L.M.P. Scholten
Vier mannen uit Libië (3)
De gedenkwaardigste gebeurtenis in het leven van Simon van Cyréne is ongetwijfeld geweest dat hij gedwongen werd het kruis van Christus naar Golgotha te dragen. Door elk van de vier evangelisten is het beschreven. Om tot een juist begrip van de zaak te komen, laten we hun getuigenissen hier in hun geheel volgen.
Matth. 27:32 - En uitgaande, vonden zij een man van Cyréne, met name Simon; dezen dwongen zij dat hij Zijn kruis droeg.
Mark. 15:21 - En zij dwongen enen Simon van Cyréne, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus dat hij Zijn kruis droeg.
Luk.23:26 - En als zij Hem wegleidden, namen zij enen Simon uan Cyréne, komende van den akker, en legden hem het kruís op, dat hij het achter Jezus droeg.
]oh. i9:16, 17 - En zij namen Jezus en leidden Hem weg. En hij dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha.
Gedwongen
'En zij dwongen', zo schrijven Matthéüs en Markus. Zij, dat zijn dus de Romeinse krijgsknechten. Uit het woord 'dwingen' mogen wij niet afleiden dat Simon zich verzet heeft. Het Griekse woord dat beide evangelisten gebruiken, heeft een speciale betekenis. Het komt maar driemaal in de Schrift voor: in deze twee plaatsen, alsmede in Matth.5:41, waarnaar onze vertalers in een kanttekening verwijzen. Bij de laatst genoemde tekst verklaren zij in een kanttekening: 'In het Grieks wordt een Perzisch woord gebruikt, waardoor betekend wordt een hofdienst, waartoe de onderzaten gedwongen werden om de lasten der herenboden te dragen, of daartoe hun ezels, enz., te lenen en te drijven.' Het was eenvoudig een vordering, een dwangbevel van de bezettende macht, hier vertegenwoordigd door de hoofdman der soldaten, dat Simon maar op te volgen had.
Tegenstriidig?
Maar hoe is dat dan metterdaad gebeurd? Ogenschijnlijk lijken de evangelisten elkaar tegen te spreken. Johannes zegt dat Christus Zijn kruis droeg naar Golgotha. De andere drie evangelisten spreken daar niet van, maar zeggen dat Simon van Cyrene het kruis droeg. Johannes noemt Simon niet. Om dit verschil te verklaren zijn door de eeuwen allerlei oplossingen aan de hand gedaan. Het heeft weinig zin deze alle te bespreken. Een gedacht die veel aanhang heeft, vinden we als volgt uitgedrukt in een kinderbijbel: 'Elke schrede gaat Hij langzamer vooruit. Hij is uitgeput door al wat Hij reeds doorstaan heeft, elk ziet het Hem aan. Hij kan niet meer Dadelijk zal Hij bezwijken.En dan grijpen de soldaten in, want de kruisiging moet door kunnen gaan, en daarom wordt een willekeurige voorbijganger gedwongen het kruis over te nemen en verder te dragen naar Golgotha.
Veel mensen zijn verbaasd als hun gezegd wordt dat van dat bijna bezwijken onder het kruis niets in de Schrift te vinden is. Isaac Da Costa neemt krachtig stelling tegen deze voorstelling en schrijft ze toe aan roomse invloed. Da Costa: 'De protestantse kunst heeft, in navolging van de roomse, nog altijd de gewoonte de Heere voor te stellen als bezwijkende onder het gewicht van Zijn kruis. Niets is echter meer onwaar dan de Heere in deze onwaardige houding voor te stellen. De Heere bezwijkt niet onder Zijn kruis. Hij Die door de engel versterkt werd om niet te bezwijken in Zijn bovenmenselijk lijden, hoeveel te minder in zijn menselijk lijden!'
Vastgebonden
Wij weten uit ongewijde historiebronnen dat het onder de Romeinen gebruikelijk was, dat zij die tot de kruisdood veroordeeld waren, zelf hun kruis moesten dragen naar de plaats van terechtstelling. Da Costa beschrijft dat het kruis gewoonlijk vastgebonden werd op de rug van de veroordeelde, opdat het niet van zijn schouders zou glijden of afgeworpen zou worden.
