Opdat wij niet vergeten.
Na de bevrijding van Nederland van de Duitse overheersing werd er door de overheid verzocht, om een dankdag of herdenking te houden in de kerken in Nederland. Ook in Rijssen werd door ds. Lamain een 'gedachtenispreek' gehouden.
Ik vond deze vanavond als een 'leesdienst' op internet. Het was, mijn ouders waren toen in de kerk, een zeer indrukwekkende dienst. Vaak hebben mijn ouders ons op deze dienst teruggewezen. Nu is dan nadat het in brochurevorm is verschenen ook te beluisteren door iemand die het hier voorleest.
https://www.youtube.com/watch?v=ZdyPfcsV5Q4
Deze preek is tevens opgenomen in het boekje met preken van ds. Lamain uit Rijssen en Rotterdam, twee delen: DE BANIER DER VOLKEN. De preek staat in Deel 2.
De twee deeltjes zijn uitgegeven door Boekhandel De Roo te Zwijndrecht.
Onder de preek staan enkele gebeurtenissen uit het laatste oorlogsjaar, toen er in de stad verschillende ingrijpende gebeurtenissen plaatsvonden. (uit het voorwoord van de brochure).
Wat een leed en wat een droefheid maakt de Rijssense bevolking in de laatste oorloogsmaanden mee. Een weduwe, een godvrezende vrouw, verliest haar man en twee zonen. Ds. W.C. Lamain probeert waar mogelijk mee te leven. “We hebben de hele middag doorgebracht in dat gezin en met die bedroefde familie meegeweend, daar de smart zo groot was.
Eind maart vinden er binnen een week enkele ingrijpende gebeurtenissen plaats.
Het begint op een donderdag, als er bij een bijzonder bombardement vier werknemers van de jutefabriek van Ter Horst om het leven komen: Egbert Baan, Mannus Smalbrugge, Jannes Strokap en Gerrit Hendrik Averesch (van de ‘Akke’). Laatstgenoemde is nog maar 36 jaar oud en laat een vrouw en vier kinderen achter. Hij moet nog begraven worden als de laatste zondag van de maand aanbreekt. Ds. Lamain: “Het was op zondagavond 25 maart 1945 in Rijssen, dat de Heere me onder het zingen van het laatste vers bekend maakte dat er spoedig iets vreselijks zou gebeuren. Ja, dat er ook slachtoffers zouden vallen in onze eigen gemeente. Voor ik de zegen uitsprak heb ik nog een korte toespraak gehouden tot de gemeente. Ik deelde hun mee, wat er in mijn hart was gekomen. Dat er mensen in de kerk zaten, die er die dag voor het laatst zouden zijn!
We hebben de gemeente nog gewezen op de noodzakelijkheid om voor- en toebereid te worden om voor God te verschijnen.
Ik eindigde de dienst met de woorden: Ontvang de zegen des Heeren, die ik in Zijn Naam op u leg.