ND-artikel over psalmen én gezangen
Geplaatst: 03 okt 2005, 12:58
Schaamte voor het 'Ere zij God' na de zegen
door onze redacteur Daniël Gillissen
Ds. A. Baas pleit voor het zingen van psalmen én geestelijke liederen in de eredienst. Een opmerkelijk geluid binnen de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk.
ALBLASSERDAM - In de woonkamer van zijn pastorie in Alblasserdam zet ds. A. Baas trots zijn orgeltje aan. ,,Nu speel ik natuurlijk een gezang'', kondigt hij aan. Weldra klinken de eerste klanken van Wat God doet dat is welgedaan door de kamer. In de serre staat een vleugel met op de linkerhoek een Opwekkingsbundel en een papiertje voorzien van een aantal nummers. Baas' dertienjarige dochter Annejet leert aan de hand van onder andere Create in me a clean heart de piano te bespelen.
Daar is niets mis mee, vindt Baas, predikant van de hervormde gemeente in Alblasserdam. Wat hem betreft, zingt de gemeente het lied in de dienst. ,,Create in me a clean heart past uitstekend na het lezen van de wet.''
In zijn recent verschenen boek Geloven, een hele belevenis (Kok Kampen) zet Baas in op bijbelse prediking vanuit de heilsfeiten. Op de een na laatste bladzijde volgt daaruit een pleidooi voor ,,een eerlijk en open gesprek'' over een volgens hem actueel onderwerp: het zingen van meer dan alleen psalmen in de eredienst. ,,De waarde van de psalmen is groot, maar de heilsfeiten worden indirect bezongen.''
De overgrote meerderheid van gemeenten die verwant is met de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, zingt in de kerkdienst alleen psalmen en Enige gezangen zoals de berijming van De tien geboden en lofzangen van Maria en Zacharias. Prachtige liederen, vindt Baas, maar er kan meer in zijn ogen. ,,Een bijbellied dat de grote daden van God in Christus bezingt, is geestelijk voor gemeente en enkeling van grote waarde'', schrijft hij in zijn boek.
Baas is voorzichtig in zijn uitlatingen. Een discussie over het zingen van andere liederen dan de psalmen in de eredienst, ontaardt in een gereformeerde-bondsgemeente namelijk al gauw in een 'gezangenstrijd'. Waardoor komt dat? ,,Misschien zit het in de Nederlandse genen.'' Baas wijst erop dat over de grens christenen bijna nergens moeilijk doen over het zingen van andere liederen dan psalmen. ,,Ik schaam mij ervoor dat wij er hier zo'n punt van maken.'' Dat de strijd snel ontbrandt, heeft ook te maken met verschillende stromingen die in veel gemeenten aanwezig zijn. ,,Mensen denken al gauw: 'Oh, dat voorstel komt uit dat kamp. Er zal wel iets anders achter zitten'. En helaas is dat soms ook het geval.''
Met dit alles in zijn achterhoofd laat Baas zich niet snel verleiden tot een duidelijke uitspraak, hoewel naar zijn inschatting vele gereformeerde-bondspredikanten het min of meer met hem eens zijn. Na enig aarzelen: ,,Als ik blanco was, dus zonder de wetenschap wat invoering in de praktijk zou betekenen, liet ik in de diensten naast psalmen ook andere schriftgebonden liederen zingen''. Deze liederen kunnen namelijk bijdragen aan ,,een rijker en dieper geestelijke leven'' van gemeenteleden.
Voorlichting
Als een grote meerderheid van de gemeenteleden voor het zingen van andere liederen in de dienst is, raadt Baas een kerkenraad ,,een goed gesprek te voeren en goede voorlichting geven''. ,,Je kunt niet altijd blijven rekenen met de 'drie' mensen die tegen zijn, want straks gaan er 'tien' weg. 'Angst' mag niet regeren in de christelijke gemeente.'' Baas moet er niets van hebben dat kerkenraden schermen met het argument dat je geen 'aanstoot' moet geven. De opmerking van de apostel Paulus om gemeenteleden niet te ergeren, wordt vaak misbruikt voor tweede- en derderangs discussiepunten als gezangen, ritmisch zingen, broeken en hoeden. ,,Dat is een verkeerde uitleg. Zulke opmerkingen hebben een verlammende invloed op de groei en de ontwikkeling van de gemeente. Dan kan er namelijk nooit iets buiten het gebruikelijke patroon worden gedaan. Het gaat Paulus in de brief aan de gemeente van Korinte om veel ernstiger zaken waarbij je voor mensen een struikelblok opwerpt op de weg naar de eeuwige zaligheid.''
