Op Refoweb werd een vraag gesteld over het ontslag van enkele docenten vanwege de overdoop. Ds. N. den Ouden geeft een antwoord waarin ik me grotendeels kan vinden. M.n. deze passage wil ik graag met jullie delen:
ds. N. den Ouden schreef:Juist bij het onderwijs-geven is het denken over Gods verbond van groot belang. Hoe zie je de leerling? Hoort hij/zij helemaal bij de gemeente van God, of niet? Ik vrees dat het verbond van God in de gereformeerde gezindte erg onderschat wordt. Dan wordt het ook nauwelijks als schokkend ervaren, als mensen daar afstand van nemen en de doop die ze als kind van God ontvingen niet ernstig nemen, enz. In het algemeen hangt het verbond van God er maar een beetje bij. Maar juist als we bijbels-verbondsmatig denken, zien we dat God de eerste is, die Zijn handen naar ons uitstrekt; dat Hij Zijn beloften aan ons en onze kinderen bezegeld en bekrachtigd. Enz. Dan is dat iets wat we niet zomaar kunnen relativeren.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)