Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

-DIA-
Berichten: 32746
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door -DIA- »

Bij wat nalezen via digibron stuitte ik op een serie artikelen in het Gereformeerd Weekblad uit 1951.
Deze artikelen zijn nu weer hoogst actueel, en we zien tegelijk, dat, wat nu speelt niet nieuw is, maar altijd weer opnieuw de kop opsteekt. Ik meen dat het goed zou zijn de artikelen die toen in 1951 actueel waren nogmaals te overdenken en dan zien dus duidelijk de parallel met nu (prof. vd Brink)
De artikelen zijn geschreven door ds. van der Haar, destijds een bekend predikant in Gereformeerde Bondskerken.
De originele tekst (met veelal nog de oude spelling) kunnen we vinden via digibron.nl, en dan zoeken in Gereformeerd Weekblad, een blad dat destijds verscheen binnen de Gereformeerde Bond in de NHK.

De bevinding in het geding (1).
Voor mij ligt een klein boekje, bij H. Veenman en Zonen te Wageningen verschenen, en geschreven door de Groninger Hoogleraar: Prof. dr. Th. L. Haitjema, welk boekje tot titel voert: „Prediking des Woords en bevinding".

Het is mee n.a.v. dit jongste geschrift van deze hoogleraar, dat ik enkele opmerkingen zou willen maken over de bevinding.

Want deze is momenteel weer volop in het geding. Daarover wordt geschreven en gesproken in kringen, waar men tevoren er weinig of in het geheel geen aandacht aan placht te wijden. In deze belangstelling zit iets, dat ons verheugen moet. Want we zijn het er in onze kringen nog wel over eens, dat een zekere bevinding van de weg des heils niet kan gemist worden; dat er iets „gekend" dient te worden, persoonlijk, onderwerpelijk, van hetgeen voorwerpelijk in Schrift en prediking ons wordt voorgesteld.

Hoewel, het merkwaardige doet zich voor, dat onder ons, mede waarschijnlijk vanwege de invloed, die van de werkgroep rondom dr. J. G. Woelderink is uitgegaan, er een toenemende neiging openbaar komt, om zich van een bevindelijke prediking af te wenden. Verschillende, tevoren als Gereformeerde Bonds-predikanten bekende personen gaven hierin helaas aan hun volgelingen een voorbeeld. En dat, terwijl aan de andere zijde, juist in niet-bonds-kringen er een gemis aan en verlangen naar bevindelijkheid aan de dag treden.

Met name als confessioneel, van oudsher, bekend staande gemeenten klagen steen en been over de koude, voorwerpelijke prediking die hun telkens weer wordt opgediend. Ja, men spreekt zelfs van “stenen voor brood".

Prof. Haitjema spreekt in z'n brochure - tevoren als referaat gehouden in een vergadering van de Confessionele vereniging - openlijk uit (pg. 5), dat „de laatste jaren al meermalen" op vergaderingen, bij de discussie, hem bleek, „dat er wat haperde aan de verhouding tussen het oudere deel der gemeente en de meestal jongere predikant in de praktijk van zijn werk van „herder en leraar" in die gemeente". Oudere confessionele predikanten kwamen zelfs bij de hoogleraren der verschillende theologische faculteiten (Leiden, Groningen, Utrecht en Amsterdam), hun hart eens uitstorten over dit toenemend gebrek aan aansluiting tussen de geestelijke ligging in het gros der zich „confessioneel" noemende gemeenten en de doorsnee-prediking van vele jongere dienaren des Woords".

Bij dit verontrustend verschijnsel voor vele confessionele gemeenten zelf kwam dan nog een, om zo te zeggen, kerk-politiek gevaar. Prof. Haitjema. zegt-ervan: (pg. 6) „Deze deputatie klaagde erover, dat verschillende gebieden onzer Kerk hoe langer hoe meer dreig(d)en verloren te gaan aan de ultra-prediking der ziekelijke bevindelijkheid, omdat men de doorsnee-prediking van niet weinige jongere predikanten van confessionele huize zelden slechts als een uitdragen van de volle raad Gods der verlossing vermocht te horen". Deze hoogleraren zijn er natuurlijk van geschrokken, dat het gevaar al groter wordt „van een al-meer-sektarisch worden van bepaalde gebieden in ons Hervormd-kerkelijk leven".

Hier willen we de aanhalingen even onderbreken, omdat er toch wel in bovenstaande uitspraken één en ander om nadere verantwoording vraagt.

En dan is het zeer te betreuren, dat de Groninger Hoogleraar, prof. Haitjema zo uit de hoogte over deze toenemende invloed van de (sic) ziekelijke bevindelijkheid spreekt. Het is - in dit verband - maar de grote vraag, wat gezonde en wat ziekelijke bevindelijkheid mag heten. Ook uit het verdere verloop van prof. Haitjema's referaat draagt het er alle schijn van, dat alle geref. bonds-prediking, voor zover een bevindelijke inslag vertonend, met het etiket „ziekelijk" wordt voorziend en dat deze groep van de Geref. Bond zich ermee tevreden heeft te stellen, volgens Prof. H Haitjema, meer tot het „sekte-type" te behoren, dan werkelijk bij de, of beter: in de Ned. Herv. kerk te behoren. Deze benaming van „sekte", als scheldnaam, is al heel oud, ook in des professors mond, als ik me niet vergis, maar kan ook als een erenaam worden geduid, wanneer we denken aan het bijbels woord, dat het volk, de Kerk des Heeren altijd een weersproken sekte zal vormen in deze wereld. Maar, al is dat laatste waar, zo hebben we toch onze bezwaren tegen deze voorstelling.

