Jean le Fontain schreef:Tiberius schreef:Ik acht de homoseksuele geaardheid een wezenlijk deel van erfzonde.
(@Jean: ik hoop dat ik hiermee ook jouw vraag beantwoord heb, anders hoor ik nog wel).
Nee. Zou je in willen gaan op de vraag naar de theologische/exegetische onderbouwing en de pastorale implicaties die dit heeft?
Beide aspecten zijn gedurende dit en het oorspronkelijke topic wat hap-snap aan de orde geweest, denk ik.
Ik zal proberen hier een soort van resumé te geven; wanneer er onduidelijke punten zijn dan hoor ik het wel.
Het exegetische vertrekpunt ligt in de eerste hoofdstukken van de Bijbel: Genesis 1 en 2. Daar stelt God het huwelijk in tussen één man en één vrouw. En binnen de geborgenheid van het huwelijk komt de seksualiteit tot bloei: man en vrouw tot één vlees.
Na de zondeval is alles door de zonde bevlekt en onder de vloek terecht gekomen, ook de seksualiteit. Allerlei ontsporingen op dit gebied worden in het eerste bijbelboek beschreven. Het gevolg van de val wordt realiteit bij
aangeboren afwijkingen, niet alleen op het gebied van ziekten en erfelijkheid, maar ook op andere gebieden: andere seksuele geaardheden (wat je veel breder kan trekken dan homofilie), ziekelijke aantrekkingskracht tot bepaalde zonden (b.v. kleptomanie), etc.
Die mensen of hun ouders hebben geen speciale zonden, maar toch ervaren ze de realiteit van de zondeval: ze hebben een geaardheid, die in ieder geval anders is dan het oorspronkelijk in de scheppingsorde bedoeld is.
Dan wil ik nog een stap verder gaan.
We belijden met artikel 14 van de NGB dat we willens onder deze vloek terecht zijn gekomen. De schuld en zonde wordt persoonlijk geëigend en niet op één of ander vaag collectief afgewenteld. Dat was de beleving van David in Psalm 51: Het is niet alleen dit kwaad dat roept om straf, nee, ik ben in zonden en ongerechtigheid geboren.
Wat de pastorale implicatie betreft, denk ik dat iemand die deze zondige geaardheid als kruis gegeven is beter af is, dan allerlei pogingen om hem te willen accepteren en al zijn gevoelens en begeerten goed te keuren, omdat hij er toch niets aan kan doen.
Hij kan er zeker wel wat aan doen: tot God zich ter genezing wenden. Bij Hem alleen is uitkomst te vinden. Niet door de zonde niet meer als zonde te bestempelen, maar door te belijden, dat we doelmissers geworden zijn. Dat er uit mij geen vrucht meer in der eeuwigheid is te verwachten en dat ik alleen in Hem vrucht kan dragen.
Wat ik wezenlijk acht in deze discussie, is dat heteroseksuele gevoelens van nature zeer goed zijn. Andere geaardheden zijn alle gevolgen van de zondeval en behoren daarmee op het gebied van de erfzonde thuis.
Ga je daaraan voorbij, dan raak je op een hellend vlak. Zowel in exegese als in pastoraat, zie de laatste posting van Denkertje (waar je zelf terecht een correct op geeft).
Verder, maar dat is geen onderdeel meer op het antwoord op jouw vraag, maak ik bezwaar tegen opmerkingen, dat alles onder zonde ligt, met de achterliggende, gevaarlijke, gedachte, dat alles dan maar gelijk is. Zoals in mijn case over werken versus stelen.