Puber
Zingen vindt Baas heel belangrijk. Hij stimuleert zijn dochter om de liederen die zij speelt, op de piano mee te zingen. Als puber is het niet gemakkelijk je geloof te uiten, weet hij uit eigen ervaring. Zelf leerde hij orgelspelen met behulp van ,,psalmen, lofzangen en de geestelijke liederen'' uit de hervormde bundel met psalmen en gezangen uit 1938 en de liederenbundel van Johannes de Heer. ,,Uit de kerk over de preek praten deed je niet, maar door te zingen liet je toch horen wat het gehoorde Woord met je deed.'' Zingen in de eredienst is onmisbaar, vindt Baas. ,,Als een preek evangelie-kaal is, kan een lied met inhoud veel goed maken.''
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond - waar Baas tot voor kort ook deel van uit maakte - stimuleert op grond van de traditie het zingen van psalmen en enige gezangen in de kerkdiensten. Maar de achterban van de Gereformeerde Bond is breed. Baas signaleert dat gemeenten die vanouds gezangen zingen, toch een predikant uit de kring van de Gereformeerde Bond zoeken. En in toenemende mate gaan gemeenten waar alleen psalmen werden gezongen, ook over op het zingen van gezangen.
Baas ergert zich aan het beeld van buitenstaanders dat 'bonders alleen psalmen zingen'. ,,Wij zijn zeven dagen in de week gemeente. In de dienst worden dan meestal alleen psalmen gezongen - en daar behoeven ons niet voor te schamen - maar daarbuiten niet.'' Baas laat op allerlei doordeweekse bijeenkomsten naast psalmen ook andere liederen zingen. En dat is gemeengoed in de gemiddelde gereformeerde-bondsgemeente. Tijdens catechisaties, maar vooral op kringavonden en bij jeugdclubs worden liederen gezongen, waarbij veelal de verzamelbundel Op toonhoogte van de Hervormde Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) wordt gebruikt.
Baas erkent volmondig de inconsequentie van het heersende beleid. Tijdens christelijke hoogtijdagen als Kerst, Pasen en Pinksteren zingen veel gereformeerde-bondsgemeenten voor de dienst een aantal liederen en na de dienst het Ere zij God. ,,Soms schaam ik mij daarvoor'', zegt Baas, terwijl hij zijn hand voor zijn ogen slaat. ,,Hoe leg ik dit aan de jongeren van de gemeente uit? Net of voor en na de zegen de Here God niet meeluistert.''
Mode
Om een lied in de dienst te laten zingen, is het voor Baas wel essentieel dat de inhoud in overeenstemming is met de Bijbel. Concreet gaat zijn voorkeur uit naar de klassiekere gezangen en bijbelliederen, zoals Welke vriend is onze Jezus. ,,Je kunt wel met elke mode meelopen, maar dan beklijft er niets.'' Zelf is hij lid geweest van de werkgroep Stichting Geestelijk Lied Gereformeerde Gezindte, die onder andere de liedbundel Uit Aller Mond heeft uitgegeven. Daarin zijn naast de klassiekere liederen, zoals Baas ze typeert, ook ,,nieuwe schriftgebonden liederen'' opgenomen. Maar hij betreurt het dat deze liederen jongeren niet of nauwelijks aanspreken. ,,Mijn zorg is dan ook dat wij in de gereformeerde gezindte door alleen psalmen te zingen nu een fase hebben overgeslagen waardoor alleen opwekkingsliederen jongeren nog aanspreken.'' Tegelijk wil Baas daar niet te krampachtig op reageren. ,,In mijn tijd was er in mijn omgeving ook kritiek op Johannes de Heer, maar die liederen maakten wel wat bij je los.'' Gun jongeren ook wel wat ruimte, vindt Baas en leg niet op alle slakken zout. ,,Ik zeg tegen jongeren: ga alsjeblieft fijn zingen!''.
door onze redacteur Daniël Gillissen
Ds. A. Baas pleit voor het zingen van psalmen én geestelijke liederen in de eredienst. Een opmerkelijk geluid binnen de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk.
