denkertje21 schreef:Wetboeken in hun verband
Deuteronomium en Leviticus zijn wetboeken geschreven voor het volk van Israël nadat ze uit Egypte zijn gevoerd. Vanuit de 70 mensen die ten tijde van Jozef in Egypte kwamen wonen, was een heel volk ontstaan, een volk dat vele jaren zwaar onderdrukt had geleefd, de laatste tijd zelfs als dwangarbeiders.
Na de strijd tussen Mozes en de farao, waren de Joden eindelijk vrij en mochten ze Egypte verlaten. Maar als een volk generaties lang als slaven behandeld is, is het logisch dat de algemene opleiding nihil is. Daarnaast bracht de plotselinge vrijheid ook risico's op ontsporing met zich mee. Maar dit volk moest wel een nieuw land gaan opbouwen, een land waarin het geloof in Jaweh een centrale rol moest spelen.
Vandaar dat er drastische maatregelen nodig waren. Deze drastische maatregelen bestonden uit een strenge en duidelijke wetten. Streng en duidelijk, zodat er voor het laag opgeleide volk geen misverstanden konden zijn. De behoefte aan duidelijkheid leidde er zelfs toe dat alles wat niet duidelijk in een vakje paste afgewezen werd; zelfs het dragen van kleding gemaakt uit twee verschillende grondstoffen was verboden.
De oude generatie had moeite met deze nieuwe wetten, vandaar dat het volk zelf door de woestijn moest blijven dwalen tot de hele oudere generatie overleden zou zijn. De nieuwe generatie die het beloofde land mocht binnentrekken, was dus van kinds af aan opgevoed met deze nieuwe wetten en konden zo een frisse start maken. Daarnaast konden deze kinderen tijdens hun verblijf in de woestijn een betere algemene opleiding krijgen, zodat zij beter in staat waren zelfstandige sociale structuren op te zetten in het nieuwe land.
Ho, je vergeet dat die wetten Góds wetten waren. En dus niet drastisch ofzo, maar gewoon een uiting van Gods wil met Israël. De oude generatie zondigde tegen God, toen zij die wetten ongehoorzaam waren.
Wat staat er in de wet?
Er staat in dat homoseksueel handelen verboden is, maar er staat nog veel meer in, bijv. in Leviticus;
1: wetten voor het brandoffer (nu niet meer van toepassing)
2: wetten voor het spijsoffer (nu niet meer van toepassing)
3: wetten voor het dankoffer (nu niet meer van toepassing)
4: wetten voor het zondoffer (nu niet meer van toepassing)
5: wetten voor het schuldoffer (nu niet meer van toepassing)
6: strafmaat voor diefstal en leugens (nu achterhaald)
6: wetten voor het bereiden van het brandoffer (nu niet meer van toepassing)
11: wetten over reine en onreine dieren (alleen van toepassing voor Joden)
12: wetten voor reiniging van kraamvrouwen (kunnen nu als vreemd en discriminerend worden opgevat)
19:9 een deel van de oogst laten staan voor de armen (nu niet meer van toepassing)
19:10 afgevallen oogst laten liggen voor de armen (nu niet meer van toepassing)
19:19 verschillende beesten mogen niet samenwerken (?? nu niet meer van toepassing)
19:19 geen 2 verschillende zaden tegelijk zaaien. (biologisch achterhaald en nu niet meer van toepassing)
19:9 alleen kleding van één grondstof (welke Christen let op de labels van zijn kleding?)
19:20 overspel met een dienstmaagd (slavin) wordt alleen bestraft met geseling i.p.v. de dood bij seks met een vrij iemand. (klasse onderscheid; het zou juist zwaarder bestraft moeten worden!)
19:27 gij zult de hoeken uws hoofd niet rond afscheren .. (wat was dat nu?)
19:18 seks met een ongestelde vrouw leidt tot verbanning (hoor ik nooit iemand over)
21:18-22 kreupelen, blinden, en ander gehandicapten, extreem lange of dwergen mogen niet aan God offeren: want dan ontheiligen zij zijn heiligdom! (discriminatie! wel een tekst die het in de 2e wereldoorlog waarschijnlijk wel aansloeg bij bepaalde groepen)
Kortom: een hele rij met regels en wetten waar geen zinnig mens zich nu nog aan zou houden. T.a.v. homofilie wordt ineens een onverzettelijk standpunt ingenomen. Het kan niet anders zijn dat deze selectiviteit het gevolg is van angst voor homofilie of het resultaat van historisch gegroeide "normen".
Er is onderscheid tussen heiligheidswetten en morele wetten. De heiligheidswetten waren gekoppeld aan het Joodse volk en de Joodse eredienst, en zijn met Christus komst vervallen. De morele wetten, in ieder geval de 10 geboden en de gruwel-teksten, gelden in de NT-bedeling nog. Een argument hiervoor is, dat deze in het NT (en ja, ook het verbod op homo-sexualiteit) herhaald worden.