Want nu stelt de hoogleraar het zo voor, dat de confessioneel een gezonde, verbonds-matige (pg. 7) prediking voorstaat, en dat de Geref. Bonds-prediker zit in de hoek van de „ultra-Gereformeerde bevindelijkheid". Dit is toch wel een zeer karikaturale voorstelling der zaak. Want de Confessie houdt zich niet alleen bezig met het Verbond, maar terdege ook met het innerlijke leven, met de geestelijke doorleving van dat Verbond, in de weg van wedergeboorte en bekering, waarop de verbondstekenen ons wijzen.

En daarom kunnen we geen genoegen nemen met een „ruime voorwerpelijkheid der prediking" en „een ruime doopspraktijk", zoals prof. Haitjema die, pg. 7, blijkt te begeren.

De bevinding in het geding (2).
Tot de karikatuur-voorstelling. door Prof. Haitjema in zijn brochure („Prediking des Woords en bevinding") inzake de confess. en geref. bondsprediking behoort dan ook het tegenover elkaar stellen van: a. het benadrukken van 's mensen verantwoordelijkheid tegenover Gods belofte er. eis; en b. de mentaliteit van het „och, mocht het mij eens komen te gebeuren" (pg. 7). a. zou dan het confess., b. het ultra-bevindelijke, Geref. type vertegenwoordigen.

Nu is het tegenwoordig een alom hoorbare klacht, dat ook confess. predikanten zoveel gezangen laten zingen, dat de Psalmbundel in de verdrukking komt. Maar het is voor, wat prof. H. noemt: „de klassiek-confessionele prediker" natuurlijk wel een steen des aanstoots, te moeten laten zingen: (uit Psalm 32, berijmd) „Welzalig is de mens, dien het mag gebeuren, dat God naar récht hem niet wil schuldig keuren!"

Het is, als ik het goed zie, wel de grootste nood van de kerk in onze dagen, dat men geen oog en oor meer heeft voor die mensen, die werkelijk leren klagen: „och!" en „mocht!", niet om in die klacht te verstarren en te verstenen, maar om in die klacht licht en leiding uit het Woord, het gepredikte Woord te ontvangen, en in de zielzorg verstaan te worden. Want als dat wel het geval was, dan zou veler prediking aan deze waarachtige nood van Gods kerk niet kunnen voorbijgaan, en dan zou zakelijk gesproken worden van het Ene Nodige, om een werkelijk bekommerde vanwege z'n zonde heen te wijzen naar de Borggerechtigheid van onze Heere Jezus Christus.

Helaas, het moet grif worden toegestemd, dat velen och! en mocht! noemen en roepen als term, en dode uitvlucht, om zich achter te verschansen, om rustig voort te gaan in eigen, zondig leven van ongeloof en wereldzin. Maar wat al niet term en dode uitvlucht kan zijn. Dat neemt het Schriftuurlijke niet weg van hetgeen Gods Geest Zelf leert zuchten en kermen in Zijn leerschool. Want voor de ware bevinding zijn we op Hèm aangewezen: Die zal u alle dingen leren, en indachtig maken. Hij werkt het geloof, in de weg van wedergeboorte en bekering. En zo wordt het geloof ontvangen en beoefend als een gave Gods. En dat niet uit u, het is Gods gave. In de bevindelijke prediking wordt dit duidelijk voorgesteld, en het ware geloof van het valse, naam-en historisch-geloof onderscheiden, zodat niet een ieder schier aan het H. Avondmaal getrokken wordt. Alleen waar men niet een bevindelijke kennis van het waar, zaligmakend geloof bezit, kan men zo vijandig zich richten tegen mensen, die, wanneer gewezen op de éis des geloofs. in waarheid of geveinsdelijk verzuchten: „och. mocht me dat geschonken worden!"

Bovendien, het zou door prof. Haitjema en alle bestrijders van de bevindelijkheid, zoals we die bij de Hervormers en in de nadere Reformatie aantreffen, bewezen moeten worden, dat in de zgn. ultra-Geref. prediking de verantwoordelijkheid van de mens. alsook de waarachtigheid van Gods eis en belofte niet gepredikt worden. Ook hier alweer, ik geef het toe, zijn uitwassen, die zeker niet vrij te pleiten zijn van een zekere ziekelijkheid - die ik inmiddels prefereer boven die gewaande gezondheid en zelfgenoegzaamheid, terwijl het wezen der zaak gemist zou worden! - Het komt inderdaad voor, dat de eis en belofte van God verzwegen worden, en dat een prediking of oefening uitsluitend volstaat met een wens, een verzuchting: mocht de Heere het heiligen aan uw hart, of: mocht Hij u dit schenken uit genade! Hoe waar deze wens, en hoe gemeend deze verzuchting ook kan zijn, als daarmee volstaan wordt ontbreekt er toch zeer bepaald iets, ja veel in de bediening des Woords, namelijk de oproep, de proclamatie des Konings: „Bekeert u en gelooft het Evangelie!"

