Zelf heb ik op dit gebied nog geen ervaring, mijn kinderen hebben deze leeftijd nog niet, maar hij schrijft hier wel hele belangrijke dingen :
Ds P van Ruitenburg schreef:
Die afgoden eruit
Jakob moest naar Bethel om een altaar te bouwen, maar zo kon hij niet. Er haperde wat. Langzaam maar zeker waren er dingen in huis gekomen die er niet hoorden. Er waren kleine afgodsbeeldjes binnengesmokkeld en Jakob had ze oogluikend toegestaan. Dat kwam nu op hem af en hij kon die afgoden niet langer dulden. Jakob moest met zijn familie voor God verschijnen en dat ging zo niet. Hij voelde dat haarscherp aan. Ook de oorringen van zijn vrouwen en kinderen werden hem tot zonde. Dat waren een soort amuletten om de boze geesten op afstand te houden en hij kon die dingen niet meer verdragen. Jarenlang had niemand er wat van gezegd, maar nu trad Jakob op. Het kon zo niet langer. Hij kon zijn knieën niet langer buigen met deze praktijken. De afgodsbeeldjes, terafim genoemd, werden samen met de ooramuletten begraven onder de terebint van Sichem. Jakob maakte korte metten met die dingen, die Rachel en anderen meegenomen hadden onder hun zadel.
Voor zover we weten, respecteerden ze het allemaal. Het legde beslag en we horen niet van opstand. God doet wonderen.
Het was een geloofsdaad van Jakob. Overigens is er niet altijd medewerking.
Zoek de kamers van uw kinderen na. U bent verantwoordelijk voor de boeken,
voor de tijdschriften, voor de dvd’s, voor de muziek. Kunnen we vroom naar de
kerk met zonden in huis? Laat het niet in de weg staan. We kunnen beter bang
zijn voor God dan voor onze kinderen. Sta op, vaders. Doe er wat aan! Keer
terug naar de Heere, vergeet niet wat we beloofd hebben. Ik weet het, als je met
je gezin gewoon bent geraakt aan bepaalde zonden, valt het niet mee om uit dat spoor te komen. Maar het moet. Met Gods hulp kan het ook.
Toen zeide Jakob tot zijn huisgezin, en tot allen die bij hem waren:
Doet weg de vreemde goden die in het midden van u zijn,
en reinigt u, en verandert uw klederen.
Genesis 35:2
Velen ook dergenen die ijdele kunsten gepleegd hadden,
brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde derzelve en bevonden vijftig duizend zilveren penningen.
Handelingen 19:19