• Gedichten

Geytenbeekje schreef: Mooi gedicht, ik ken haar niet. Staan er meer gedichten van haar op internet?

Zie hier:
https://theologienet.nl/bestanden/Zondag_Jansje.pdf

ik zit naar aanleiding van de column van Ds Belder gisteren, wat gedichten van Guido Gezelle te lezen online.
Wat een diepgang in een paar regels:

Dank, o God, dat Ge uit het kwaad ook
goed te trekken machtig zijt,
en, beleedigd, Uw genade ook
in de straffe indachtig zijt!

of

Kunt gij, God, den mensch nog goed doen,
die maar U tot vijand heeft,
die hetgeen hij, door Uw toedoen,
geven kan, U niet en geeft?

Deze lijkt me wel mooi voor in een poezie album:

Leeft gij lange of korte dagen,
moet gij leed of leute dragen,
God, die 't eene en 't ander geeft,
zal u 't een en 't ander laten
in dit vluchtig leven baten,
zoo gij 't voor en met Hem leeft.

Ook van Guido Gezelle

Bertiel schreef:Deze lijkt me wel mooi voor in een poezie album:

Leeft gij lange of korte dagen,
moet gij leed of leute dragen,
God, die 't eene en 't ander geeft,
zal u 't een en 't ander laten
in dit vluchtig leven baten,
zoo gij 't voor en met Hem leeft.

Ook van Guido Gezelle

Maar niet makkelijk. Ik moest het drie keer lezen.

Klopt idd, maar misschien wel goed om ze zo wat mee te geven.
Nu kan ik niet heugen in een poeziealbum te hebben geschreven, bestaat dat fenoneem nog?

Gedenk den smaad, dien elk van Uwe knechten lijdt,
waarmee elk machtig volk mijn bang gemoed doorsnijdt.
Den smaad, o HEER', waarmee Uw haters ons beladen,
waarmede zij den gang van Uw gezalfde smaden.
Gij immers wilt of zult nooit onze hoop beschamen:
den HEER' zij eeuwig lof, en elk zegg': "Amen, Amen!"
Psalm 89 vers 20 (berijmd)

Voor een opgejaagd volkje dat van alle zijden worden bestreden
en dat niet altijd kan doorzien, waar toch voor geldt:

Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht;
Zij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen;
Want God is hen ten schild in 't strijdperk van dit leven,
En hunne Koning is van Isrels God gegeven.

En dan nu de toepassing, maar die is zeer persoonlijk.

Lie still, and let Him mould thee!
Oh, Lord, I would obey;
Be Thou the skillful Potter,
And I the yielding clay.

Bend me, oh, bend me to Thy will,
While in Thy hand I’m lying still.

In Thy dear hand I’m resting,
Oh, hold me quiet there;
Then soften me and mould me,
And for Thy will prepare.

I need not fear to trust Thee,
Thy love and skill are such,
New lessons Thou wilt teach me,
While yielding to Thy touch.

Impress Thine image on me,
Fulfil Thy blest design,
Till others see upon me
That beauteous face of Thine.

By Ada Habershon 1861-1918

Vanaf begin jaren 60 t/m eind jaren 80 verhuurden wij een huis voor vakantiegangers die rust zochten in Overijssel. Een van de gasten plaatste een mooi gedicht op een van de schuren die rond ons huis stonden.
Onze gasten konden zo het gedicht goed lezen:

Reizen

Wat baat ‘t veel gereisd in landen wijd-gelegen
Zo gij niet in en gaat des Heren smalle wegen?
Wat baat ‘t te bezien zo menig schone stad
Zo gij het hemelrijk in ‘t harte niet bevat?

Wat baat ‘t dat gij roemt van velerhande spraken
Indien des Geestes taal u niet en kan vermaken?

Wat baat ‘t dat gij weet, en vele daar van kout,
Hoe hier of daar een waard zijn gasten onderhoudt
Indien gij niet en weet hoe dat gij moet onthalen
Die gast die in uw ziel komt van de hemel dalen?

Reis vrij ter plaatse waar gij vreemde dingen ziet,
Maar wacht u, en vervreemd van uwe Schepper niet.

Jacobus Revius Over-Ysselsche sangen en dichten (1630)

Wie kent dit gedicht:
hoger dan de hoogste tolken vloog deze adelaar door de wolken wat voorspeld is wat vervuld is wat in neven gehuld is niemand die het zo klaar doorzag.

https://www.dbnl.org/tekst/alph002proe0 ... 1_0037.php

Met dank aan @Mannetje die de website deelde.

Heer'!, wijs mij toch Uwe wegen,
Die Gij wilt dat ik zal gaan;
tot dezelve maak genegen
mij, en doe mij die verstaan.
Leer en stier mij naar Uw woord,
in Uwe waarheid geprezen,
Gij zijt mijn hulp; dies nu voort
wacht ik op U in dit wezen.

Wie is hij, die altijd spoedig
onzen God vreest bovenal?
Die werd geleerd overvloedig
van den weg, dien hij gaan zal.
Die zal bezitten zijn goed,
met stilheid ende met vrede;
zijn zaad zal in overvloed
het land ook bezitten mede.

Psalm 25 vers 2 en 6 (Datheen)

GerefGemeente-lid schreef:Heer'!, wijs mij toch Uwe wegen,

Psalm 25 vers 2 en 6 (Datheen)

Zelfs Datheen schreef dat apostrofje niet. Ook hier is het erin geknutseld.

https://theologienet.nl/bestanden/Dathe ... ijming.pdf

GerefGemeente-lid schreef:Heer'!, wijs mij toch Uwe wegen,
Die Gij wilt dat ik zal gaan;
tot dezelve maak genegen
mij, en doe mij die verstaan.
Leer en stier mij naar Uw woord,
in Uwe waarheid geprezen,
Gij zijt mijn hulp; dies nu voort
wacht ik op U in dit wezen.

Wie is hij, die altijd spoedig
onzen God vreest bovenal?
Die werd geleerd overvloedig
van den weg, dien hij gaan zal.
Die zal bezitten zijn goed,
met stilheid ende met vrede;
zijn zaad zal in overvloed
het land ook bezitten mede.

Psalm 25 vers 2 en 6 (Datheen)

Mooi! Ik heb Datheen tot zo'n vijftien jaar geleden wekelijks in de erediensten gezongen. En ik had pas de ervaring dat ik een psalm wilde zingen en met geen mogelijkheid meer kon bedenken hoe de tekst in '1773' was, maar wel in Datheen.

In herinnering aan de voor ons onvergetelijke ds. J. Mijnders.

Den vromen zal voortaan
't Licht des troostes opgaan;
Blijdschap komt na veel smarten
Allen oprechten harten.
Komt dan, gij vromen rein,
Verblijdt u groot en klein;
In den Heer u verheugt
En prijst (zijnde vol vreugd)
Zijn goedheid in 't gemein.

Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten

Re: Gedichten