Maar, al geef ik bovenvermelde mogelijkheid als een hier en daar helaas voorkomende werkelijkheid toe, des te strakker moet ik ontkennen, dat nu in Geref. Bondsgemeenten de eis en de belofte in het geheel niet zouden worden voorgesteld en de gemeente op het hart gebonden.

En als, op pg. 8, tegen het einde van de bespreking der eerste stelling, de Groninger Hoogleraar dan n.b. in dit verband de heilzame bestrijding van het piëtisme uit de hoek van prof. dr. Karl Barth durft te noemen, dan is dat wel een slag in de lucht. Want juist de theologie van Karl Barth heeft de confess. prediking bedorven. Barth en Brunner zouden nadruk gelegd hebben op het: „Geloof alleenlijk". Geloven, zegt prof. Haitjema, d.i. hangen aan het Woord. En men moet weten, dat Barth met z'n schriftleer de vastigheid des Woords ondermijnt. Merkwaardig, dat prof. H. zichzelf verbetert, door eraan toe te voegen: „Geloven, d.i. zich-in-de-lucht-durven stellen, gehoorzamende aan Gods aansprekende Woord". Ziehier het wezen van de quasi-confess., Barthiaanse prediking van onze tijd: men stelt zich in de lucht. Alle vastigheid ontbreekt er ten enenmale aan. Prof. Haitjema komt er onomwonden voor uit. Nu, met zulk een luchtige prediking kan een mens, ook een confessioneel, het voor de eeuwigheid niet stellen. Geen wonder, dat men zich van zulk een dwaalleer afwendt.


De bevinding in het geding (3)
Prof. Haitjema breekt een lans voor de „officiële dienaren des Woords", die, naar de prof. op pg. 8 onderaan, opmerkt, stelselmatig blootstonden aan de meedogenloze kritiek van „steunpilaren der waarheid" uit het kamp der bevindingsvromen. Er zit in al deze uitdrukkingen een giftige bijsmaak van vijandigheid, waarop ik de lezers van ons blad nauwelijks behoef te wijzen. Zelfs spreekt de hoogleraar, pg. 10, van de „onbarmhartige kritiek van Pietje Baltus, de malcontente conventikel-vrome" op dr. A. Kuyper, toen deze nog vrijzinnig predikant was te Beesd.

Prof. H. moge confessioneel heten, hij is toch verre van het bijbels „getuigenis", waarover men het in zijn kringen gaarne heeft. Want als modern prediker viel Kuyper toch zeker onder de wolven, die de schaapskooi zoeken te verscheuren, al dan niet bewust. De Bijbel is nog veel onbarmhartiger dan welk getrouw kind des Heeren (met hoeveel zwakheid overigens behept).

De officiële dienaren des Woords schijnen dankzij dat officiële in hun optreden de waarheid aan hun zijde te hebben, en de conventikel-vromen zijn ' dan, a la Wolf-Deken, de wolven in schaapskleren. Zo keren we de zaak juist andersom.

„Het is gewoonlijk een kritiek zonder barmhartigheid", constateert de professor, pg. 9 boven. Niet alleen op de inhoud der prediking, maar in de grond der zaak op heel de officiële Kerk, waarvan men de dienaar des Woords als de meest representatieve exponent ziet.

„Aan de Avondmaalstafel verschijnen deze broeders of zusters zelden of nooit, al zou men zo zeggen, dat deze diep ingeleide zielen daar toch zeker komen moesten, omdat althans in de Avondmaalsdiensten de Halleluja-oppervlakkigheid van de officiële ambtsdrager moeilijk de gehele sfeer bederven kan, waar immers onze jongere predikanten doorgaans in het geheel niet meer preken in deze sacramentsdiensten." Aldus prof. Haitjema op pag. 9 van diens geschrift.

Deze diep-ingeleide zielen zien en denken inderdaad dieper dan de hoogleraar. Want ze weten, dat het sacrament komt bij het Woord. En dat een Woordloze sacraments-bediening, met een soms in flarden uitéengescheurd formulier, niet is naar het Woord van God. Als het Woord niet rein en zuiver verkondigd wordt, naar de mening des Geestes, hoe zal er dan waarlijk geméenschap, communio aan het sacrament te wachten zijn? Immers het Woord, het bijeenzijn in Christus' Naam rondom Zijn Woord en sacrament, bepaalt de gehele „sfeer", het al dan niet Kerk zijn, met een hoofdletter.

In zijn „hoog-kerkelijkheid", in zijn ijveren voor de „officiële" kerkendienst moge men zich uitputten, maar de Geest wordt bedroefd, zelfs tegengestaan, wanneer men niet spreekt naar dat Woord, wanneer - om éen ding te noemen - het kostelijke niet meer van het snode wordt onderscheiden. Wanneer, ja wel allen op éen zonde-hoop geworpen worden. maar de genade niet meer particulier, vrijmachtig wordt gepredikt, naar en overeenkomstig Gods souverein welbehagen tot Zijn volk.

