Alhoewel twijfel ongeloof is, en als zondanig zonde, en we er dus tegen moeten strijden, denk ik dat het één van de kenmerken van een waar geloof is. En dan bedoel ik niet zozeer twijfel, maar eigelijk meer onrust. De onrust waar Augustinus van spreekt, de onrust waar vdZwaag over spreekt in de eerste hoofdstuk van zn boek. Als een mens niet kan spreken over de beleefde onrust, heb ik ernstige twijfels bij zijn gevonden rust.Iets anders is het als er een cultuur ontstaat waarin iemand die niet twijfelt wordt versleten als dwalende met zijn juichend christendom terwijl tegelijkertijd de twijfel wordt beschouwd als eigenlijk nog niet zo slecht want wie twijfelt eigen zich tenminste niets zomaar toe.
Moeten we daarom maar altijd onrustig zijn, is zekerheid daarom iets raars, iets onwerkelijks? Verre van dat! Zekerheid is er zeker, en zeker is er ook meer dan alleen gevoelszekerheid. Echter, zelfs een verzekerd mens kent zn schommelingen, en struikeld bij tijden. Met verzekerde christenen is niets mis, wél met christenen die Christus niet meer nodig hebben (en dan bedoel ik: niet meer nodig hebben, omdat ze 'er al zijn').
Ik zou dus als hoofdkenmerk van een ware christen willen geven: een mens die Christus nodig heeft, en nodig blijft hebben.
Hier kan ik het mee eens zijn. Ik bedoelde dat onbewuste alleen mbt punt 1 (mijnen) en 2 (kindschap). Ik denk dat punt 3 (vertrouwen) en punt 5 (willen geloven) altijd bewust aanwezig zijn. Het is idd beter om te spreken over klein vs groot geloof.Ik bedoel maar: ook het allerkleinste geloof zal, ondanks dat het zoveel niet begrijpt en ondanks dat er zoveel duister is, toch iets van Gods zondaarsliefde in Christus kennen.
Christus is hen dierbaar geworden in de verkondiging van het heilig Evangelie; naar Hem gaat hun hart uit, hoewel ze zichzelf misschien niet eens een gelovige of gerechtvaardigde durven noemen. Dat is dus niet onbewust; maar bewust! Een andere vraag is of zij hetgeen geloof is, ook altijd voor geloof kunnen houden. Maar dan is het spreken over bewust/onbewust mijns inziens een verkeerde terminologie die verwarrend kan zijn; is het niet beter om geheel in de lijn van de Schrift te spreken over een klein en over een groot geloof ?
Dat ik termen als bewust gebruikte, bedoelde ik in relatie tot geloofszekerheid. In het vroege leven drijft men vaak erg op het gevoel, maw: het ene moment is men ten volle verzekerd, het andere moment is men alles kwijt. Tijdens de dieptepunten heeft men geen enkele zekerheid, terwijl de essentie van de zekerheid (nl. het geloof, zich uitend in het smekend gaan tot Christus) wél aanwezig is. Het lijkt wel of het mijnen er dan niet is. Ik wil daarom niet stellen dat het geloof onbewust is, maar dat de beleving van de eigenschappen van het geloof (en dan mn het mijnen) niet altijd even verzekerd beleefd worden