Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Er zijn er vast die hier wat over hebben liggen thuis van Calvijn en of Kohlbrugge:
Vraagje over een tekst uit de Bergrede.
En dan de zaligsprekingen. Hier wordt een "karakter tekening gegeven van een burger van Gods Koninkrijk.
Het gaat dus over iemand die weet van de toegerekende gerechtigheid.
En dan staat er dus in vers 6 zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid? Welke gerechtigheid wordt dan bedoeld? Want ze zullen verzadigd worden, staat erachter. Is dat de heiliging? Of allebei? Maar als het allebei is, hoe kan je dan verlangen naar iets wat al toegerekend is? Dat laatste, allebei, lijkt in veel preken te klinken m.i.
Vraag; wie kan mij vertellen uitleggen over welke gerechtigheid het hier volgens Calvijn en Kohlbrugge gaat? Hoe leggen zij dat uit? Dus de gerechtigheid waarnaar gehongerd en gedorst wordt.
Ik heb een verklaring hier van Calvijn. Maar het lukt me niet dat te begrijpen ( ligt misschien aan de vertaling. Maar kan de tekst gewoon niet doorgronden. Denk ik) . Maar ik meen dat er ook een preek van hem hierover is? Van Kohlbrugge heb ik hier niks liggen wat over deze tekst gaat.
Dus wie kan mij een beetje op weg helpen?
Ik heb nu wel een gedachte over de uitleg. Op grond van wat preken en boekjes...
Maar wilde graag weten wat deze "leermeesters" op grond van de Schrift hierover zeggen om te zien of ik niet al teveel uit de "bocht" vlieg. En niet aan het redeneren ben..... sommige preken vind ik wat verwarrend soms. Maar dat kan ook aan mij liggen. Daarom was ik benieuwd wat deze mensen ervan "vinden".
Voor de duidelijkheid; ben niet op.zoek naar een discussie. Wil gewoon antwoord op een vraag. Zodat ik het e.a. met elkaar kan vergelijken. .
Vraagje over een tekst uit de Bergrede.
En dan de zaligsprekingen. Hier wordt een "karakter tekening gegeven van een burger van Gods Koninkrijk.
Het gaat dus over iemand die weet van de toegerekende gerechtigheid.
En dan staat er dus in vers 6 zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid? Welke gerechtigheid wordt dan bedoeld? Want ze zullen verzadigd worden, staat erachter. Is dat de heiliging? Of allebei? Maar als het allebei is, hoe kan je dan verlangen naar iets wat al toegerekend is? Dat laatste, allebei, lijkt in veel preken te klinken m.i.
Vraag; wie kan mij vertellen uitleggen over welke gerechtigheid het hier volgens Calvijn en Kohlbrugge gaat? Hoe leggen zij dat uit? Dus de gerechtigheid waarnaar gehongerd en gedorst wordt.
Ik heb een verklaring hier van Calvijn. Maar het lukt me niet dat te begrijpen ( ligt misschien aan de vertaling. Maar kan de tekst gewoon niet doorgronden. Denk ik) . Maar ik meen dat er ook een preek van hem hierover is? Van Kohlbrugge heb ik hier niks liggen wat over deze tekst gaat.
Dus wie kan mij een beetje op weg helpen?
Ik heb nu wel een gedachte over de uitleg. Op grond van wat preken en boekjes...
Maar wilde graag weten wat deze "leermeesters" op grond van de Schrift hierover zeggen om te zien of ik niet al teveel uit de "bocht" vlieg. En niet aan het redeneren ben..... sommige preken vind ik wat verwarrend soms. Maar dat kan ook aan mij liggen. Daarom was ik benieuwd wat deze mensen ervan "vinden".
Voor de duidelijkheid; ben niet op.zoek naar een discussie. Wil gewoon antwoord op een vraag. Zodat ik het e.a. met elkaar kan vergelijken. .