En dat was nu juist de klacht, niet slechts in verband met vrijzinnige of ethische prediking, maar juist i.v.m. de confessionele (zie pg. 6): „de weg des heils' wordt niet als , de smalle weg' ten leven met de ingang door „de enge poort" voorgedragen! En den goddeloze wordt niet meer duidelijk aangezegd, dat het hem kwalijk zal gaan! Is het nu voor prof. Haitjema c.s. zo moeilijk te verteren, dat, wanneer hun éigen mensen onder zulk een prediking weigeren op te gaan, dat Gods ingeleide kinderen niet bij zulke „officiële'' dienaren des Woords" deelnemen aan het Avondmaal?

Volgens de professor leven de ingeleide vromen nog „in muffe ondergrondse kelder-atmosfeer'' (pg. 11), waar „zij alleen de kleinodiën van het Calvinisme had(den) trachten te bewaren". Neen, dan de officiële predikers naar Haitjema's model! Zij mogen hopen „op een geladenheid met een hoogspanningsstroom van de levende sprake van God Zelf, waar de bevinding geen uitzicht op heeft krachtens een bepaalde belofte Gods'' (pg. 12).

Als ik me niet vergis, hebben de bevindingsmensen zoveel van die hoogspannings-stroom ondervonden, dat ze daardoor zo laag zijn gaan bukken, en in hópe zalig zich weten. Maar het is te vrezen, dat deze hoogspanningsstroom in menige officiële prediking ontbreekt, want dan zou er anders, Schriftuurlijker, eerlijker, meer op de man af „getuigd" worden.

Wanneer werkelijk de officiële prediker „het geestelijk ambt" gaat beleven, dan zullen ook „de vrienden der bevinding" zeker eerbied betonen voor hen, zelfs in kerkordelijke weg. Maar prof. Haitjema gaat over de eigenlijke, diepste breuk der kerk gemakkelijk heen. Zodat de weg ter genezing niet zuiver gewezen wordt. Want een beroep op Gods Geest doet het alleen nie, t als het niet is de Geest des Woords. En daartoe weigert menige prediker en gemeente zich te bekeren.

De bevinding in het geding (4)
Het zou te-ver voeren op al de beschouwingen van prof. Dr. Th. L. Haitjema over „Prediking des Woords en bevinding" uitvoerig in te gaan. Beperken we ons tot enkele hoofdzaken.
Dan treft het één-en andermaal (pg. 16 en 22), dat de hooggeleerde auteur nog steeds vasthoudt aan zijn reeds vroeger voorgedragen opvatting, dat het verval reeds heeft ingezet bij de Dordtse Synode. (En bij de door haar opgestelde Leerregels, dus!). Men leze slechts de volgende uitspraken:

„Te ontkennen valt niet, dat de predestinatieleer van de Dordtse Synode (1618-'19) niet haar sterkste zijde had in de wijze, waarop zij het toe-eigenende werk van de H. Geest in het mysterie der verkiezing tot zijn recht zocht te doen komen. Het uitverkoren-zijn èn het wedergeboren-worden door de H. Geest werd in de theologie der Contraremonstranten veel te star in een vóór-en naverhouding op elkander betrokken. En de H. Geest behield daarmede eigenlijk nauwelijks ruimte om aan het verkiezend handelen Gods in strikte zin deel te nemen en het tot volle ontplooiing te brengen.

„De belangstelling voor de gepredestineerde mensen was bij de Dordtse Vaderen helaas groter geworden, dan voor de trinitarische daad der verkiezing Gods zelf, waarbij in de leer des Geestes de verkondiging des Woords zelve nog voluit in de dynamiek van dit verkiezend handelen begrepen blijft. Dat daarmede de sluizen werden opengezet naar een ziekelijke drang naar bevindelijk godsdienstig leven, ligt voor de hand" (pg. 16). En op pg. 22 lezen we: „Ik meen reeds... duidelijk aan gewezen te hebben, dat de gevaarlijke verschuivingen in de richting der ziekelijke bevindelijkheid zich al in de theologie van de vaderen van Dordt begonnen voor te doen. - De gepredestineerde mens trok een overmatig grote belangstelling naar zich toe. De proclamatie van de volslagen onmacht van de natuurlijke mens sloeg bij de beschrijving van de heilsweg der gelovigen op een bepaald punt om in de verkondiging van de .innerlijke' verrijking met nieuwe ziele-kwaliteiten, welke in de wedergeboorte eigen worden aan de uitverkoren mens".

Ziehier een waardering van de belijdenis der Vaderen, in gemeenschap met wie men in de nieuwe Kerkorde heet te willen nieuw-belijden, ... en dat nog wel van de zijde van de zich noemende confess. hoogleraar Haitjema. Prof. Haitjema neemt ook in dit nieuwste geschrift — gelijk in z'n grotere werk „Dogmatiek als apologie — wel afstand van z'n vereerde meester Karl Barth. en overtreft in zover de volbloed-Barthiaan, dr. Van Niftrik. maar toch blijft Prof. Haitjema ook ten diepste de Barthiaanse beginselen trouw. Hij kan de vaderen van Dordt maar niet begrijpen in hun stellingen, en daarom ook niet aanhangen en navolgen. Het bederf der mystiekerij vangt reeds bij hen aan, omdat ze van de verkoren mens durven te zeggen, dat ze in de wedergeboorte .nieuwe kwaliteiten' in het zielenleven ingestort krijgen tegelijk met de wederbarende werking des Geestes (pg. 17).

