Dat klopt, evenals in bijvoorbeeld 1 Korinthe 12, een brief die zeker voor Hand. 28 is geschreven.Toeschouwer schreef: Afgewezen,
Dat kan ik wel bewijzen. In de brief aan Efeze en Kolosse wordt gesproken over de gemeente als het lichaam van Christus.
Dat is onjuist: deze verborgenheid is geopenbaard aan "aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest;" (Ef. 3:5), dus niet exclusief aan Paulus.Toeschouwer schreef:Dat was een verborgenheid, alleen aan Paulus geopenbaard.
Het tijdstip is pure speculatie. Sterker nog: de gemeente was er al lang voor die tijd. Dat Paulus het nadien opgeschreven heeft, is daarbij uitleg bij die werkelijkheid.Toeschouwer schreef:Dat geheimenis is Paulus geopenbaard nadat hij gezegd had: Handelingen 28:26 en vervolgens:
Ook dat is het met een bedelingenbril de bijbel indelen in vakjes: een vakje voor Israel en een vakje voor de gemeente.Toeschouwer schreef:En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen,
Zeggende: Ga heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.
Want het hart dezes volks is dik geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze.
Het zij u dan bekend, dat de zaligheid Gods den heidenen gezonden is, en dezelve zullen horen.
Voor deze tijd was de boodschap van Paulus nog steeds gericht op de aanneming van de Messias, de Heere Jezus door Israël. Na die tijd niet meer, en daar gaat het over in de Efezebrief.
De werkelijkheid is toch iets anders. Paulus ging niet uitsluitend naar de heidenen om Israel zalig te maken en nog minder om een koninkrijk in Israel op te richten. Hij ging naar de heidenen, omdat God het volgende had geboden:
Hand. 13:47 Want alzo heeft ons de Heere geboden, zeggende: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot zaligheid, tot aan het uiterste der aarde.
48 Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven.
Het gaat dus om de redding van de heidenen, die daartoe verkoren zijn.
Daarnaast is het program van het boek Handelingen in 2 teksten samen te vatten:
Hand. 1:8b gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.
Hand. 9:15b deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen, en de koningen, en de kinderen Israëls.
Dat is allemaal gebeurd.
Ach, hetzelfde Koninkrijk van God wordt verkondigd (Hand. 28:23 en Hand. 28:31). Er is niets dat aanleiding geeft om te veronderstellen dat we een verschil in boodschap hebben tussen beide verzen.Toeschouwer schreef: Maar dat verklaart tevens dat jij geen verschil ziet in de boodschap van Paulus van voor Hand. 28 met die na Hand. 28.
Dat is voor mij crusiaal in het verstaan.
De aanhaling van Jes. 6 in dit verband, dient niet tot terzijdestelling van heel het volk, maar alleen van dat deel van het volk dat zich verhardt, net als in de andere aanhalingen van dat vers in het nieuwe testament (Matt. 13:14; Mark. 4:12; Luk. 8:10; Joh. 12:40; Rom. 11:8)
Wat betreft de Efeze- en Kolossebrieven aan de ene hand en de andere brieven aan de andere hand, geloof ik best dat er thematische verschillen zijn. Maar dat is wat anders dan een geheel andere boodschap, die zelfs in tegenstelling moet staan tot de voorgaande. Integendeel zeg ik dan. Er is sprake van eenheid, met onderscheid in thematiek. De Efeze- en Kolossenzenbrieven zijn meer algemeen van aard, met nadruk op de leer van de gemeente, terwijl de overige brieven meer praktijkgericht van aard zijn.
Er is meer in theologieland te vinden dan vervangingsleer of bedelingenleer. Gelukkig wel.Toeschouwer schreef:Maar dat heeft alles te maken met de vervangingsleer, die is toch wel heel funest tot vandaag op de dag.