Laatst gewijzigd door Lilian1975 op 24 sep 2024, 12:20, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Als de gerechtigheid je wordt toegerekend, wil dat nog niet zeggen dat je zelf rechtvaardig bént.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 11:55 Bergrede.
En dan de zaligsprekingen. Hier wordt een "karakter tekening gegeven van een burger van Gods Koninkrijk.
Het gaat dus over iemand die weet van de toegerekende gerechtigheid.
En dan staat er dus in vers 6 zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid? Welke gerechtigheid wordt dan bedoeld? Want ze zullen verzadigd worden. Is dat de heiliging? Of allebei? Maar als het allebei is, hoe kan je dan verlangen naar iets wat al toegerekend is?
Vraag; wie kan mij vertellen uitleggen over welke gerechtigheid het hier volgens Calvijn en Kohlbrugge gaat? Hoe leggen zij dat uit? Dus de gerechtigheid waarnaar gehongerd en gedorst wordt.
Ik heb een verklaring hier van Calvijn. Maar het lukt me niet dat te begrijpen ( ligt misschien aan de vertaling. Maar kan de tekst gewoon niet doorgronden. Denk ik) . Maar ik meen dat er ook een preek van hem hierover is? Van Kohlbrugge heb ik hier niks liggen wat over deze tekst gaat.
Dus wie kan mij een beetje op weg helpen?
Ik heb nu wel een gedachte over de uitleg. Op grond van wat preken en boekjes...
Maar wilde graag weten wat deze "leermeesters" op grond van de Schrift hierover zeggen om te zien of ik niet al teveel uit de "bocht" vlieg. En niet aan het redeneren ben..... sommige preken vind ik wat verwarrend soms. Maar dat kan ook aan mij liggen. Daarom was ik benieuwd wat deze mensen ervan "vinden".
Voor de duidelijkheid; ben niet op.zoek naar een discussie. Wil gewoon antwoord op een vraag. Zodat ik het e.a. met elkaar kan vergelijken. .
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Klopt maar dat is geen antwoord op mijn vraagrefo schreef: ↑24 sep 2024, 12:20Als de gerechtigheid je wordt toegerekend, wil dat nog niet zeggen dat je zelf rechtvaardig bént.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 11:55 Bergrede.
En dan de zaligsprekingen. Hier wordt een "karakter tekening gegeven van een burger van Gods Koninkrijk.
Het gaat dus over iemand die weet van de toegerekende gerechtigheid.
En dan staat er dus in vers 6 zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid? Welke gerechtigheid wordt dan bedoeld? Want ze zullen verzadigd worden. Is dat de heiliging? Of allebei? Maar als het allebei is, hoe kan je dan verlangen naar iets wat al toegerekend is?
Vraag; wie kan mij vertellen uitleggen over welke gerechtigheid het hier volgens Calvijn en Kohlbrugge gaat? Hoe leggen zij dat uit? Dus de gerechtigheid waarnaar gehongerd en gedorst wordt.
Ik heb een verklaring hier van Calvijn. Maar het lukt me niet dat te begrijpen ( ligt misschien aan de vertaling. Maar kan de tekst gewoon niet doorgronden. Denk ik) . Maar ik meen dat er ook een preek van hem hierover is? Van Kohlbrugge heb ik hier niks liggen wat over deze tekst gaat.
Dus wie kan mij een beetje op weg helpen?
Ik heb nu wel een gedachte over de uitleg. Op grond van wat preken en boekjes...
Maar wilde graag weten wat deze "leermeesters" op grond van de Schrift hierover zeggen om te zien of ik niet al teveel uit de "bocht" vlieg. En niet aan het redeneren ben..... sommige preken vind ik wat verwarrend soms. Maar dat kan ook aan mij liggen. Daarom was ik benieuwd wat deze mensen ervan "vinden".
Voor de duidelijkheid; ben niet op.zoek naar een discussie. Wil gewoon antwoord op een vraag. Zodat ik het e.a. met elkaar kan vergelijken. .
