DDD schreef: ↑04 aug 2023, 22:48
Wat is het verschil?
Help jij me maar
J.G.W. zegt: Christus is de heiligmaking van de gelovige. Dus geen wettische heiligmaking of werkheiligheid achteraf. Maar wandelen in de goede werken die God heeft voorbereid.
Als je zegt: christus is de heiligmaking, dan zie ik dat als en identiteit, een staat/status?
Bij evangelische heiligmaking denk in de richting van iemands indentiteit (Gods kind is heilig in Christus) en de voortgaande heiliging? Maar weet niet hoe ik het moet zeggen. beetje zoals de engelse catechismus het zegt: Heiliging is het werk van Gods vrije genade (2 Thessalonicenzen 2:13), waardoor we vernieuwd worden in ons hele wezen naar het beeld van God (Efeziërs 4:23, 24) en steeds meer in staat worden gesteld om te sterven voor de zonde en te leven voor gerechtigheid (Romeinen 6:4, 6; 8:1).
Johann Gottfried Walther zegt het één, maar noemt ook het ander. Wandelen in de goed werken die God heeft voorbereid. Dat vind ik mooi en dat bedoeld ik. Het wandelen is actief en onderhevig aan ups en downs.
Dat andere, wat hij eerst zegt niet. Als je zegt: Christus is mijn heiligmaking, ik heb gezocht, dat komt niet in de Bijbel voor.
Kan jij het ontwarren? Tis ook gewoon omdat ik dit helder wil hebben voor mezelf. Hoe verhoudt zich dit tot gestorven zijn met Christus en het opstaan in Hem en het nieuwe leven leiden. Ik luisterde deze een preek van ds. Stelwagen hierover en dat was heel duidelijk. Maar hij stopte daar waar ik meer over wilde leren: het opstaan in Hem (in nieuwigheid van leven wandelen) "Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders,
alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden."
Ik heb het idee dat maar weinig preken gaan over het "wandelen in nieuwigheid des levends". Dus alle input is welkom.