ALBLASSERDAM - In de woonkamer van zijn pastorie in Alblasserdam zet ds. A. Baas trots zijn orgeltje aan. ,,Nu speel ik natuurlijk een gezang'', kondigt hij aan. Weldra klinken de eerste klanken van Wat God doet dat is welgedaan door de kamer. In de serre staat een vleugel met op de linkerhoek een Opwekkingsbundel en een papiertje voorzien van een aantal nummers. Baas' dertienjarige dochter Annejet leert aan de hand van onder andere Create in me a clean heart de piano te bespelen.
Daar is niets mis mee, vindt Baas, predikant van de hervormde gemeente in Alblasserdam. Wat hem betreft, zingt de gemeente het lied in de dienst. ,,Create in me a clean heart past uitstekend na het lezen van de wet.''
In zijn recent verschenen boek Geloven, een hele belevenis (Kok Kampen) zet Baas in op bijbelse prediking vanuit de heilsfeiten. Op de een na laatste bladzijde volgt daaruit een pleidooi voor ,,een eerlijk en open gesprek'' over een volgens hem actueel onderwerp: het zingen van meer dan alleen psalmen in de eredienst. ,,De waarde van de psalmen is groot, maar de heilsfeiten worden indirect bezongen.''
De overgrote meerderheid van gemeenten die verwant is met de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, zingt in de kerkdienst alleen psalmen en Enige gezangen zoals de berijming van De tien geboden en lofzangen van Maria en Zacharias. Prachtige liederen, vindt Baas, maar er kan meer in zijn ogen. ,,Een bijbellied dat de grote daden van God in Christus bezingt, is geestelijk voor gemeente en enkeling van grote waarde'', schrijft hij in zijn boek.
Baas is voorzichtig in zijn uitlatingen. Een discussie over het zingen van andere liederen dan de psalmen in de eredienst, ontaardt in een gereformeerde-bondsgemeente namelijk al gauw in een 'gezangenstrijd'. Waardoor komt dat? ,,Misschien zit het in de Nederlandse genen.'' Baas wijst erop dat over de grens christenen bijna nergens moeilijk doen over het zingen van andere liederen dan psalmen. ,,Ik schaam mij ervoor dat wij er hier zo'n punt van maken.'' Dat de strijd snel ontbrandt, heeft ook te maken met verschillende stromingen die in veel gemeenten aanwezig zijn. ,,Mensen denken al gauw: 'Oh, dat voorstel komt uit dat kamp. Er zal wel iets anders achter zitten'. En helaas is dat soms ook het geval.''
Met dit alles in zijn achterhoofd laat Baas zich niet snel verleiden tot een duidelijke uitspraak, hoewel naar zijn inschatting vele gereformeerde-bondspredikanten het min of meer met hem eens zijn. Na enig aarzelen: ,,Als ik blanco was, dus zonder de wetenschap wat invoering in de praktijk zou betekenen, liet ik in de diensten naast psalmen ook andere schriftgebonden liederen zingen''. Deze liederen kunnen namelijk bijdragen aan ,,een rijker en dieper geestelijke leven'' van gemeenteleden.
Voorlichting
Als een grote meerderheid van de gemeenteleden voor het zingen van andere liederen in de dienst is, raadt Baas een kerkenraad ,,een goed gesprek te voeren en goede voorlichting geven''. ,,Je kunt niet altijd blijven rekenen met de 'drie' mensen die tegen zijn, want straks gaan er 'tien' weg. 'Angst' mag niet regeren in de christelijke gemeente.'' Baas moet er niets van hebben dat kerkenraden schermen met het argument dat je geen 'aanstoot' moet geven. De opmerking van de apostel Paulus om gemeenteleden niet te ergeren, wordt vaak misbruikt voor tweede- en derderangs discussiepunten als gezangen, ritmisch zingen, broeken en hoeden. ,,Dat is een verkeerde uitleg. Zulke opmerkingen hebben een verlammende invloed op de groei en de ontwikkeling van de gemeente. Dan kan er namelijk nooit iets buiten het gebruikelijke patroon worden gedaan. Het gaat Paulus in de brief aan de gemeente van Korinte om veel ernstiger zaken waarbij je voor mensen een struikelblok opwerpt op de weg naar de eeuwige zaligheid.''