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Ik probeer de juiste denkrichting aan te geven.
Ze zijn niet rechtvaardig, maar willen het erg graag zijn.
Ze zijn niet rechtvaardig, maar willen het erg graag zijn.
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Ik dacht inderdaad je weet uit ondervinding dat je de gerechtigheid van Christusis toegerekend. Vrijspraak! Maar het leven is zo vol zonde dat je ook wat betreft de heiliging hongerd en dorst naar de volmaaktheid die in Christus is. Maar wilde weten wat deze theologen bij deze tekst zeggen of erover zeggen.
Ik kan bijvoorbeeld niet overweg met tussenzinnen in een preek als; je gaat steeds meer op Christus lijken. Of dat het lijkt alsof men bij deze zaligspreking ineens praat alsof het om het weten van de toegerekende gerechtigheid, de wedergeboorte gaat.
Dit met de gedachte dat een wedergeboren christen ( dus met die toegerekende gerechtigheid) vlees is en blijft. Pas in de hemel zullen we daarvan verlost zijn. En ook dat de Geest in mij woont. Maar dat is niet mijn geest..... . Mijn geest is onheilig. De Geest is Heilig. Het op Jezus lijken is in je eigen waarneming juist niet zo. Ik ellendig mens.... etc. Maar eerst wil ik echt weten wat er gezegd is door deze mannen bij deze teksten. Omdat je voor je het weet al een discussie hebt, wat ik juist niet wilde.
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Calvijn vat 'gerechtigheid' niet op van rechtvaardigmaking of heiligmaking, maar van het recht, waarvan de godzaligen zo dikwijls beroofd zijn.
Andere auteurs wijzen echter wel degelijk op rechtvaardigmaking en heiligmaking, dus gerechtigheid in een geestelijke zin en in het geestelijke leven.
Ter illustratie Matthew Poole en John Gill.
Andere auteurs wijzen echter wel degelijk op rechtvaardigmaking en heiligmaking, dus gerechtigheid in een geestelijke zin en in het geestelijke leven.
Ter illustratie Matthew Poole en John Gill.
Matthew Poole schreef:You see many men and women hungering and thirsting after sensual satisfactions, or after sensible enjoyments; these are unhappy, miserable men, they often hunger and thirst, and are not satisfied: but I will show you a more excellent way, a more excellent object of your hunger and thirst, that is, righteousness; both a righteousness wherein you may stand before God, which is in me, Jeremiah 23:6, and is revealed from faith to faith, Romans 1:17, and the righteousness of a holy life. Those are blessed men, who first seek the kingdom of heaven, and the righteousness thereof, God will fill these men with what they desire, Isaiah 55:1,2 Lu 1:53. There are some who understand this text of a hungering after the clearing of their innocency towards men, which is natural to just and innocent persons falsely accused and traduced, and they have a promise of being filled, Psalm 37:6; but I see no reason to conclude this the sense of this text.
John Gill schreef:Blessed are they which do hunger and thirst,.... Not after the riches, honours, and pleasures of this world, but after righteousness; by which is meant, not justice and equity, as persons oppressed and injured; nor a moral, legal righteousness, which the generality of the Jewish nation were eagerly pursuing; but the justifying righteousness of Christ, which is imputed by God the Father, and received by faith. To "hunger and thirst" after this, supposes a want of righteousness, which is the case of all men; a sense of want of it, which is only perceived by persons spiritually enlightened; a discovery of the righteousness of Christ to them, which is made in the Gospel, and by the Spirit of God; a value for it, and a preference of it to all other righteousness; and an earnest desire after it, to be possessed of it, and found in it; and that nothing can be more grateful than that, because of its perfection, purity, suitableness, and use.
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Wat bedoelt Calvijn daarmee?Valcke schreef: ↑24 sep 2024, 13:24 Calvijn vat 'gerechtigheid' niet op van rechtvaardigmaking of heiligmaking, maar van het recht, waarvan de godzaligen zo dikwijls beroofd zijn.
