekking hebben op de praktijk der go zaligheid, een in het geding zijnde kwestie, een gewetensgeval of een moeilijke plaats uit de Schrift. leder lid mag een vraag naar voren brengen. Voor het geval niemand dit doet, zal de voorzitter er een beschikbaar hebben.
14. Welke regels wij, of een bepaald lid, verder dienstig zullen achten, zal aan de kring worden voorgelegd. En al naar gelang de uitslag van de stemming, zullen ze aanvaard of verworpen worden.
15. Dit statuut zal door eik nieuw lid dat zich aansluit bij de kring, gelezen en ondertekend worden. Ze zullen ook hardop voorgelezen worden voor alle leden in iedere driemaandelijkse of algemene vergadering. Deze regels zijn opgesteld op 29 oktober 1714 en ondertekend door Erskine, Patrick Cockburn, de scriba van de kerkenraad en nog 15 personen.
De geschiedenis van de kring tot 20 november 1767 is opgenomen in hetzelfde boek ais de regels. In 1717 werd ze in tweeën gesplitst. In 1732 waren er vijf kringen in de gemeente. Eén keer per jaar hielden deze een gezamenlijke vergadering. Bepaalde regels kunnen te streng lijken of van weinig betekenis. Verscheidene van hen zijn klaarblijkelijk ingegeven door de kerkelijke gewoontes uit die tijd. De vijfde regel bijvoorbeeld komt overeen met de praktijk van het onderlinge toezicht dat toen heel sterk was, en dat een halve eeuw nadien nog in de "Presbyteries van de Kerk van Schotland plaats vond. ¬Deze oude bepalingen kunnen nuttige wenken bevatten voor hen die bezig zijn de gebedskringen voort te zetten of weer opnieuw in te voeren.
Overgenomen van D. Fraser, ‘The Life and Diary of the Reverend Ebenezer Erskine, A.M. [Edinburgh 1831], blz. 523-526. Vertaald door dr P.H. van Harten
(Samengesteld door L.J. van Valen)