In de GKv heeft de synode zich hier net over gebogen. Bij deze kort wat informatie daarover, een
uitgebreide versie van de belangrijkste besluiten van de synode zijn online te vinden.
Besluit 3:
Uit te spreken dat in de Gereformeerde Kerken in de regel nieuwe huwelijken na een echtscheiding niet kerkelijk bevestigd zullen worden.
Gronden:
De Heilige Schrift legt alle nadruk op de onontbindbaarheid van het huwelijk (Mat. 19: 6);
het past bij de stijl van het koninkrijk, zoals de Here Jezus ons die geleerd heeft, grote nadruk te leggen op het karakter van het gegeven jawoord. Een eenmaal gegeven belofte blijft gelden en blijft ook naklinken na een scheiding;
voor kerkenraden is het vaak onmogelijk een echtscheidingssituatie goed te beoordelen, zeker als (een deel van) de geschiedenis zich buiten eigen gemeente heeft afgespeeld;
kerkenraden houden een eigen verantwoordelijkheid t.a.v. de vraag of een tweede huwelijk na echtscheiding aanvaardbaar is en kerkelijk bevestigd kan worden.
Uitgangspunten:
Het huwelijk is door de Here ingesteld. Deze hechte band tussen man en vrouw mag niet door mensen ontbonden worden (Gen. 2:24; Mal. 2:14-16; Mat. 19:3-9; 1 Kor. 7:10-11). Echtscheiding is een ernstig kwaad, dat zoveel mogelijk voorkomen en bestreden moet worden. Leven naar de stijl van het koninkrijk van Christus betekent dat we bij alle huwelijksmoeiten inzetten op verzoening en herstel van de relatie.
Indien een huwelijk ten gevolge van zonden of door de gevolgen van de zondeval is aangetast, dient in navolging van Christus middels berouw, vergeving en verzoening gestreefd te worden naar het herstel van de huwelijksband en/of in de weg van zelfverloochening de huwelijksband zoveel mogelijk te worden bewaard. Daarbij kan echter blijken dat in een echtscheiding moet worden berust.
In geval van de feitelijke beëindiging van de huwelijksband past het het meest bij de stijl van het koninkrijk van Christus het huwelijk formeel in stand te laten en te kiezen voor een oplossing waarbij de partners onderling afspraken maken en (doen) vastleggen of voor scheiding van tafel en bed.
Ook in de hiervoor bedoelde situaties blijft de gegeven trouwbelofte van kracht, zolang de beide echtgenoten in leven zijn. Daarom past hertrouwen na een scheiding in principe niet bij de stijl van het koninkrijk van Christus.
De kerkelijke bevestiging van een opvolgend huwelijk is in de regel niet mogelijk indien het voorafgaande huwelijk door echtscheiding is ontbonden.
Richtlijnen:
Wanneer zich een scheiding dreigt voor te doen in het huwelijk van kerkleden, zal de kerkenraad zijn herderlijke zorg voor de betrokkenen gestalte geven in troost, bemoediging en vermaan. Indien de kerkenraad op basis van gesprekken met betrokken partijen zich een oordeel vormt over de situatie, zal dit oordeel geargumenteerd in de notulen worden vastgelegd.
Indien de kerkenraad behoefte heeft aan advies, bijvoorbeeld indien tussen de kerkenraad en de betrokken gemeenteleden verschil van inzicht blijft bestaan over de vraag of in de beëindiging van het huwelijk en/of een opvolgend huwelijk moet worden berust in het licht van Gods Woord, dan kan de kerkenraad advies vragen aan de Raad van Advies. Ook kan de kerkenraad naar art. 41 K.O. advies vragen aan de classis.
Indien betrokkenen (of één van hen) vertrekken naar een andere gemeente, gedurende de tijd dat de sub 3 genoemde situatie zich voordoet, wordt aan de kerkenraad aldaar beknopt de informatie verstrekt die noodzakelijk is voor de overdracht van de ambtelijke zorg. Voordat de andere kerkenraad wordt ingelicht, zal de betrokken broeder en/of zuster op de hoogte worden gesteld van de inhoud van deze informatie.
Is de echtscheiding een feit geworden, dan wordt op de attestatie vermeld: "deze broeder/ zuster is gehuwd geweest. Het huwelijk werd op (datum) ontbonden door echtscheiding. Hij/zij was op dat moment lid van de Geref. Kerk te..."
Indien een kerkenraad nadere informatie nodig heeft, met name ter beoordeling van een eventuele nieuwe huwelijkssluiting, zal hij met medeweten van de betrokkene zich wenden tot de raad van de in de attestatie genoemde kerk.
Overleg zal plaatsvinden tussen kerkenraden die met dezelfde huwelijksbreuk en echtscheiding te maken krijgen. De resultaten van dit overleg zullen schriftelijk worden vastgelegd.
Indien zich tussen de betrokken kerkenraden een verschil voordoet in de beoordeling van een huwelijksbreuk en zij tot verschillende oordelen komen ten aanzien van tuchtoefening en/of kerkelijke bevestiging van een nieuw huwelijk, zal aan de Raad van Advies dan wel de classis van de kerk die in de desbetreffende zaak een beslissing moet nemen, advies worden gevraagd.
In situaties van echtscheiding of hertrouwen, waarbij sprake is van verwerping van vermaan en verharding in de zonde, zal de kerkenraad censuur toepassen naar art. 76 K.O.
Een kerkenraad zal de aanvullende maatregel toepassen in situaties die bekend zijn geworden in de gemeente en waar het uitblijven van een publiek signaal ondermijnende effecten kan hebben op anderen.
De mededeling aan de gemeente kan zowel plaatsvinden in situaties waarin een kerkenraad betrokkene(n) niet afhoudt van het heilig avondmaal als in situaties waarin daarvan (nu of later) wel sprake kan zijn.
Het verdient aanbeveling dat elke kerkenraad een huwelijkscatechese verzorgt en dat het volgen van die catechese krachtig wordt gestimuleerd voor hen die zich op hun huwelijk voorbereiden en te zijner tijd een kerkelijke huwelijksbevestiging zullen aanvragen.