Andere auteurs wijzen echter wel degelijk op rechtvaardigmaking en heiligmaking, dus gerechtigheid in een geestelijke zin en in het geestelijke leven.
Ter illustratie Matthew Poole en John Gill.Matthew Poole schreef:You see many men and women hungering and thirsting after sensual satisfactions, or after sensible enjoyments; these are unhappy, miserable men, they often hunger and thirst, and are not satisfied: but I will show you a more excellent way, a more excellent object of your hunger and thirst, that is, righteousness; both a righteousness wherein you may stand before God, which is in me, Jeremiah 23:6, and is revealed from faith to faith, Romans 1:17, and the righteousness of a holy life. Those are blessed men, who first seek the kingdom of heaven, and the righteousness thereof, God will fill these men with what they desire, Isaiah 55:1,2 Lu 1:53. There are some who understand this text of a hungering after the clearing of their innocency towards men, which is natural to just and innocent persons falsely accused and traduced, and they have a promise of being filled, Psalm 37:6; but I see no reason to conclude this the sense of this text.John Gill schreef:Blessed are they which do hunger and thirst,.... Not after the riches, honours, and pleasures of this world, but after righteousness; by which is meant, not justice and equity, as persons oppressed and injured; nor a moral, legal righteousness, which the generality of the Jewish nation were eagerly pursuing; but the justifying righteousness of Christ, which is imputed by God the Father, and received by faith. To "hunger and thirst" after this, supposes a want of righteousness, which is the case of all men; a sense of want of it, which is only perceived by persons spiritually enlightened; a discovery of the righteousness of Christ to them, which is made in the Gospel, and by the Spirit of God; a value for it, and a preference of it to all other righteousness; and an earnest desire after it, to be possessed of it, and found in it; and that nothing can be more grateful than that, because of its perfection, purity, suitableness, and use.
M.b.t. de genoemde schrijvers: hoe kan een christen verlangen naar rechtvaardig verklaring als hij al rechtvaardig verklaard is in Christus?
Iemand die rechtvaardig verklaard is, is arm van geest, treurt, is zachtmoedig en hongert en dorst. Hij moet niet nog rechtvaardig verklaard worden. Anders zijn het geen burgers van dat geestelijk Koninkrijk waar Christus een beschrijving van geeft.
Laatst gewijzigd door Lilian1975 op 24 sep 2024, 13:54, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Calvijn heeft inderdaad het oog op mensen die onrecht aangedaan wordt, hij beschrijft:
1. Dat hongeren ook onrecht lijden kan betekenen
2. Dat dit benadrukt hoe groot het onrecht is, omdat honger een matige begeerte is (naar het noodzakelijke)
3. Dat God dit zuchten uiteindelijk zal verhoren
1. Dat hongeren ook onrecht lijden kan betekenen
2. Dat dit benadrukt hoe groot het onrecht is, omdat honger een matige begeerte is (naar het noodzakelijke)
3. Dat God dit zuchten uiteindelijk zal verhoren
Calvijn schreef:Zalig zijn degenen die honger hebben. Honger en dorst hebben neem ik door een stijlfiguur die men Synecdoche noemt, voor: schaarste lijden, gebrek te hebben aan het nodige, en zelfs van zijn rechten te worden beroofd. Wat dit betreft wat de heilige Mattheüs schrijft: honger hebben tot de gerechtigheid, dat is een bepaalde soort die onder het algemene woord valt. Hij benadrukt echter de grootte van het onrecht, als hij zegt dat zij, terwijl zij in angst en zuchten verkeren, niets begeren wat onredelijk is, alsof hij zei: zalig zijn degenen die, hoeveel zij hun wensen matigen, zodat zij niet verlangen dat men hen iets onredelijks geeft, toch kwijnen als arme hongerigen. Want hoezeer men spot met de angst en pijn waarin zij verkeren, dit is voor hen toch een zekere voorbereiding tot de gelukzaligheid, omdat zij tenslotte verzadigd zullen worden. Want God zal één dag hun zuchten verhoren, en hun terechte verlangens toestemmen, aangezien Zijn ambt is om de hongerigen met goederen te vervullen, zoals in het lied van de maagd staat.
