Archeologen vinden Kana
van onze correspondent Alfred Muller
JERUZALEM - Israëlische archeologen denken het bijbelse dorpje Kana te hebben gevonden waar Jezus op een bruiloft water in wijn veranderde. Dat heeft de Israëlische oudheidkundige dienst bekendgemaakt.
Opgravingen in het westelijk deel van de huidige Arabische plaats Kfar Kana in Galilea brachten overblijfselen aan het licht van een nederzetting die zevenhonderd jaar lang heeft bestaan in de hellenistische, Romeinse en Byzantijnse periodes. De onderzoekers ontdekten ruïnes van gebouwen, een ritueel bad en verder huishoudgereedschappen. Het bad had een afmeting van 2 bij 4,5 meter en was voorzien van een dak. Gedurende de Romeinse periode raakte het in onbruik, waarna het afgesloten werd met stenen.
De aan de oudheidkundige dienst verbonden directeur van de opgravingen, Yardena Alexander, gelooft dat het om de bijbelse plaats Kana in Galilea gaat. Het evangelie van Johannes noemt Kana als de plaats waar Jezus water in wijn veranderde.
Na de verwoesting van de tempel in het jaar 70 na Christus en de opstand van Bar Kochba in 132 tot 135 vluchtten de Joden uit Judea naar Galilea. Families van priesters vestigden zich in een aantal Galilese steden en ze bleven de baden gebruiken voor rituele reiniging, zoals ze ook rondom de tempelberg in Jeruzalem hadden gedaan.
Archeologen vinden Kana
Archeologen vinden Kana
uit Nederlands Dagblad