DDD schreef:@Simon:
Jezus heeft zelf gezegd dat de slaaf niet meer is dan zijn meester. In de Statenvertaling staat dat de dienstknecht niet meerder is dan zijn heer. Dat ging blijkens de context over zijn discipelen en allen die door geloof in Hem hen zouden opvolgen. Het is geen bijbeluitleg om aan een andere beeldspraak uit een ander bijbelgedeelte dat iets anders wil zeggen zulke conclusies te verbinden als jij doet.
Als iemand uit een bijbelgedeelte iets concludeert wat je niet bevalt is het niet de oplossing om te zoeken naar een tekst waarin hetzelfde woord in een omgekeerde betekenis voorkomt. Het gaat om de strekking van de tekst, niet om gebruikte beeldspraak, tenslotte.
Het gaat me niet om wat niet bevalt, maar er stond iets in dat artikel, wat een verdraaiing van een bijbeltekst was.
Een wereldse slaaf staat natuurlijk niet boven zijn meester, maar daar gaat het niet om.
Eenmaal IN Christus zijn wij geen slaven meer, maar deel van één Lichaam.
HIJ het Hoofd, wij het lichaam.
Bouwstenen van een geestelijk hiuis, waarvan Hij de eerstgelegde hoeksteen is.
1 Petrus 2:5 leert ons: “en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis”. Wij als gelovigen zijn de bouwstenen van het huis, wij zijn het zichtbare gedeelte van het huis, wij zijn de uitstraling van het huis. God wil ons gebruiken om Zijn liefde, Zijn vergeving, Zijn Redding te weerspiegelen. De gemeente is een huis. Gods Woord is het fundament / Christus is de hoeksteen / Wij zijn de levende bouwstenen.
Efeze 2:19: “Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en de profeten,…”
Nu kan het zijn dat het woord slaaf na al die eeuwen van uitbuiting, natuurlijk zo'n negetieve lading heeft gekregen, dat we ons niet meer voor kunnen stellen dat er ook blije slaven zijn
Maar desalniettemin blijf ik dwang proeven, wanneer het woord slaaf valt, en Liefde kent geen dwang, dus daar wringt het ietwat.
That's all .
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -