In deze verzen is sprake van parallelrijm, dat je in de Psalmen veel tegenkomt: in het tweede deel wordt in feite dezelfde gedachte geuit als in het eerste, maar dan in andere bewoordingen.Gian schreef:Dit is altijd de grote vraag geweest in de reformatorische theologie.hervormde schreef: is de gelovige deels geestelijk en deels vleselijk, of is hij totaal vleselijk en totaal geestelijk.
Ik geloof dat een mens bestaat uit lichaam, ziel en geest.
46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere;
47 En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker;
Ik geloof niet dat je uit deze poëtisch geformuleerde lofprijzing een verschil tussen 'ziel' en 'geest' kunt concluderen.