Puber
Zingen vindt Baas heel belangrijk. Hij stimuleert zijn dochter om de liederen die zij speelt, op de piano mee te zingen. Als puber is het niet gemakkelijk je geloof te uiten, weet hij uit eigen ervaring. Zelf leerde hij orgelspelen met behulp van ,,psalmen, lofzangen en de geestelijke liederen'' uit de hervormde bundel met psalmen en gezangen uit 1938 en de liederenbundel van Johannes de Heer. ,,Uit de kerk over de preek praten deed je niet, maar door te zingen liet je toch horen wat het gehoorde Woord met je deed.'' Zingen in de eredienst is onmisbaar, vindt Baas. ,,Als een preek evangelie-kaal is, kan een lied met inhoud veel goed maken.''
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond - waar Baas tot voor kort ook deel van uit maakte - stimuleert op grond van de traditie het zingen van psalmen en enige gezangen in de kerkdiensten. Maar de achterban van de Gereformeerde Bond is breed. Baas signaleert dat gemeenten die vanouds gezangen zingen, toch een predikant uit de kring van de Gereformeerde Bond zoeken. En in toenemende mate gaan gemeenten waar alleen psalmen werden gezongen, ook over op het zingen van gezangen.
Baas ergert zich aan het beeld van buitenstaanders dat 'bonders alleen psalmen zingen'. ,,Wij zijn zeven dagen in de week gemeente. In de dienst worden dan meestal alleen psalmen gezongen - en daar behoeven ons niet voor te schamen - maar daarbuiten niet.'' Baas laat op allerlei doordeweekse bijeenkomsten naast psalmen ook andere liederen zingen. En dat is gemeengoed in de gemiddelde gereformeerde-bondsgemeente. Tijdens catechisaties, maar vooral op kringavonden en bij jeugdclubs worden liederen gezongen, waarbij veelal de verzamelbundel Op toonhoogte van de Hervormde Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) wordt gebruikt.
Baas erkent volmondig de inconsequentie van het heersende beleid. Tijdens christelijke hoogtijdagen als Kerst, Pasen en Pinksteren zingen veel gereformeerde-bondsgemeenten voor de dienst een aantal liederen en na de dienst het Ere zij God. ,,Soms schaam ik mij daarvoor'', zegt Baas, terwijl hij zijn hand voor zijn ogen slaat. ,,Hoe leg ik dit aan de jongeren van de gemeente uit? Net of voor en na de zegen de Here God niet meeluistert.''
Mode
Om een lied in de dienst te laten zingen, is het voor Baas wel essentieel dat de inhoud in overeenstemming is met de Bijbel. Concreet gaat zijn voorkeur uit naar de klassiekere gezangen en bijbelliederen, zoals Welke vriend is onze Jezus. ,,Je kunt wel met elke mode meelopen, maar dan beklijft er niets.'' Zelf is hij lid geweest van de werkgroep Stichting Geestelijk Lied Gereformeerde Gezindte, die onder andere de liedbundel Uit Aller Mond heeft uitgegeven. Daarin zijn naast de klassiekere liederen, zoals Baas ze typeert, ook ,,nieuwe schriftgebonden liederen'' opgenomen. Maar hij betreurt het dat deze liederen jongeren niet of nauwelijks aanspreken. ,,Mijn zorg is dan ook dat wij in de gereformeerde gezindte door alleen psalmen te zingen nu een fase hebben overgeslagen waardoor alleen opwekkingsliederen jongeren nog aanspreken.'' Tegelijk wil Baas daar niet te krampachtig op reageren. ,,In mijn tijd was er in mijn omgeving ook kritiek op Johannes de Heer, maar die liederen maakten wel wat bij je los.'' Gun jongeren ook wel wat ruimte, vindt Baas en leg niet op alle slakken zout. ,,Ik zeg tegen jongeren: ga alsjeblieft fijn zingen!''.