Wat staat er in de brieven?
Romeinen 1:27 "En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende."
Deze tekst moet in verband gelezen worden. Het beste kun je Romeinen 1 en 2 helemaal lezen:
In 1:20 "Want zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien"
Hier wordt dus verteld dat ieder mens Christen of heiden een besef heeft van God en een besef van goed en kwaad. Vervolgens wordt verteld dat de mensen zich niet naar dit besef luisteren en God niet hebben verheerlijkt.
In 1:24 "Daarom heeft hen God ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren."
Hier wordt dus aangegeven dat seksuele losbandigheid de straf is voor het niet luisteren naar God. Maar behalve seksuele losbandigheid wordt in 1:29 ook andere straffen genoemd: "Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid; vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid: ..."
Boosheid, gierigheid, valt hier dus in dezelfde categorie als homofilie. Hoeveel Christenen realiseren zich dat?
Klopt. Dat de zonde van praktiserende homofilie steeds vaker openbaar komt, en dat de overheid er alles aan doet om homosexualiteit als "normaal" voor te stellen, is inderdaad een gruwelijke straf van God. Net als een toenemend aantal gevallen van ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid; vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid
Maar dan in 1:31 "Onverstandigen, verbondbrekers, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijken, onbarmhartigen"
Het lijkt hier dat homofilie verbonden wordt met lust en seks zonder natuurlijke liefde. In veel gevallen zal dit misschien ook zo zijn, maar wat met de oprechte homofiel die gewoon een liefdevolle relatie met één persoon wil opbouwen? Valt die wel in die categorie?
Exegetisch is er geen enkele reden om de link die jij hier wil leggen, te zien. De tekst kan het beste gelezen als opsomming. Homo-sexualiteit is één van de zaken die opgesomd wordt. Een verbinding met "zonder natuurlijke liefde" is puur willekeurig, en dus exegetisch onverantwoord.
Vervolgens gaan we Romeinen 2:1 lezen: "Daarom zijn gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt , die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen."
De tekst in Romeinen 1 en 2 is dus niet geschreven om de homofielen te veroordelen, maar om aan te tonen dat elke mens een zondaar is, en dat wij elkaar niet om onze zonden mogen veroordelen, omdat wij zelf minstens net zo erg zondaar zijn!!
Dat is niet juist. Paulus veroordeeld wel degelijk in zijn brieven. Hij gebruikt een rhetorisch stijlfiguur, om die zaken te veroordelen, en tegelijkertijd degenen aan wie hij de Romeinenbrief schrijft, schuldig te stellen. De NBV vertaald dit erg goed:
Rom 2:1 Natuurlijk, u veroordeelt dit alles. Maar u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. 2
Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt. 3 Of denkt u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van God kunt ontlopen?
1 Cor. 6:10 "Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beerven."
En vervolgens: 1 Cor.6:11 "En dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt geheiligd in den Naam van den Heere Jezus, en door den Geest onzes Gods"
Waar het in deze brief over gaat, is dat de gemeenschap in Korinthe geen eenheid vormt. Onderling hebben ze ruzie en ze gaan naar de rechters om hun gelijk te halen. Paulus vraagt hun of er dan niemand binnen de gemeenschap is die kan bemiddelen of niemand de schulden van de ander kan vergeven. En vervolgens herinnert hij ze er aan dat ze alleen maar geheiligd zijn doordat hun zonden hun vergeven zijn. Met andere woorden: Uw schulden zijn u vergeven, vergeef dus nu ook de schulden van uw broeders. Door alleen naar 1 Corr 6:10 te wijzen, gebruikt men het voorbeeld als argument. Een omgekeerde redenatie kan dan volgen. Vergelijk: "Als het regent wordt het gras nat" omgekeerd: Als het gras nat is heeft het dus geregend! Deze conclusie is vaak waar, maar kan niet als maatgevend worden gebruikt.
Vers 10 is duidelijk een vermaning, het begint immers met "dwaalt niet".
9 Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beërven?
10 Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven.
De enige juiste lezing is gewoon de meest voor de hand liggende. De tekst, geparafraseerd, luidt:
"Weten jullie niet dat onrechtvaardigen niet in het Koninkrijk der hemelen zullen komen? Hou jezelf niet voor de gek! Hoerenlopers, (...), homosexuelen, (...) en dieven komen echt het Koninkrijk Gods niet in!"
Het Bijbelgedeelte zegt veel meer, dat is waar, maar bovenstaande zegt het ook heel duidelijk. En hoe je het ook wendt of keert, die woorden staan er in hun volle kracht.