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Dus Calvijn zegt dat dat hetzelfde is als de gerechtigheid waarover gesproken wordt in de zaligspreking van hen die vervolgd worden om de gerechtigheid? Hoe verklaart hij dat dan met de eerdere zaligsprekingen? Dus arm van geest. Die arm van geest zijn treuren ook, zijn ook zachtmoedig (gemaakt door God) en ze zijn hongerend en dorsten naar gerechtigheid mbt tot wat hun overkomt dan? Of is het omdat ze de ongerechtigheden haten (zonden) ze treuren erom...dat ze hongeren en dorsten naar het zijn zoals God de mens geschapen had?Iemand schreef: ↑24 sep 2024, 13:44 Calvijn heeft inderdaad het oog op mensen die onrecht aangedaan wordt, hij beschrijft:
1. Dat hongeren ook onrecht lijden kan betekenen
2. Dat dit benadrukt hoe groot het onrecht is, omdat honger een matige begeerte is (naar het noodzakelijke)
3. Dat God dit zuchten uiteindelijk zal verhoren
Calvijn schreef:Zalig zijn degenen die honger hebben. Honger en dorst hebben neem ik door een stijlfiguur die men Synecdoche noemt, voor: schaarste lijden, gebrek te hebben aan het nodige, en zelfs van zijn rechten te worden beroofd. Wat dit betreft wat de heilige Mattheüs schrijft: honger hebben tot de gerechtigheid, dat is een bepaalde soort die onder het algemene woord valt. Hij benadrukt echter de grootte van het onrecht, als hij zegt dat zij, terwijl zij in angst en zuchten verkeren, niets begeren wat onredelijk is, alsof hij zei: zalig zijn degenen die, hoeveel zij hun wensen matigen, zodat zij niet verlangen dat men hen iets onredelijks geeft, toch kwijnen als arme hongerigen. Want hoezeer men spot met de angst en pijn waarin zij verkeren, dit is voor hen toch een zekere voorbereiding tot de gelukzaligheid, omdat zij tenslotte verzadigd zullen worden. Want God zal één dag hun zuchten verhoren, en hun terechte verlangens toestemmen, aangezien Zijn ambt is om de hongerigen met goederen te vervullen, zoals in het lied van de maagd staat.
Overigens is hongeren, honger lijden geen matige begeerte. En dorst lijden ook niet. Dat doet pijn. Houd je bezig.... een behoefte dat dringend vervuld moet worden...Ik vind dit een wat aparte uitdrukking van Calvijn. Vooralsnog kan ik deze uitleg niet goed plaatsen
En komt de gedachte dat het en de rechtvaardigverklaring is en de heiliging tegelijkertijd niet bij hem vandaan.
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Matthew Poole spreekt over de gerechtigheid in zowel de rechtvaardigmaking als de heiligmaking. Dit laatste gaat altijd door tot het einde van het leven en gaat dan over in de heerlijkmaking. In die zin is er in de gelovige een blijvend hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Maar je zou dit (meen ik) in zekere zin ook kunnen zeggen van de rechtvaardigmaking. Niet zozeer als eenmalig werk van God in de vergeving van zonden, maar wel in de zin van de verdere bekendmaking en de vruchten ervan in de ziel en in het leven van de gelovige. Voor die vruchten zie bv. Rom. 5:1, 2. Het woord 'gerechtigheid' mogen we hier ruim nemen.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 13:31M.b.t. de genoemde schrijvers: hoe kan een christen verlangen naar rechtvaardig verklaring als hij al rechtvaardig verklaard is in Christus?