Het laat zich verstaan dat een dergelijke meer dan manshoge paal zeer zwaar was om alleen te dragen, nog eens extra omdat het achterste gedeelte van het kruis over de weg sleepte. Het zal daarom wel vaker voorgekomen zijn, dat iemand aangewezen werd om het achtereinde van de paal op te nemen en zo achter de kruisdrager aan te lopen. Dat was dan niet zozeer uit medelijden, als wel om de tocht te bespoedigen.
De evangelisten spreken elkaar dus niet tegen, maar vullen elkaar aan. Christus heeft Zijn kruis gedragen tot aan Golgotha (Johannes). Daarbij heeft Simon meegedragen volgens de andere evangelisten.
Da Costa zegt daarbij: 'Gij qevoe1t ook dat hoger gezien, de Heere Zich het kruis niet laat afnemen, om het door een ander te laten dragen, maar wel wil Hij dat men gemeenschap heeft met zijn kruis.'
Het kruis opnemen
In dat verband wijzen we op iets opmerkelijks. Mattheüs en Markus gebruiken hier niet het gewone Griekse woord voor'dragen', maar een woord dat eigenlijk 'opnemen' betekent. Zoals ook in kanttekening 28 op Matthéüs wordt gezegd. Simon van Cyréne moet het kruis opnemen.
Dat is een rechtstreekse verwijzing naar hoe de Heere meermalen gesproken heeft over het kruis opnemen. Zo iemand achter Mij wil komen die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij, Matth. 16:24, en vergelijk daarmee Mark. 8:34, 10:21 en Luk. 9:23. Steeds vinden we daar en ook in de grondtekst dezelfde uitdrukking 'zijn (of het) kruis opnemen'.
Het kruis was zinnebeeld van de smartelijkste en smadelijkste ondergang. Daarop moesten degenen die Ziin discipelen wilden zijn, naar het woord des Heeren, maar rekenen. Dagelijks zelfs, naar Luk. 9:23. Het ware christenleven is een dagelijks kruisdragen.
Toonbeeld
Simon van Cyréne is alzo gesteld als het toonbeeld van de gemeenschap van het lijden van de discipel met zijn Heere. Merkwaardigerwijs déze onbekende Simon; niet die andere Simon, een van de twaalve, die nog zo kort geleden had gezegd: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen.
Door de achterzijde van Christus' kruis op te nemen kwam Simon van Cyréne in onmiddellijke betrekking tot de Heere. Het meedragen van het kruis was het meedragen van Zijn smaadheid, een uitgang buiten de poort, buiten de legerplaats, Hebr. 13:12 en 13.
Maar Simon heeft niet meegedragen de last van de volle toorn Gods tegen de zonde van het menselijk geslacht, net zo min als de engel in Gethsémané. In dat opzicht geldt 'Ik heb de pers alleen getreden en er was niemand van de volken met Mij'.
We citeren nog eenmaal Da Costa: 'Het kruis was tussen hem en de Heere de rechte lijn van de gemeenschap. Simon moest nu volgen, waar de Heere Jezus voorging. Welk een liefelijk symbool of zinnebeeld is dus Simon
van Cyréne voor de kerk des Heeren van alle tijden. Ziet men niet uit alles, dat de Heilige Geest in de heilige geschiedenis overal eeuwige gedenktekenen van Zijn tegenwoordigheid gesteld heeft?'
'Zonder het kruis is er geen band tussen ons en de Zaligmaker; of hetgeen hetzelfde is, tussen ons en de zaligheid. Als Christus het kruis niet had gedragen, wij zouden geen verlossing hebben uit de eeuwige nood, de eeuwige dood; maar nu Hij het gedragen heeft
voor ons en ons voorgaande, nu kunnen wij deel verkrijgen aan Zijn kruis door de hand aan het uiterste deel er van te slaan en het een eind weegs de Heere na te dragen. Want niet Simon van Cyréne, maar Jezus moest op dat kruis sterven. Toen zij aan Golgotha gekomen waren, werd Jezus gekruisigd, en was Simon vrij.'