Over wedergeboorte en geloof schrijft en leert prof. Haitjema anders. Het geloof noemt hij de ledige hand, de lege ruimte, die de H. Geest zich schept, wanneer Hij 'valt' op de mens... (pg. 28). Hoe een lege ruimte geschapen wordt, laat zich moeilijk denken. Maar nog vreemder wordt deze voorstelling van het geloof, wanneer in ander verband de hoogleraar een staf breekt voor Comrie's leer van de "hebbelijkheid" des geloofs, en "geloofsvermogen" (pg. 20). Want van zulk een hebbelijkheid moet Barth niets, maar dan ook niets hebben, en hierin distantieert Prof. Haitjema zich dan ook voor een wijle van Barth, om dan op een andere plaats weer te zeggen (pg. 15), dat het de H. Geest is, die de mens „telkens weer bij het geloof vasthoudt".

Hoe dit zij, van een nieuw leven, nieuw beginsel in de mens, dank zij de wedergeboorte moet Prof. Haitjema ook niets hebben. Hierin is hij consequent Barthiaan. Want hierin ziet hij de neiging bij de Dordtse vaderen naar de ziekelijke bevindelijkheid. Zo schrijft de auteur, op pg. 26: „Het is niet zo, dat in de wedergeboorte het zaad van de nieuwe mens binnen in ons geborgen wordt, zoals zaad in de akker"... Maar hoe moeten we dein met Petrus' uitspraak aan, dat Gods kinderen zijn wedergeboren uit onvergankelijk zaad, nl. het gepredikte Woord; en hóe met Johannes' uitspraak, waar hij van Gods kinderen zegt: „Want Zijn (da.: Gods) zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren" (1 Johannes 3, vs. 9).

En daarom: waren onze vaderen wel zo ziekelijk, en verwijderd van de leer der Schriften, toen ze leerden, dat in de wedergeboorte de mens nieuwe vermogens werden ingestort?

De bevinding in het geding (5)
Prof. dr. Th. L. Haitjema dwaalt ten enenmale, wanneer hij - vgl. de uitspraken, in art. 4 van deze serie, uit pg. 16 en 22 van zijn geschrift „Prediking des Woords en bevinding'' geciteerd - beweert, dat onze vaderen uitverkiezing en wedergeboorte „veel te star in een vóór-en na-verhouding op elkaar betrokken hebben'. Daarin klopt juist het bevindelijke leven bij uitnemendheid. Het is me dan ook in het geheel niet duidelijk wat prof. Haitjema nu zelf eigenlijk wél wil. Brengt de H. Geest als Toepasser van het door God in Christus geschonken heil „het verkiezend handelen Gods in volstrekte zin" niet „tot volle ontplooiing", zoals de hoogleraar beweert? Mij dacht van wel. De H. Geest brengt er zovelen tot het geloof, als er ten eeuwigen leven verkoren waren. Niet éen meer en niet éen minder. Men kan dit star vinden, deterministisch noemen, maar het is de Schriftuurlijke waarheid, waaraan niet te tornen valt. Onze vaderen bogen onvoorwaardelijk voor deze hun geopenbaarde waarheid Gods. Prof. Dr. Karl Barth doet dat niet. Want hij komt zelfs niet aan de toepassing van het heil aan bepaalde mensen in deze bedéling toe. De verlossing is volgens Barth alleen eschatologisch, d.w.z. behoort tot de laatste dingen, dat is, naar Barths opvatting: tot het eeuwige leven:

Prof. Haitjema is het hiermee niet geheel eens, maar in plaats van geheel afscheid van Barth te nemen, wil hij de jongere confessionele predikanten met een neo-kohlbrüggiaanse injectie van hun al te grote Barth-navolging ietwat genezen, en zo komt hij zelfs, langs de achterdeur voor de vraag van de ziekelijke bevindelijkheid in een enigszins verfraaide terminologie terecht, wanneer hij met het oog op de „naar bevindelijke Godskennis dorstende scharen(?!) van ons kerkvolk" (pg. 27) opmerkt: „Zeker, wie het gelóóft, die hééft het. Maar hier breekt de vraag der bekommernis juist naar voren: hoe zal het tot dit zaligmakend geloof komen?" (pg. 17). En dan wil prof. Haitjema hier teruggrijpen, achter het geloof, naar de H. Geest als de Bewerker van het geloof. En terecht.

