Iets is er, of niet. Kan je spreken van een oprecht uitzien als iets moet? Daarbij is het de vraag of dit woord een Aramese of Hebreeuwse oorsprong heeft. Ik denk het laatste om meerdere redenen en omdat dit in de context het meest voor-de-hand liggend is. Maar zeker weten doe ik dat niet. Het woord krijgt dan nl een andere betekenis.samanthi schreef: Het is een gegeven dat we een Maranatha gemeente moeten zijn, bereid en gereed.
Voor zover het om een verwachting gaat, was dat voor de gemeente van Korinthe (16vs22) (elders komt het woord niet voor) de wederkomst van Christus zoals hij is heengegaan (Hand.1vs11), waarbij de gelovigen Hem tegemoet gaan in de lucht (1Thess4vs17), om met Hem te komen. Dan zal Hij Zijn Koninkrijk op aarde gaan bouwen, openbaren en Zijn Koningschap opnemen (Matth25vs31). (Zie de vele niet-vervulde profetieën). Ook de discipelen hadden de terechte verwachting van de oprichting van het aardse Koninkrijk. Hij was de Koning der Joden en was gekomen voor de verloren schapen van het huis van Israël (Matth15vs24). Dat is waar het in de profetieën om ging, en nog steeds om gaat. De oprichting van het Koninkrijk op aarde, te beginnen bij het huis van Israël, lees de 2, maar ook de 10 stammen.
Wat betreft de Gemeente uit onze tijd, betreft het de Gemeente als Lichaam, die een eenheid is met Christus als Hoofd (Ef2vs16). Als Christus ons Hoofd is, en wij met Hem gezet zijn in de hemel(Efr2vs6), is Hij niet onze Koning. Hij heeft ons in Zichzelf tot een nieuwe schepping gemaakt. De Korinthiers hadden nooit gehoord van de Gemeente in één Lichaam met Christus. Dat is pas in de brief aan de gelovigen van Efeze geopenbaard nadat de verwachting van het aardse Koninkrijk uit beeld was. Jeruzalem en de tempel waren verwoest en het volk was verstrooid.
Dus wat is 'onze' verwachting? Niet zozeer de komst van Christus als ónze Koning, maar als onze Zaligmaker. Christus is, -en wordt eerst- koning over zijn volk Israel, daarna over de rest van deze wereld als de eerste zes zegels voltooid zijn. Wij zullen tZt veranderd worden (Fil.3vs21) en zullen met Hem in heerlijkheid geopenbaard worden(Kol3vs4).