Zeeuw schreef: ↑06 sep 2023, 21:04
...
Het is mooi om argumenten op een rij te zetten, maar uiteindelijk ontneem je kinderen de doop, terwijl het voorbeeld van Abraham duidelijk anders is. Je zal een kindje uit Sri Lanka/Afrika etc zijn. Nee, nee, jij bent niet gedoopt? Waarom niet? Nou, misschien ga je als je 18 bent teug naar je geboorteland. Maar….mag ik van de Heere dan niet gedoopt worden?
...
Volgens mij is dat later teruggaan naar het geboorteland niet de reden waarom de doop soms niet bedientd wordt. Het volgende vond ik op Digibron:
Niet zo vanzelfsprekend
In de loop der tijd is over deze vraag overigens nogal verschil van mening geweest. Er is uitvoerig over gesproken in de synode van Dordrecht 1618/19. Een Nederlandse predikant in Indië had gevraagd of een kind van heidense ouders dat in een christelijk gezin was opgenomen, mocht worden gedoopt. Natuurlijk onder voorwaarde dat de christenen die het kind hebben geadopteerd, beloven voor zijn opvoeding te zorgen.
De vraag kwam binnen toen de generale synode juist bijeen was. De zaak had haast, want de schepen lagen alweer klaar om uit te zeilen naar Indië. In de synode waren de meningen verdeeld.
De professoren, de Zeeuwen, de Friezen en de afgevaardigden uit Utrecht waren samen met de meeste buitenlandse afgevaardigden vóór dopen. Deze kinderen zijn leden van een christelijk gezin geworden en op de ouders rust de plicht om ook voor het geestelijk heil van hun kinderen te zorgen. Ook Abraham kreeg de opdracht de kinderen van door hem gekochte slaven te dopen (Genesis 17 : 12v). Maar de Geldersen en de Hollanders waren met enkele anderen tegen het dopen van heidenkinderen. De doop als teken van het verbond komt alleen toe aan de kinderen der gelovigen. Heidenkinderen staan buiten het verbond en zijn onrein. Menselijke adoptie brengt de goddelijke adoptie niet mee. Geadopteerde kinderen moeten eerst in het geloof onderwezen worden, en kunnen daarna - als ze tot geloof gekomen zijn - gedoopt worden. Deze laatste opvatting verkreeg de meerderheid en zo werd aan de kerk in Indië geschreven. Ze hadden het daar eerst moeilijk mee, en voerden aanvankelijk zelf een soort 'kinderzegening' in: de kinderen werden opgedragen! Op verzoek van de ouders werden ze 'met opleging der handen, in Gods genadige bewaring opgedragen'. Later heeft men zich bij het besluit van de Dordtse synode neergelegd (zie Rondom het Doopvont, biz. 361-363).
Wilhelmus a Brakel stelt in De Redelijke Godsdienst dat door christelijke ouders geadopteerde kinderen niet gedoopt mogen worden 'want de aanneming maakt niet dat ze in het verbond geboren zijn'.
Als uitgangspunt voor de doop van kinderen is lange tijd gehanteerd dat moest 'vaststaan, dat het te dopen kind een kind des verbonds is'. Als bijvoorbeeld bekend was dat de ouders of grootouders christen waren, werd de doop bediend. De taak om vast te stellen of een kind inderdaad een kind des verbonds was 'werd gesteld in de discretie van iedere kerk, om hierin te volgen de stichtelijkste voet', zo werd in 1620 in Gouda besloten. Prachtig geformuleerd, maar niet eenvoudig in praktijk te brengen! Wat moet een kerkenraad als van de herkomst van het kind niets bekend is?
Standpunt herzien
Later hebben de kerken van gereformeerd belijden hun standpunt herzien. De Christelijk Gereformeerde Kerk in Amerika heeft in 1930 besloten 'dat kinderen, geboren uit ongelovige ouders, maar die aangenomen worden door gelovigen, gedoopt mogen worden'.
In 1963 werden door de Gereformeerde Kerken in Nederland wettig geadopteerde kinderen op één lijn gesteld met eigen kinderen van ouders, waarmee belemmeringen voor de doop waren weggenomen.
In 1965/66 bepaalden de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland: 'Kinderen die door leden van onze kerken wettig geadopteerd zijn, hebben recht op de heilige doop en behoren gedoopt te wezen'.
En tenslotte sprak de synode van de Gereformeerde Gemeenten in 1986 uit: 'Indien het betreffende kind uit het buitenland afkomstig is, zal de doop bediend mogen worden indien en zodra hetkind krachtens uitspraak van de bevoegde rechter in het land van herkomst ter adoptie in het gezin van de adoptieouders is opgenomen. Indien het betreffende kind uit Nederland afkomstig is, zal de doop bediend mogen worden indien en zodra de bevoegde rechter de adoptie heeft uitgesproken'.
Het dopen van geadopteerde kinderen lijkt in de gereformeerde gezindte nu algemeen aanvaard.