Een tijdje geleden heb ik van iemand van de afgescheiden tak van GKV een stuk tekst ontvangen, met argumenten om vooral geen NBV te lezen. Ik ben wel benieuwd wat jullie er van vinden.
Het bestaat uit een inleiding, en dan de negen punten uitgelegd. Laat ik beginnen met het posten van de eerste twee punten. Dan kan ik later volgende punten posten.
Bron:Negen punten waarom de Nieuwe Bijbelvertaling niet aanvaarbaar is.
De Bijbel is niet zomaar een boek. Voor velen is het het boek van God, waarin Hij rechtstreeks tot hen spreekt. Dat boek ordent hun denken. Dat boek geeft hun leven perspectief. Aan dat boek vertrouwen zij met hun hele hebben en houden, bovenal met hun kostelijke ziel, zich toe. Boeken vertalen vereist altijd al zorgvuldigheid, maar bij de Bijbel geeft dit daar een extra dimensie aan. Hieraan moest ik denken, nu mij gevraagd is een beoordeling te geven van de Nieuwe Bijbelvertaling, die 27 oktober verschenen is.
De trefwoorden van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) zijn brontekstgetrouw en doeltaalgericht. Prachtig, maar de vraag is, wat er gebeurt wanneer deze twee principes op elkaar botsen. De keus van de NBV is dan duidelijk: Het dient altijd goed lopend, natuurlijk Nederlands te zijn.Bij de Statenvertaling (en dat geldt ook nog in belangrijke mate van de NBG-1951 vertaling) heeft het brontekstgetrouw dan voorrang. Het is gezien het karakter van dit boek van het grootste belang, de oorspronkelijke tekst bij de overgang van de ene taal in de andere zo getrouw mogelijk te behouden voor de lezer. Niet de natuurlijkheid van het Nederlands was dan de maatstaf, maar het zo zorgvuldig mogelijk weergeven van de eigenheid van het bijbelse spreken. Hebraïsmen en graecismen werden meevertaald om maar zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke te blijven, ook al kreeg het Nederlands daardoor iets stijfs en onnatuurlijks. Dat betekende ook concordant vertalen, dat wil zeggen voor een bepaald woord uit de brontekst in de doeltaal zoveel mogelijk één en hetzelfde woord gebruiken, ook als dat misschien strijdt met natuurlijk Nederlands. De NBV heeft gestreefd naar gangbaar Nederlands. Maar we moeten er ons van bewust zijn, dat het hier om een niet-gangbare boodschap gaat, een boodschap van de Andere zijde. Om die passend weer te geven, hebben de Statenvertalers, indien nodig, zelfs nieuwe woorden gemaakt. Iedere vertaler in de zending weet daaran.
Begrijpelijk
En nog een laatste vooropmerking. Eén van de doelstellingen van de NBV was, dat de vertelling ook voor een buitenkerkelijke lezer direct begrijpelijk diende te zijn. Dat is een loffelijk streven, maar daarbij dient wel bedacht te worden, dat de bijbelschrijvers - niet één uitgezonderd - zich richtten op mensen die al bekend waren met het geloof. Toen Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, dacht hij daarbij niet aan een willekeurige heidense Romeinse soldaat, maar aan een concrete gemeente van christenen. Alle bijbelboeken veronderstellen bij de lezers op zijn minst basiskennis van geloofszaken, ook Markus en Lukas. Het is overvragen, wanneer men van een vertaling iets anders verlangt. Het is duidelijk, dat wie instemt met bovenstaande overwegingen de NBV reeds afgewezen heeft op haar uitgangspunten. Maar nu ligt het resultaat op tafel. We weten dat vertalen altijd het brengen van offers betekent. In het vertalen gaan onherroepelijk zaken verloren, maar daar staat weer winst tegenover, bijvoorbeeld van grotere leesbaarheid. De vraag is derhalve: Is wat in deze vertaling verloren is gegaan, echt onopgeefbaar? Ik meen van wel, en wil dit laten zien op negen punten. Ik vergelijk daarvoor de NBV met de Statenvertaling, omdat ik daarmee altijd geleefd heb, maar bijna alles gaat ook op voor de mensen die vergroeid zijn met de NBG-vertaling van 1951. Er zouden natuurlijk meer punten te noemen zijn. Zeker zou een tiende punt gepast zijn geweest over de vraag van welke brontekst een bijbelvertaling dient uit te gaan. Met name voor het Nieuwe Testament is dat van belang, maar dit artikel zou dan te lang worden.
