Valcke schreef:Adagio schreef:Bertiel schreef:Misschien dat Adagio daar een toelichting op kan geven
Ik log net weer even in, maar kan dat niet de hele tijd doen vandaag. En verder is maar net wat je lezen wilt.
Het gedeelte van mijn post waarover nu reacties komen, was gevolg van de post van JGW, dat je in de Bijbel niet kunt vinden dat mensen geloven in iemand die zij nog niet kennen. Ik weet niet of Valcke het daarmee eens is. Hij stelt dat de Emmausgangers terdege geloofden, en intussen is in vs. 16 te lezen: “En hun ogen werden gehouden dat zij Hem niet kenden”.
Ik zeg inderdaad dat de Emmaüsgangers terdege geloofden. En ook dat zij Christus tot zaligheid kenden.
Wat jij in vs. 16 leest, gaat over hun lichamelijke ogen, niet over hun geestelijke ogen. In geestelijke zin mochten zij toen zelfs nader onderwijs van Christus ontvangen en werden zij bevestigd in hun geloof.
Het is wel waar dat zij (op dat moment) kleingelovigen waren, maar zij geloofden en kénden Christus als hun Zaligmaker.
Ik zou er niet dat in leggen wat jullie er in willen leggen.
Het is misschien een waarheid.
Maar niet de waarheid van de tekst.
Terwijl ze met elkaar aan het praten en aan het discussiëren waren, kwam Jezus zelf dichterbij en ging met hen mee. Maar hun ogen werden ervan weerhouden hem te herkennen.
Deze twee mannen waren zeer ontmoedigd na de dood van deze grote profeet en leraar. En opmerkelijk genoeg kon zelfs het bewijs van het lege graf deze discipelen niet overtuigen dat hun rabbi tot leven was teruggekeerd (vss. 22–24). Jezus Zelf was er voor nodig om hun ogen te openen voor de noodzaak van de dood en opstanding van de Messias, zoals voorspeld in de Wet en de Profeten (vss. 25–35). De Schrift blijft het Woord van God, ongeacht of we ooit op Zijn beloften vertrouwen of niet, maar er is tussenkomst van de Almachtige voor nodig om ons in zijn boodschap te laten geloven. En dat deed Jezus.