Iemand die rechtvaardig verklaard is, is arm van geest, treurt, is zachtmoedig en hongert en dorst. Hij moet niet nog rechtvaardig verklaard worden. Anders zijn het geen burgers van dat geestelijk Koninkrijk waar Christus een beschrijving van geeft.
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Dus je weet je rechtvaardig verklaard in Christus. Maar juist omdat je weet dat het alleen om en in Christus is.... blijf je arm, treuren om de ongerechtigheden die je doet of steeds meer ziet. etc. En honger en dorst je naar de volmaaktheid, gerechtigheid die in Christus nu al volkomen is. In Hem ind je ook de verzadiging. In de hemel zullen we volkomen zonder ongerechtigheden zijn.en volkomen verzadigt zijn. En is er niet meer het hongeren en dorsten naar die gerechtigheid. En dan volgt van daaruit weer de volgende zaligspreking....Maar deze zaligspreking ziet niet op het nog rechtvaardig verklaard moeten worden. Je bent het al en het is een blijvend iets dat je hele aardse bestaan nodig hebt, in een heilige levenswandel.Valcke schreef: ↑24 sep 2024, 14:20Matthew Poole spreekt over de gerechtigheid in zowel de rechtvaardigmaking als de heiligmaking. Dit laatste gaat altijd door tot het einde van het leven en gaat dan over in de heerlijkmaking. In die zin is er in de gelovige een blijvend hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Maar je zou dit (meen ik) in zekere zin ook kunnen zeggen van de rechtvaardigmaking. Niet zozeer als eenmalig werk van God in de vergeving van zonden, maar wel in de zin van de verdere bekendmaking en de vruchten ervan in de ziel en in het leven van de gelovige.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 13:31M.b.t. de genoemde schrijvers: hoe kan een christen verlangen naar rechtvaardig verklaring als hij al rechtvaardig verklaard is in Christus?
Iemand die rechtvaardig verklaard is, is arm van geest, treurt, is zachtmoedig en hongert en dorst. Hij moet niet nog rechtvaardig verklaard worden. Anders zijn het geen burgers van dat geestelijk Koninkrijk waar Christus een beschrijving van geeft.
Dus de gerechtigheid waar in dit vers over gesproken wordt staat 't.o. de ongerechtigheid van de vleselijke mens. En ziet niet op de rechtvaardigverklaring op zichzelf (wedergeboorte) maar op dezelfde geloofshouding mbt de Heilige levenswandel waar je naar verlangt.
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Calvijn is her en der wat beknopt, dus ik kan niet al je vragen volledig beantwoorden.
1. Zie je het als een andere gerechtigheid, dan zou je kunnen zeggen dat het in vers 6 om het recht van iemand persoonlijk gaat, terwijl het in vers 10 om het recht van God gaat.
2. Zie je het als dezelfde gerechtigheid, dan zou je vers 10 als een overtreffende trap van vers 6 kunnen zien. (Omdat onrecht lijden nog niet direct het ondergaan van vervolgingen hoeft te zijn).
Armen van geest zijn volgens Calvijn allen die door tegenspoed benauwd en bedroefd worden en die zich door deze tuchtroede hebben leren vernederen. Het treuren beschrijft hij als iets wat verder bouwt op het vorige vers, en dat treuren bevorderlijk is voor de zaligheid, omdat men zo aangespoord wordt om alleen in God een blijvende troost te zoeken. Zachtmoedigen zijn mensen die niet direct onverdraagzaam zijn als hun onrecht aangedaan wordt, maar bereid om alles te dragen. Hongeren en dorsten is dan een verlangen naar dat hun recht gedaan wordt.
Bij vers 10 schrijft hij dat Christenen door de meeste mensen gehaat worden, omdat ze de zonden bestraffen. Om der gerechtigheid wil, omdat zij zich de haat van de bozen op de hals halen, omdat zij hun best doen het kwaad tegen te staan en het goede te bevorderen.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 14:02 Dus Calvijn zegt dat dat hetzelfde is als de gerechtigheid waarover gesproken wordt in de zaligspreking van hen die vervolgd worden om de gerechtigheid?
