Bron: NDMallan vreesde het oordeel. Youp van ‘t Hek ook
Ds. F. Mallan, een van de meest orthodoxe predikanten, vreesde het oordeel over Nederland. Onze beroemdste godloochenaar ook, signaleert Bert Hofman. Hofman vreest dat de zaak er nog ernstiger voorstaat.
Vorige week is ds. F. Mallan begraven, in leven sedert de afsplitsing van de moedergemeenten in 1953 onbetwist geestelijk leider van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Bij zijn begrafenis kwamen veel aspecten van de bevlogen leider naar voren. (Zie ND , 17-07-2010). Zo had de Here hem al in 1976 bekend gemaakt dat er na zijn dood een oordeel over Nederland zou komen. Zolang Gods kind en knecht leefde, schortte Hij het oordeel nog op. Maar nu hij overleden is, zien zijn volgelingen met angst en beven het oordeel over Nederland tegemoet.
Merkwaardigerwijs komt dit overeen met de visie van de columnist Youp van 't Hek. Deze atheïst met een rooms-katholieke achtergrond, die niet verdacht kan worden van ook maar het geringste geloof in de regering van God over de wereld, komt tot de conclusie (NRC Handelsblad, ook op 17-07-2010) dat de Nederlandse beschaving op haar laatste benen loopt. De mensen hebben maar één behoefte meer: aan de lopende band sport kijken en feest vieren, ook als daar nauwelijks reden voor bestaat, zoals bij het verlies van de WK-finale. Deze mentaliteit betekent volgens Van 't Hek het absolute einde van onze cultuur. Voor een kerk waarvan een priester de mis in een oranje kazuifel bedient, zoals pastoor Vlaar in Obdam presteerde, geldt wat Van 't Hek betreft hetzelfde. Zowel de demoralisering in de samenleving als in de kerk brengen hem tot de voorspelling dat het einde van onze beschaving ophanden is.
De uitersten raken elkaar. Wat een van de meest orthodoxe predikanten van Nederland verwacht, stemt overeen met wat onze beroemdste godloochenaar die zich door alles heeft heengeschreven, voorspelt.
Wat ik wil beweren, gaat verder. Gaan we af op wat er ook in de gereformeerde gezindte te koop is, dan weten we dat ook die kringen, waar trouw aan Schrift en belijdenis hoog in het vaandel staat, niet aan het oordeel kunnen ontkomen. Er zijn nogal eens zorgeloze opmerkingen te horen die erop neerkomen dat wij het er beter afgebracht hebben dan de wereld. Wij zijn trouw aan Gods Woord en de beginselen van de Reformatie. Wij claimen nog steeds dat God geheel aan onze zijde staat. Wij menen dat het oordeel anderen zal treffen en ons zal voorbij gaan.
Dat is een grote vergissing.
Wij hebben in de vorige eeuw en in het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw zeker niet in een bloeiperiode van de kerk geleefd. Haar versnippering in telkens nieuwe afsplitsingen heeft zich de vorige eeuw onverdroten voortgezet tot in het zeer recente verleden toe en het is te voorzien dat dit ook in de komende jaren gewoon doorgang zal vinden. In de ruimte van de kerk wordt openlijk en onbestraft het bestaan van God geloochend en de heilige sacramenten versmolten met de sportverdwazing. De wereldgelijkvormigheid dringt meer en meer de kerk binnen. In orthodoxe kringen is de prediking gebonden aan een geestdodend systeem en het toelatingsbeleid in het geheel van de Gereformeerde Gemeenten heeft de bloei van deze kerken geblokkeerd en een stroom van uittredingen op gang gebracht.
In het geheel van de kerk is een secularisatie in gang gezet, waardoor de kerken langzaam maar zeker leeglopen. Die leegloop weet tot nu toe niemand, ook nieuwe generaties predikanten niet, tot staan te brengen. Onze kerkelijke uitspraken zijn aan onze isolementen gebonden, zodat ons spreken geen reikwijdte meer heeft om voor de wereld richtinggevend te kunnen zijn. En een christelijke cultuur die die naam mag dragen, is op sterven na dood.
Ondergang
Het is klaar en duidelijk: het oordeel dat Mallan en Van 't Hek verwachten is allang en wel van de kerk uit begonnen. De kerk zelf lijdt reeds onder de gevolgen daarvan, terwijl de wereldlijke beschaving, van God losgeraakt, zich verder rijp maakt voor haar ondergang. Bedenk eens wat een bloeiende kerk en christelijke cultuur we gehad zouden hebben wanneer we de Geest niet hadden geblokkeerd, maar de ruimte gegeven hadden en ons op tijd eerlijk hadden willen laten reformeren door de Schrift. Ik zou niet durven voorspellen wanneer de oordelen die de kerk teisteren zullen ophouden. Al stemt de hardnekkigheid waarmee ieder aan zijn eigen eenmaal ingenomen standpunten vasthoudt niet hoopvol. Juist deze onbuigzaamheid zou erop kunnen wijzen dat we in de kerk voorlopig nog niet aan het einde zijn van de oordelen die haar verwoesten. Die houden pas op als we ons collectief schuldig zullen kennen en, de handen ineenslaand, onvoorwaardelijk tot de Schrift terugkeren.
Dr. Bert Hofman is neerlandicus en is essayist. Hij is afkomstig uit bevindelijk-gereformeerde kring.
Ben benieuwd wat jullie hiervan vinden (met name het eerste gedeelte). Ik weet niet zo goed wat ik er mee aanmoet.