Luther schreef:Het voorbeeld dat @Valcke noemde uit Ps. 147: 10 begrijp ik niet helemaal. Er staat n.b. een voetnoot bij.
HSV: "Hij vindt geen vreugde in de kracht van het paard, Hij schept geen behagen in de spierkracht van de man."
Bij spierkracht staat een voetnoot: spierkracht - Letterlijk: benen.
Kortom: voor de gewone HSV-lezer gaat er niets verloren hier. De betekenis van 'benen' is hier duidelijk overdrachtelijk. Er wordt bedoeld de (spier)kracht van de man; dat blijkt uit heel de context. Letterlijke vertaling levert Nederlands op dat anno 2018 helaas verkeerd wordt verstaan, alsof het om mooie/aantrekkelijke benen zou gaan.
Als letterlijke vertaling betekent dat er verkeerd wordt verstaan - dan zij dat maar zo. In de meeste gevallen is het mijn overtuiging dat je dan echt het oorspronkelijke beeld moet laten staan. Anders misken je dat de Bijbel geschreven is in zijn eigen tijd, gericht op eigen publiek, die deze beeldtaal heel goed begrepen.
Dat de Bijbel vervolgens
bedoeld is als een boek voor alle eeuwen, is iets anders. Deze uitdrukking over de benen van een man vraagt om uitleg. Thuis als ouders aan kinderen, in een uitleggedeelte in de Bijbel, in een commentaar en in de prediking. Vertel dan maar wanneer de Bijbel geschreven is, wat ze toen bedoelden met 'de benen van een man', en welk beeld wij vandaag zouden gebruiken om hetzelfde te zeggen.
Dat proces van uitleg om afstand te verkleinen, zal altijd blijven bestaan, omdat we nu eenmaal een Bijbel hebben van duizenden jaren oud. Het is echt mijn overtuiging dat je dat vertalend niet kan en niet mag oplossen. Een Bijbel zonder uitleg was voor de moorman al onmogelijk (door de diepere lagen van profetie en metaforen), maar is door de tijdskloof voor ons helemaal ondenkbaar.
Daarom voel ik ook niet met je mee rond dit voorbeeld, evenmin als met het 'rusten' van de ark bijv.
Een heel andere vraag is of dit soort zinnen in gewone, verstaanbare taal beschikbaar moeten zijn. Dat lijdt voor mij geen enkele twijfel. Evenmin als het grote probleem van verstaanbaarheid van de Statenvertaling. De discussies daarover kan ik steeds minder goed volgen. Momenteel lees ik in de profeten en die hoofdstukken vind ik al erg moeilijk te begrijpen. Terwijl ik hoogopgeleid ben, van taal houd en de grondtalen (min of meer) beheers. We hebben met de Statenvertaling goud in handen, een kostbare schat die nooit verloren mag gaan - maar niet een vertaling voor de 21e eeuw.
Ongetwijfeld zal er met uitleg heel wat op te lossen zijn en wordt er in (met name hoogopgeleide) gezinnen echt nog wel wat begrepen - maar na al die eeuwen is er echt een nieuwe vertaling nodig.
Zo word ik eveneens wat moedeloos van de eindeloos durende SV-HSV-vergelijking. Het aanvallen en/of verdedigen van de SV of HSV; je kunt er pagina's mee vullen. Stuk voor stuk overigens heel nuttige discussies, die ik met interesse volg en waar ik (ook op dit forum) veel van leer.
Maar het is voer voor theologen, kenners van de grondtalen en liefhebbers. Niet voor jongeren, die door de bomen het bos niet meer zien. Niet voor heel veel ouderen, die verlangen naar een verstaanbare Bijbel.
Ik denk dat we met de HSV een redelijke vertaling hebben liggen -zonder twijfel een betrouwbare weergave van Gods Woord- maar niet het beste wat mogelijk is, gelet op trouw aan de brontaal en tegelijk 21e-eeuwse verstaanbaarheid. Een van de oorzaken zou zelfs de poging geweest kunnen zijn om er een SV 2.0 van te maken. Maar we kunnen dat uitgebreid concluderen met veel voorbeelden, of het werk ter hand nemen om voor het nageslacht een betrouwbare 21e eeuwse vertaling te schrijven. Die zal ongetwijfeld minder lang houdbaar zijn dan de SV dat geweest is. Onze wereld verandert nu eenmaal steeds sneller, en daarmee ook de taal. Maar dat geeft niet. God houdt Zijn werk in stand en een heel belangrijk onderdeel daarvan zijn ook altijd weer nieuwe vertalingen van Zijn Woord. In onbekende talen en dialecten, maar ook in onze eigen, veranderde moedertaal.
Wat mij verdrietig maakt, is de teneur dat zoiets onmogelijk zou zijn in onze tijd. Ik vind dat onbegrijpelijk. En er schuilt in die gedachte ook iets van ongeloof en ondankbaarheid. We hebben meer inzicht in de grondtalen dan eeuwen terug en er is bijv. via de computer ook veel meer mogelijk aan vertaalhulpen dan honderden jaren geleden. Was de tijd toen geestelijk rijker? Ongetwijfeld. Maar dat dát als argument gebruikt wordt, waarmee nu een nieuwe vertaling niet van de grond komt, vind ik vooral een
uiting van onze geestelijke armoede. Soms lijkt het vooral onwil. Of de angst om iets te verliezen. Dat laatste begrijp ik, gezien het 'monument' dat we met de SV kregen. Maar zouden we echt niet mogen vertrouwen op de God van het Woord, die met Pinksteren Zijn Geest uitstortte - gepaard met een talenwonder? Opdat iedereen Zijn grote werken zou horen in de eigen taal.
Het leest een beetje als een hartenkreet, merk ik. Eigenlijk is het dat ook wel.