Met dit boek beoogt de auteur ‘een ontdekking van de rechte wijze, om Christus te gebruiken tot heiligmaking’. Uitgangspunt is Johannes 14:6, waar Jezus zegt: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.’Christus kwam op aarde niet om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. Als Middelaar is Hij de Weg waardoor zondaren opnieuw Gods gunst en gemeenschap kunnen ervaren. Waar geleerd wordt dat buiten Christus geen redding en zaligheid is, werkt Gods Geest in het hart de overtuiging van de bekwaamheid en de gewilligheid van de Zaligmaker. Zo wordt Hij voor verloren zondaren de Weg, de Waarheid en het Leven.De gelovigen leren Christus te gebruiken tot rechtvaardigmaking en tot heiligmaking. Gerechtvaardigd door het geloof in Hem, zullen zij kracht uit Hem leren trekken tot een geheiligd leven. Zij worden opgeroepen om zich te wachten voor zonden van moedeloosheid, ongeloof en onwilligheid, en aangemoedigd om Christus’ beloften te omhelzen.Christus de Weg, de Waarheid en het Leven is een standaardwerk, waarvan de eerste Engelse editie direct in het Nederlands vertaald werd door Jacobus Koelman. Het is nu opnieuw vertaald uit het Engels en ingeleid door drs. H. Folmer.
Het hart van het christelijk geloof
Zes belangrijke preken over de grote thema’s van het christelijk geloof, zoals de Persoon Christus, Zijn lijden en sterven, de aanbieding van Christus aan alle hoorders van het Evangelie, de val, de verdorvenheid en onmacht van de mens, roeping, geloof en bekering.
Christus en Zijn verlossingswerk staan in deze preken voortdurend centraal. Toehoorders worden rechtstreeks aangesproken, vermaand tot geloof en bekering, vertroost of gewaarschuwd. Duidelijk geeft Erskine aan hoe we ons kunnen onderzoeken, en hoe we kunnen weten of we ware gelovigen zijn of niet.
Belofte en bevel
Promissio universalis en mandatum credendi in de gereformeerdeorthodoxie (1620-1650)
Promotiestudie over de belofte van God en de plicht om te geloven
In de Reformatie herontdekt men de belofte van het Evangelie. Niemand wordt door God op voorhand van Zijn belofte uitgesloten en iedereen is verplichtGods belofte te geloven. In de gereformeerde orthodoxie wordt vanuit het debat met de remonstranten en lutheranen dit reformatorische uitgangspunt in diverse richtingen uitgewerkt. In deze studie wordtde algemeenheid van de belofte en de plicht om te geloven in onderlinge samenhang met elkaar onderzocht. Daardoor worden patronen en perspectieven zichtbaar die niet alleen de creativiteit en diversiteit binnen de orthodoxie duidelijk maken, maar die ookvragen om een zinvolle toepassing in de hedendaagse gereformeerde theologiebeoefening.
Jonathan Edwards was een man met een intense persoonlijke toewijding aan Christus, een leider van opwekkingen, creatieve gereformeerde theoloog, zendeling en filosoof. Maar hij was vooral een prediker.
Geheel vrij van sentimentaliteit onthult de auteur in deze ontroerende uiteenzetting van 1 Korinthe 13, net als in zijn meer bekende 'Religieuze gevoelens', de vasthoudendheid van Edwards aan het feit dat de ware christelijke ervaring bovennatuurlijk is, voortgebracht wordt door de Geest en gericht is op Christus - en dat 'alle ware christelijke genade praktisch tot uiting komt in de levenswandel'.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.