Maar het wemelt in deze kleine brochure van tegenstrijdigheden. Want uiteindelijk weet de hoogleraar alleen maar van het verkeerd-voorgestelde Kohlbrüggiaanse: „Hóudt het daarvoor, dat gij. zoals gij zijt, in Christus heilig zijt!? ' (pg. 28). Want dit slaat inderdaad op het leven der heiligmaking, dit heeft te maken met de worstelingen dergenen, die na ontvangen genade nog weer iets zichtbaars trachten te maken van de genade, en die, wanneer ze daarin falen, aan alles gaan twijfelen. Maar prof. Haitjema en velen met hem komen met dit woord van Kohlbrügge, door hem aan Paulus ontleend!, juist tot de bekommerden, die nog staan vóór de rechtvaardiging; die een open schuld bij God weten te hebben, en de vrijmoedigheid missen om tot Christus te gaan. Om tot zulken te roepen: Hóudt het er maar voor!, is hard, want hoe kunnen ze dat doen, als ze Christus .nog niet kennen en kunnen eigenen in het geloof.

Ik weet, we staan hier voor grote moeilijkheden van het geloofsleven. Maar zeker is, dat wij mensen anderen, die zoeken en vragen, niet helpen in en uit hun geestelijke nood en benauwenis met een enkele slagzin. Nog minder, door het geestelijke leven, het zgn. „wroeten en graven van de mens in de diepten van zijn zielenleven" (pg. 22) belachelijk en bespottelijk te maken, en ook al niet, door te toornen tegen „lijdelijkheid" en „een passief afwachten van het grote ogenblik, waarop de H. Geest het geloof komt te ((!) v.d. Haar) werken" (pg. 28)... Neen, daarmee zijn de heilbegerige „scharen" niet gebaat.

Het was zeer te wensen en te hopen, dat prof. dr. Th. L. Haitjema geheel afscheid nam van de Barthiaanse theologie. De ogen gaan hem ietwat open. getuige z'n onverbloemde kritiek, ook in deze brochure, op enkele onderdelen van Barths dogmatiek (b.v. pg. 19). Maar zolang de hoogleraar blijft spreken van „eenzijdigheden" (pg. 17) bij Barth, en weigert diens leer (b.v. van de verkiezing, enz.) „categorisch onjuist" te noemen, hebben we niet veel van prof. H. te wachten. Dan staat hij zeer van de Dordtse vaderen en ook van ons af. Dan zijn we de „ultra's", de „sekte", „de ziekelijke bevindelijkheid" en welke namen meer er op Groningens staalkaart liggen te wachten.

Laten we het niet van een mens, ook niet van een professor in de godgeleerdheid verwachten. Hij weet er, blijkens pg. 13, van, dat niet elke godgeleerde ook van-God-geleerd is. Pietje Baltus wist er in Beesd meer van dan Kuyper. Zo kon het zijn, dat het conventikel-type de waarheid kent. immers door de waarheid vrijgemaakt en onderwezen, en dat de officiële kerk in haar waan volhardt. We hopen dit laatste niet, maar vrezen wel zeer, wanneer we mannen als prof. Haitjema op een wijze, als hij het doet, de nood der prediking zien maskeren en de bevindelijkheid wegduwen in de sektarische hoek. ook al spreekt hij dan nog van een „onbetaalde rekening der kerk" (pg. 10).
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32746
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door -DIA- »

PS Dat de hoeveelheid tekst niet af hoeft te schrikken, maar dat we zien wat er in de Gereformeerde Bondskringen en de Confessionele vereniging speelde duidelijk dezelfde is die nu (maar dan veel breder) speelt in de ophef over dr. van den Brink.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Zeeuw
Berichten: 11625
Lid geworden op: 19 sep 2018, 08:28

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Zeeuw »

Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Piet Puk
Berichten: 5459
Lid geworden op: 22 mar 2018, 23:55
Locatie: Keteldorp

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Piet Puk »

Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Het is net als op Refoforum. Daar worden dezelfde rotondes ook meerdere malen genomen :D
-DIA-
Berichten: 32746
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door -DIA- »

Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten. Hier ergeren zich de 'vrijgevochtenen' te pletter aan. Let maar op als hier op forum iets wordt gezegd wat bevinding raakt. Dan is dit in feite (ook op dit forum) grotendeels al een gepasseerd station. En toch, en daar leg de bijzonder klem en nadruk op: Dit is Dordt zoals we het kenden. Iedereen kan zich hiervan vergewissen als we digibron nalezen (en dan vanzelf de bevindelijke kant, waar ook de Gereformeerde Bond toe behoorde). Lees ook de oudvaders en zoveel preken uit afscheiden kringen van vroeger of recenter datum. Denk aan predikanten als ds. I. Kievit, ds. G. Boer. prof. G. Wisse, enz. enz.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Zeeuw
Berichten: 11625
Lid geworden op: 19 sep 2018, 08:28

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Zeeuw »

-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:24
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten. Hier ergeren zich de 'vrijgevochtenen' te pletter aan. Let maar op als hier op forum iets wordt gezegd wat bevinding raakt. Dan is dit in feite (ook op dit forum) grotendeels al een gepasseerd station. En toch, en daar leg de bijzonder klem en nadruk op: Dit is Dordt zoals we het kenden. Iedereen kan zich hiervan vergewissen als we digibron nalezen (en dan vanzelf de bevindelijke kant, waar ook de Gereformeerde Bond toe behoorde). Lees ook de oudvaders en zoveel preken uit afscheiden kringen van vroeger of recenter datum. Denk aan predikanten als ds. I. Kievit, ds. G. Boer. prof. G. Wisse, enz. enz.
Nee hoor. Door de geschiedenis heen hebben conflicten tussen vrijgevochtenen en hen die niet vrijgevochten achten plaatsgevonden.
-DIA-
Berichten: 32746
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door -DIA- »

Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 12:34
-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:24
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten. Hier ergeren zich de 'vrijgevochtenen' te pletter aan. Let maar op als hier op forum iets wordt gezegd wat bevinding raakt. Dan is dit in feite (ook op dit forum) grotendeels al een gepasseerd station. En toch, en daar leg de bijzonder klem en nadruk op: Dit is Dordt zoals we het kenden. Iedereen kan zich hiervan vergewissen als we digibron nalezen (en dan vanzelf de bevindelijke kant, waar ook de Gereformeerde Bond toe behoorde). Lees ook de oudvaders en zoveel preken uit afscheiden kringen van vroeger of recenter datum. Denk aan predikanten als ds. I. Kievit, ds. G. Boer. prof. G. Wisse, enz. enz.
Nee hoor. Door de geschiedenis heen hebben conflicten tussen vrijgevochtenen en hen die niet vrijgevochten achten plaatsgevonden.
Dan is uw geheugen redelijk kort. Om niet te zeggen zeer kort. Of het ontbreekt aan kennis of men ergert zich hieraan te pletter. En vanzelf, dit heeft altijd gespeeld, denk aan de synode van Dordrecht 1618-19.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Zeeuw
Berichten: 11625
Lid geworden op: 19 sep 2018, 08:28

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Zeeuw »

-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:38
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 12:34
-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:24
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten. Hier ergeren zich de 'vrijgevochtenen' te pletter aan. Let maar op als hier op forum iets wordt gezegd wat bevinding raakt. Dan is dit in feite (ook op dit forum) grotendeels al een gepasseerd station. En toch, en daar leg de bijzonder klem en nadruk op: Dit is Dordt zoals we het kenden. Iedereen kan zich hiervan vergewissen als we digibron nalezen (en dan vanzelf de bevindelijke kant, waar ook de Gereformeerde Bond toe behoorde). Lees ook de oudvaders en zoveel preken uit afscheiden kringen van vroeger of recenter datum. Denk aan predikanten als ds. I. Kievit, ds. G. Boer. prof. G. Wisse, enz. enz.
Nee hoor. Door de geschiedenis heen hebben conflicten tussen vrijgevochtenen en hen die niet vrijgevochten achten plaatsgevonden.
Dan is uw geheugen redelijk kort. Om niet te zeggen zeer kort. Of het ontbreekt aan kennis of men ergert zich hieraan te pletter. En vanzelf, dit heeft altijd gespeeld, denk aan de synode van Dordrecht 1618-19.
Dank voor het, in de laatste zin, beamen van mijn woorden.
-DIA-
Berichten: 32746
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door -DIA- »

Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 12:42
-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:38
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 12:34
-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:24
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten. Hier ergeren zich de 'vrijgevochtenen' te pletter aan. Let maar op als hier op forum iets wordt gezegd wat bevinding raakt. Dan is dit in feite (ook op dit forum) grotendeels al een gepasseerd station. En toch, en daar leg de bijzonder klem en nadruk op: Dit is Dordt zoals we het kenden. Iedereen kan zich hiervan vergewissen als we digibron nalezen (en dan vanzelf de bevindelijke kant, waar ook de Gereformeerde Bond toe behoorde). Lees ook de oudvaders en zoveel preken uit afscheiden kringen van vroeger of recenter datum. Denk aan predikanten als ds. I. Kievit, ds. G. Boer. prof. G. Wisse, enz. enz.
Nee hoor. Door de geschiedenis heen hebben conflicten tussen vrijgevochtenen en hen die niet vrijgevochten achten plaatsgevonden.
Dan is uw geheugen redelijk kort. Om niet te zeggen zeer kort. Of het ontbreekt aan kennis of men ergert zich hieraan te pletter. En vanzelf, dit heeft altijd gespeeld, denk aan de synode van Dordrecht 1618-19.
Dank voor het, in de laatste zin, beamen van mijn woorden.
Dit noem ik geen inhoudelijke reactie. Ik lees hier meer een instemming met dr. van den Brink/prof. Haitjema, die zich beiden ergeren aan bevinding. Lees het nog eens rustig door, zou ik zeggen. Kijk ook eens een beetje terug: Hoe was het destijds in de Gereformeerde Bond, en hoe is het nu? Ziet u dat niet? Ik weet het, ook toen was de Gereformeerde Bond niet volmaakt, maar er was nog wel een bevindelijke stroming daarbinnen.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Zeeuw
Berichten: 11625
Lid geworden op: 19 sep 2018, 08:28

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Zeeuw »

-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:54 Dit noem ik geen inhoudelijke reactie. Ik lees hier meer een instemming met dr. van den Brink/prof. Haitjema, die zich beiden ergeren aan bevinding. Lees het nog eens rustig door, zou ik zeggen. Kijk ook eens een beetje terug: Hoe was het destijds in de Gereformeerde Bond, en hoe is het nu? Ziet u dat niet? Ik weet het, ook toen was de Gereformeerde Bond niet volmaakt, maar er was nog wel een bevindelijke stroming daarbinnen.
Ik kijk verder dan het destijds en zie dat er niets nieuws onder de zon in. 'Men ergert zich hieraan te pletter' vind ik overigens van weinig inhoud.
HersteldHervormd
Berichten: 6114
Lid geworden op: 29 jun 2019, 21:20