1. Zie je het als een andere gerechtigheid, dan zou je kunnen zeggen dat het in vers 6 om het recht van iemand persoonlijk gaat, terwijl het in vers 10 om het recht van God gaat.
2. Zie je het als dezelfde gerechtigheid, dan zou je vers 10 als een overtreffende trap van vers 6 kunnen zien. (Omdat onrecht lijden nog niet direct het ondergaan van vervolgingen hoeft te zijn).
Calvijn schrijft dat het doel van de zaligsprekingen is om de discipelen te leren dat zij die mensen niet voor zalig moesten houden die het op aarde voorspoedig gaat, en om hen voor te bereiden op het dragen van hun kruis. (Dus Calvijn betrekt dit inderdaad op wat de discipelen overkomt of zou overkomen).Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 14:02 Hoe verklaart hij dat dan met de eerdere zaligsprekingen? Dus arm van geest. Die arm van geest zijn treuren ook, zijn ook zachtmoedig (gemaakt door God) en ze zijn hongerend en dorsten naar gerechtigheid mbt tot wat hun overkomt dan?
Armen van geest zijn volgens Calvijn allen die door tegenspoed benauwd en bedroefd worden en die zich door deze tuchtroede hebben leren vernederen. Het treuren beschrijft hij als iets wat verder bouwt op het vorige vers, en dat treuren bevorderlijk is voor de zaligheid, omdat men zo aangespoord wordt om alleen in God een blijvende troost te zoeken. Zachtmoedigen zijn mensen die niet direct onverdraagzaam zijn als hun onrecht aangedaan wordt, maar bereid om alles te dragen. Hongeren en dorsten is dan een verlangen naar dat hun recht gedaan wordt.
Nee, Calvijn betrekt de zaligsprekingen op omgang met en vervolging door anderen.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 14:02 Of is het omdat ze de ongerechtigheden haten (zonden) ze treuren erom...dat ze hongeren en dorsten naar het zijn zoals God de mens geschapen had?
Matig moet je hier ongeveer lezen als 'geoorloofd' (het blijft binnen de maat van wat toegestaan is). Het is absoluut een heftige en pijnlijke begeerte (en dus in dat opzicht niet matig), maar het is een begeerte naar iets wat geoorloofd is en redelijk is. Als ik verlang om rijk te worden is dat een onmatige begeerte, maar als iemand brood verlangt omdat hij anders sterft dan is dat redelijk en matig.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 14:02 Overigens is hongeren, honger lijden geen matige begeerte. En dorst lijden ook niet. Dat doet pijn. Houd je bezig.... een behoefte dat dringend vervuld moet worden...Ik vind dit een wat aparte uitdrukking van Calvijn. Vooralsnog kan ik deze uitleg niet goed plaatsen
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Bedankt voor je toelichting.
Voor mijn gevoel wijkt Calvijn hier deels af van wat Mattheus m.i. juist wil laten zien.... het koninkrijk met zijn bewoners is een geestelijk koninkrijk i.t..t. wat de Joden dachten, een materialistisch Koninkrijk.
Dus ook de zaken die genoemd zijn, zijn geestelijk. Dus arm van geest heeft niet met armoede qua bezittingen te maken. Maar geestelijk. Het was radicaal anders wat de Joden dachten. Dat rijkdom zegen zou zijn die bevestigde dat God vond dat ze wel goed bezig waren. Kijk hoe de vrienden reageren op Job...
Jezus zegt nu juist dat de armen (van geest) zalig zijn.
Ik ben gewoon voor mijzelf niet zeker of deze uitleg van Calvijn helemaal recht doet aan het onderwijs dat we hier lezen....of dat ik hem verkeerd begrijp....
Maar ja ik ben geen Calvijn
Nu nog benieuwd wat Kohlbrugge hier zegt....