1 - Het Hebreeuwse taaleigen
In de NBV is de taal zonder het Hebreeuwse coloriet op menige plaats zo kaal en plat geworden. Theologisch kan ik bepaald niet door één deur met ds. Nico ter Linden, maar ik val hem bij waar hij heeft gewezen op Genesis 23. Het eerste vers is in de Statenvertaling een compleet en prachtig hebraïsme: 'En het leven van Sara was honderd zeven en twintig jaar; dit waren de jaren des levens van Sara.' Wat klinkt de NBV dan kil: 'Sara leefde honderdzevenentwintig jaar.' Punt uit! Sara sterft, Abraham beweent haar en dan vervolgt de Statenvertaling, letterlijk volgens het Hebreeuws: 'Daarna stond Abraham op van het aangezicht van zijn dode.' We zien het voor ons. Onvergetelijk teer.Wat heeft de NBV: 'stond hij op, verliet de tent waarin zijn overleden vrouw lag'.
Jeremia 31:16: 'Bedwing uw stem van geween en uw ogen van tranen'. Wat steekt de NBV daar koud bij af: 'Huil niet langer, droog je tranen'. Genesis 6:6b 'En het smartte Hem aan Zijn hart' is in de NBV vervangen door 'zich diep gekwetst voelen', hedendaags hulpverlenersjargon, maar op die plaats volstrekt niet passend.
In Ruth 1:6 hoort Naomi in de NBV, 'dat de Heer zich het lot van zijn volk had aangetrokken en dat het weer te eten had'. Hier is niet meer duidelijk, dat God het volk weer te eten had gegeven, en bovendien wordt er in het Hebreeuws niet van eten gesproken, maar van brood. Dat had een vertaler nooit mogen verwaarlozen. Ruth is toch het boek van Bethlehem, het Broodhuis! De mooie en duidelijke zegswijze 'Het is u hard tegen de prikkels de verzenen te slaan', Handelingen 26:14, is afgeplat tot 'Je kwelt jezelf door je zinloze halsstarrigheid'.De Statenvertalers hebben met hun herkenbaar Hebreeuws en Grieks idioom de lezer opgetrokken tot de tekst. De NBV-ers hebben de tekst af laten zakken naar het niveau van de lezer.
2 - Niet meer gangbaar?
In de tweede plaats noem ik woorden die uit de Bijbel verdwenen zijn omdat ze blijkbaar niet meer als gangbaar Nederlands worden beschouwd. Zo is goedertierenheid) in het Nieuwe Testament overal goed(heid) geworden (bijv. 1 Petr. 2:3. Rom. 11:22). Afgezien van het feit dat goedertieren volgens Van Dale nog gewoon gangbaar is, heeft dit woord een meerwaarde boven goed: in goedertierenheid zit ook het element van barmhartigheid. Het woord 'zalig', van de zaligsprekingen in Mattheüs 5, is consequent vervangen door 'gelukkig'. Daarmee is het eeuwigheidsperspectief eruit. 'Innerlijk met ontferming bewogen worden' heet nu 'medelijden voelen' (Matth. 9:36; 14:14).Het begrip 'vreze des Heeren' is weergegeven als 'ontzag voor de Heer' of 'eerbied voor de Heer'. Dat is maar één zijde van de vreze des Heeren. Er ligt in deze uitdrukking tegelijk ook vertrouwen. Daarom had zij zo gehandhaafd moeten blijven. Ontslapen is vervangen door sterven (Hand. 7:60. 1 Kor. 15:20), terwijl de gedachte aan een slaap zo heel duidelijk in de brontekst zit. Heil is redding geworden, ongerechtigheid werd onrecht of schuld, welbehagen is vervangen door wil of verlangen. Al deze termen zijn gestempeld door een bepaalde traditie. Hun vervanging betekent een verzwakte zeggingskracht. Moesten deze (volgens Van Dale allemaal nog gangbare) woorden nu echt geofferd worden voor het natuurlijk Nederlands?
(dit artikel is oorspronkelijk geschreven voor het Friesch Dagblad en daarin (in onrkorte versie) geplaatst 13 november 2004. In het beschikbaar gestelde recensie-exemplaar van de NBV ontbraken de inleidingen op de bijbelboeken, zodat we daarop niet hebben kunnen reageren)
L. M. P. Scholten