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door HersteldHervormd »

Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Zelfs wat Arminius bedacht was al eerder bekend, dus ja.
Kom haastig tot Christus. Hij heeft zielen gereinigd die even vuil waren als die van u. – Thomas Boston
mail: broederhh@gmail.com
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2092
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Arja »

-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:24
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten. Hier ergeren zich de 'vrijgevochtenen' te pletter aan. Let maar op als hier op forum iets wordt gezegd wat bevinding raakt. Dan is dit in feite (ook op dit forum) grotendeels al een gepasseerd station. En toch, en daar leg de bijzonder klem en nadruk op: Dit is Dordt zoals we het kenden. Iedereen kan zich hiervan vergewissen als we digibron nalezen (en dan vanzelf de bevindelijke kant, waar ook de Gereformeerde Bond toe behoorde). Lees ook de oudvaders en zoveel preken uit afscheiden kringen van vroeger of recenter datum. Denk aan predikanten als ds. I. Kievit, ds. G. Boer. prof. G. Wisse, enz. enz.
Het blootleggen van onbijbelse elementen in een bevindelijk leer zie ik als iets dat goed is. Het richt zich tegen onbijbelse elementen in een leer. Er is een gezonde bevindelijke stroming en een ongezonde stroming. Het moet getoetst worden aan het Woord en niet aan wat anderen in de tijd ooit gezegd hebben. Het gebrek aan gezonde bevindelijke prediking is een groot manco.
Gebruikersavatar
Heidebloem
Berichten: 68
Lid geworden op: 04 jan 2024, 13:22

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Heidebloem »

Arja schreef:
-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:24
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten. Hier ergeren zich de 'vrijgevochtenen' te pletter aan. Let maar op als hier op forum iets wordt gezegd wat bevinding raakt. Dan is dit in feite (ook op dit forum) grotendeels al een gepasseerd station. En toch, en daar leg de bijzonder klem en nadruk op: Dit is Dordt zoals we het kenden. Iedereen kan zich hiervan vergewissen als we digibron nalezen (en dan vanzelf de bevindelijke kant, waar ook de Gereformeerde Bond toe behoorde). Lees ook de oudvaders en zoveel preken uit afscheiden kringen van vroeger of recenter datum. Denk aan predikanten als ds. I. Kievit, ds. G. Boer. prof. G. Wisse, enz. enz.
Het blootleggen van onbijbelse elementen in een bevindelijk leer zie ik als iets dat goed is. Het richt zich tegen onbijbelse elementen in een leer. Er is een gezonde bevindelijke stroming en een ongezonde stroming. Het moet getoetst worden aan het Woord en niet aan wat anderen in de tijd ooit gezegd hebben. Het gebrek aan gezonde bevindelijke prediking is een groot manco.
Mee eens, sommige veel gelezen en geprezen oudvaders worden als norm gesteld, maar Gods Woord blijft de Enige Echte Waarheid.
Zeker zijn er oudvaders met prachtige geschriften en ik wil ook voorzichtig zijn met het praten over Gods Kinderen, maar uiteindelijk blijft het mensenwerk. En mensen kunnen dwalen, dingen verkeerd opvatten, verkeerd uitleggen, verkeerde inzichten geven, verkeerde verbanden leggen etc.

Verstuurd vanaf mijn SM-G990B2 met Tapatalk

Gebruikersavatar
Herman
Moderator
Berichten: 12061
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:21
Locatie: Geldermalsen

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door Herman »

-DIA- schreef: 15 feb 2024, 12:24
Zeeuw schreef: 15 feb 2024, 10:39 Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon dus?
Jazeker is er toch wel iets nieuws! Destijds speelde het in een beperktere kring: Voornamelijk de Gereformeerde Bond ik de NHK. Nu speelt het binnen vrijwel alle kerken die de bevindelijke leer hebben verlaten.
Vergeten zeker dat ds. R. Kok de GG heeft moeten verlaten, vanwege een te grote evangelische gezindheid?
elbert
Berichten: 1340
Lid geworden op: 30 jul 2004, 09:04
Contacteer:

Re: Parallel prof v/d Brink in de jaren '50

Bericht door elbert »

DIA schreef:Ik lees hier meer een instemming met dr. van den Brink/prof. Haitjema, die zich beiden ergeren aan bevinding.
Ik vind deze opmerking eigenlijk beneden de maat of op zijn minst ongenuanceerd. Want ik geloof niet dat ze zich ergeren aan bevinding, wel dat ze zich ergeren aan in hun ogen onbijbelse bevinding. Daar gaat het debat feitelijk deels over. Natuurlijk is het zo dat je daarin stromingen hebt die daarin andere accenten leggen.
Volgens sommigen vandaag zouden Calvijn en Luther ook niet als voldoende bevindelijk worden beschouwd als ze nu hadden geleefd. Nou, die mensen hebben in elk geval ongelijk.
Plaats reactie