Voor mijn gevoel wijkt Calvijn hier deels af van wat Mattheus m.i. juist wil laten zien.... het koninkrijk met zijn bewoners is een geestelijk koninkrijk i.t..t. wat de Joden dachten, een materialistisch Koninkrijk.
Dus ook de zaken die genoemd zijn, zijn geestelijk. Dus arm van geest heeft niet met armoede qua bezittingen te maken. Maar geestelijk. Het was radicaal anders wat de Joden dachten. Dat rijkdom zegen zou zijn die bevestigde dat God vond dat ze wel goed bezig waren. Kijk hoe de vrienden reageren op Job...
Jezus zegt nu juist dat de armen (van geest) zalig zijn.
Ik ben gewoon voor mijzelf niet zeker of deze uitleg van Calvijn helemaal recht doet aan het onderwijs dat we hier lezen....of dat ik hem verkeerd begrijp....
Maar ja ik ben geen Calvijn
Nu nog benieuwd wat Kohlbrugge hier zegt....
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Over rechtvaardigmaking wordt niet recht gedacht. Het is niet zo dat de gelovige geheel rein is. Hij of zij blijft een onreine, maar overdekt met het reine kleed van Christus. God ziet hem of haar dus als volledig rein. Intussen zit onder dat kleed nog steeds een onrein mens. En daar wil die mens vanaf, van die onreinheid.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 14:32Dus je weet je rechtvaardig verklaard in Christus. Maar juist omdat je weet dat het alleen om en in Christus is.... blijf je arm, treuren om de ongerechtigheden die je doet of steeds meer ziet. etc. En honger en dorst je naar de volmaaktheid, gerechtigheid die in Christus nu al volkomen is. In Hem ind je ook de verzadiging. In de hemel zullen we volkomen zonder ongerechtigheden zijn.en volkomen verzadigt zijn. En is er niet meer het hongeren en dorsten naar die gerechtigheid. En dan volgt van daaruit weer de volgende zaligspreking....Maar deze zaligspreking ziet niet op het nog rechtvaardig verklaard moeten worden. Je bent het al en het is een blijvend iets dat je hele aardse bestaan nodig hebt, in een heilige levenswandel.Valcke schreef: ↑24 sep 2024, 14:20Matthew Poole spreekt over de gerechtigheid in zowel de rechtvaardigmaking als de heiligmaking. Dit laatste gaat altijd door tot het einde van het leven en gaat dan over in de heerlijkmaking. In die zin is er in de gelovige een blijvend hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Maar je zou dit (meen ik) in zekere zin ook kunnen zeggen van de rechtvaardigmaking. Niet zozeer als eenmalig werk van God in de vergeving van zonden, maar wel in de zin van de verdere bekendmaking en de vruchten ervan in de ziel en in het leven van de gelovige.Lilian1975 schreef: ↑24 sep 2024, 13:31M.b.t. de genoemde schrijvers: hoe kan een christen verlangen naar rechtvaardig verklaring als hij al rechtvaardig verklaard is in Christus?
Iemand die rechtvaardig verklaard is, is arm van geest, treurt, is zachtmoedig en hongert en dorst. Hij moet niet nog rechtvaardig verklaard worden. Anders zijn het geen burgers van dat geestelijk Koninkrijk waar Christus een beschrijving van geeft.
Dus de gerechtigheid waar in dit vers over gesproken wordt staat 't.o. de ongerechtigheid van de vleselijke mens. En ziet niet op de rechtvaardigverklaring op zichzelf (wedergeboorte) maar op dezelfde geloofshouding mbt de Heilige levenswandel waar je naar verlangt.
- Lilian1975
- Berichten: 3356
- Lid geworden op: 21 jun 2018, 20:12
Re: Mattheus 5 vers 6 Calvijn en of Kohlbrugge
Dat bedoelde ik ook. Daarom zei ik nadrukkelijk rechtvaardig verklaard.